Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 oktober 2002
gepubliceerd op 30 oktober 2002

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2002014274
pub.
30/10/2002
prom.
21/10/2002
ELI
eli/besluit/2002/10/21/2002014274/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1990, 5 april 1995, 4 augustus 1996 en 27 november 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen;

Gelet op het advies van de Raadgevende Commissie Administratie Nijverheid;

Gelet op de omstandigheid dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 11 oktober 2001;

Gelet op de akkoordbevindingen van de Minister van Begroting van 5 november 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat gebleken is dat het gebruik van de veiligheidsgordel het aantal dodelijke slachtoffers van verkeersongevallen gevoelig doet afnemen;

Overwegende dat dient rekening gehouden te worden met een termijn van minstens vijf maand die de constructeurs nodig hebben om hun voertuigen aan de nieuwe bepalingen aan te passen en dat deze maatregel ingang moet kunnen vinden vóór de aanvang van het nieuwe toeristisch seizoen;

Overwegende dat om deze redenen niet langer kan gewacht worden met het opleggen van de verplichting om veiligheidsgordels in die nieuwe voertuigen te installeren;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 november 1984, 13 september 1985, 21 mei 1987, 17 januari 1989, 10 april 1995 en 15 december 1998, wordt § 1, punt 1 vervangen door volgende bepaling : « 1. Categorie M : Motorvoertuigen bestemd voor het vervoer van personen met minstens vier wielen.

Categorie M1 : Voertuigen bestemd voor het vervoer van personen, met ten hoogste acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend.

Voertuigen van categorie M1 worden onderverdeeld volgens type en code van het koetswerk op volgende wijze : a) Personenauto's (M1) AA - Sedan ISO norm 3833 - 1977, punt 3.1.1.1, met inbegrip van voertuigen met meer dan vier zijramen.

AB - Voertuig met achterklep Sedan (AA) met een klep aan de achterzijde van het voertuig.

AC - Stationwagen ISO norm 333 - 1977, punt 3.1.1.4.

AD - Coupé ISO norm 3833 - 1977, punt 3.1.1.5.

AE - Cabriolet ISO norm 3833 - 1977, punt 3.1.1.6.

AF - Voertuig voor meerdere doeleinden Andere motorvoertuigen dan die genoemd onder AA tot en met AC bestemd voor het vervoer van personen en hun bagage of goederen, in één enkele ruimte.

Evenwel, zal een voertuig van type AF niet beschouwd worden als van categorie M1, maar van categorie N en gecodificeerd als FA, indien het aan de twee volgende voorwaarden voldoet : 1. Het aantal zitplaatsen met uitzondering van die voor de bestuurder bedraagt niet meer dan zes; Een "zitplaats" wordt als aanwezig beschouwd indien het voertuig is uitgerust met "toegankelijke" zitplaatsverankeringen;

Onder "toegankelijke zitplaats-verankeringen" worden verstaan verankeringen die kunnen worden gebruikt. Om te voorkomen dat verankeringen "toegankelijk" zijn maakt de fabrikant het gebruik ervan fysiek onmogelijk, door bijvoorbeeld de afdekplaten vast te lassen of door soortgelijke vaste bevestigingsmiddelen aan te brengen die niet met behulp van gewoonlijk beschikbaar gereedschap kunnen worden verwijderd; 2. P - (M + N x 68) > N x 68, waarin : P = de technische toelaatbare maximummassa in beladen toestand (in kg); M = massa in rijklare toestand (in kg);

N = aantal zitplaatsen met uitzondering van die van de bestuurder. b) Voertuigen voor speciale doeleinden (M1) SA Kampeerwagens SB Gepantserde voertuigen SC Ambulances SD Lijkwagens. Categorie M2 : Voertuigen bestemd voor het vervoer van personen met een capaciteit van meer dan acht zitplaatsen, de bestuurder niet meegerekend en met een maximale massa van ten hoogste 5 ton.

Categorie M3 : Voertuigen bestemd voor het vervoer van personen met een capaciteit van meer dan acht zitplaatsen, de bestuurder niet meegerekend en met een maximale massa van meer dan 5 ton.

Afzonderlijke classificatie voor voertuigen van de categorieën M2 en M3 : Voertuigen van de categorieën M2 en M3 zijn onderverdeeld in klassen volgens volgende criteria : a) voor de voertuigen met een capaciteit van meer dan 22 passagiers, de bestuurder niet inbegrepen : Klasse I : voertuigen gebouwd met ruimte voor staande passagiers, zodat passagiers vaak kunnen in- en uitstappen; Klasse II : voertuigen voornamelijk gebouwd voor het vervoer van zittende passagiers en ontworpen voor het vervoer van staande passagiers in het gangpad en/of op een zone die overeenkomt met maximaal twee dubbele zitplaatsen;

Klasse III : voertuigen uitsluitend gebouwd voor het vervoer van zittende passagiers; b) voor voertuigen met een capaciteit van maximaal 22 passagiers, de bestuurder niet meegerekend : Klasse A : voertuigen bestemd voor het vervoer van staande passagiers; een voertuig van deze klasse heeft zitplaatsen en moet zones voor staande passagiers hebben;

Klasse B : voertuigen bestemd voor het vervoer van zittende passagiers; een voertuig van deze klasse heeft geen enkele voorziening voor staande passagiers. »

Art. 2.In artikel 30 van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 9 augustus 1971, 16 november 1984 en 22 mei 1989, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt aangevuld met volgend lid : « Motorvoertuigen van de categorieën M1, M2 en M3, klasse III en B en de categorieën N1, N2, N3 zoals bepaald in het eerste artikel van dit besluit, voor de eerste maal ingeschreven vanaf 31 maart 2003 beantwoorden aan de voorschriften van de bepalingen van de richtlijn 90/629/EEG van de Commissie van 30 oktober 1990 tot toepassing aan de stand van de techniek van richtlijn 76/115/EEG van de Raad inzake onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten betreffende bevestigingspunten voor veiligheidsgordels van motorvoertuigen gewijzigd door richtlijn 96/38/EG van de Commissie van 17 juni 1996, welke omgezet zijn in Belgische recht bij het koninklijk besluit van 26 februari 1981 houdende uitvoering van de richtlijnen van de Europese Gemeenschappen betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens, van landbouw- of bosbouwtrekkers op wielen, hun bestanddelen alsook hun veiligheidsonderdelen gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 14 april 1993, 4 december 1996 en 10 april 1998.» 2° § 2 wordt aangevuld met volgende leden : « Motorvoertuigen van de categorieën M1, M2 en M3, klasse III en B en de categorieën N1, N2, N3 zoals bepaald in het eerste artikel van dit besluit, voor de eerste maal ingeschreven vanaf 31 maart 2003 beantwoorden aan de voorschriften van de bijlagen aan richtlijn 90/628/EEG van de Commissie van 30 oktober 1990 tot toepassing aan de stand van de techniek van richtlijn 77/541/EEG van de Raad van 28 juni 1997 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten inzake veiligheidsgordels en bevestigingssystemen in voertuigen, gewijzigd door richtlijn 96/36/EG van de Commissie van 17 juni 1996 en door de richtlijn 2000/3/EG van de Commissie van 22 februari 2000, welke werd omgezet in Belgisch recht door voornoemd koninklijk besluit van 26 februari 1981, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 april 1993, 4 december 1996, 10 april 1998 en 5 december 2000. Aanvullend bij de voorschriften van de richtlijnen, zijn de naar achter gerichte zitplaatsen van de voertuigen van de categorieën M2 en M3, klasse III en B uitgerust met twee- of driepuntsgordels met bandspoel.

De zitplaatsen van de voertuigen van de categorieën N1, N2 en N3, uitgezonderd de voorste zitplaatsen aan de zijkant, zijn uitgerust met twee- of driepuntsgordels met bandspoel.

Iedere zitplaats, uitgerust met veiligheidsgordel, in voertuigen van de categorieën M2 en M3 is voorzien van een duidelijk zichtbaar pictogram zoals het model hieronder. Kleur : witte persoon op blauwe achtergrond. » Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.Artikel 57, § 7 van het zelfde besluit gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 december 1975, 16 november 1984 en 9 mei 1988 wordt aangevuld als volgt : « 5° De bijlagen van richtlijn 74/408/EEG van de Raad van de Europees Gemeenschappen van 29 juli 1974 betreffende de binneninrichting van motorvoertuigen (weerstand van zetels en hun bevestiging) omgezet in Belgisch recht door het koninklijk besluit van 3 december 1978 betreffende de goedkeuring per type motorvoertuig aangaande de zetels en hun bevestiging, gewijzigd door richtlijn 96/37/EG van de Commissie van 17 juni 1996 omgezet in Belgisch recht door voornoemd koninklijk besluit van 26 februari 1981, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 oktober 1996, zijn van toepassing op voertuigen die voor het eerst ingeschreven of in verkeer gesteld worden vanaf 31 maart 2003. »

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 oktober 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT

^