21 NOVEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 45, derde lid, van de wet van 3 juli 2005 tot wijziging van bepaalde aspecten van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op artikel 242, eerste tot derde lid, gewijzigd bij de wet van 2 april 2001;

Gelet op de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid op artikel 4, § 1;

Gelet op de wet van 3 juli 2005 tot wijziging van bepaalde aspecten van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten, inzonderheid op artikel 45, derde lid;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De personeelsleden bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de wet van 3 juli 2005 tot wijziging van bepaalde aspecten van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten, beschikken over een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad om : 1° hun overgang naar het administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, aan te vragen;2° met toepassing van artikel 4, § 1, van de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, te kiezen om onderworpen te blijven aan de bepalingen die op hen van toepassing waren de dag vóór de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 2.De aanvraag bedoeld in artikel 1 wordt per aangetekende brief of tegen ontvangstbewijs gericht aan de directeur-generaal Personeel van de federale politie.

Art. 3.De Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Landsverdediging bepalen gezamenlijk de data van overgang van de personeelsleden bedoeld in artikel 1.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Landsverdediging zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 november 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT