21 OKTOBER 1999. - Koninklijk besluit tot aanwijzing van ambtenaren van het Ministerie van Economische Zaken om tijdelijk de functies uit te oefenen die aan de verslaggevers bedoeld bij artikel 14 van de wet tot bescherming van de economische mededinging gecoördineerd op 1 juli 1999 werden toevertrouwd

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 1 juli 1999, inzonderheid op het artikel 14;

Overwegende het in werking treden op 1 oktober 1999 van alle bepalingen van de wet van 26 april 1999 tot wijziging van de wet van 5 augustus 1991 tot bescherming van de economische mededinging; dat de te volgen procedure inzake het indienen en het onderzoek van mededingingspraktijken aanzienlijk werd gewijzigd, met name wat de specifieke bevoegdheden toegekend aan het nieuw opgerichte korps verslaggevers betreft; dat het noodzakelijk is een blokkering van de toepassing van de wetgeving inzake mededinging te vermijden en de partijen betrokken bij de procedure, de Dienst voor de Mededinging en de Raad voor de Mededinging toe te laten onverwijld de in werking getreden nieuwe bepalingen toe te passen; het is dan ook aangewezen zo spoedig mogelijk de verslaggevers bedoeld in artikel 14 van de wet tot bescherming van de economische mededinging, gecoördineerd op 1 juli 1999, aan te wijzen;

Overwegende dat de termijnen voor het organiseren van het wervingsexamen van de verslaggevers niet toelaten de laureaten te benoemen voor 1 oktober 1999;

Overwegende dat het voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 5 augustus 1991, gecoördineerd op 1 juli 1999, goedgekeurd door de Ministerraad op 10 september 1999, dat de voorlopige aanduiding van verslaggevers tot voorwerp heeft, door het parlement niet kan worden besproken en eventueel gestemd, en in werking treden op 1 oktober 1999;

Gelet op het algemeen principe van continuïteit van het openbaar bestuur, op grond waarvan elke activiteit die tot een openbare dienst wordt verheven, per definitie als een activiteit van algemeen belang wordt beschouwd dat op regelmatige en vaste wijze dient te worden vervolgd;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Mevr. Bernadette Crèvecoeur, adviseur bij het Ministerie van Economische Zaken en van de Franse taalrol, en de heer Johan Isselée, adviseur bij het Ministerie van Economische Zaken en van de Nederlandse taalrol, worden aangewezen om tijdelijk de functies te vervullen die aan de verslaggevers bedoeld in artikel 14 van de wet tot bescherming van de economische mededinging gecoördineerd op 1 juli 1999, werden toevertrouwd.

Mevr. Bernadette Crèvecoeur is belast om de functies van korpschef te vervullen.

Art. 2.Die aanwijzingen eindigen van rechtswege bij de benoeming van verslaggevers overeenkomstig de voorwaarden bepaald bij hetzelfde artikel 14.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 oktober 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, R. DEMOTTE