Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 juni 2006
gepubliceerd op 29 juni 2006

Koninklijk besluit op de boekhouding, de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van openbare vastgoedbevaks, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2006003319
pub.
29/06/2006
prom.
21/06/2006
ELI
eli/besluit/2006/06/21/2006003319/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 JUNI 2006. - Koninklijk besluit op de boekhouding, de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van openbare vastgoedbevaks, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks


VERSLAG AAN DE KONING Sire, - Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd strekt enerzijds tot uitvoering van artikel 77 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles en wijzigt anderzijds een aantal bepalingen aan het Koninklijk Besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks. - Artikel 77 van voormelde wet van 20 juli 2004 laat toe bijzonder sectoraal boekhoudrecht te creëren voor instellingen voor collectieve belegging. Voorliggend besluit voert voormelde machtigingsbepaling uit voor wat betreft de openbare instellingen voor collectieve belegging als bedoeld in artikel 17 van voormelde wet van 20 juli 2004 die hebben geopteerd voor de categorie van toegelaten beleggingen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, 5° van diezelfde wet, namelijk de openbare vastgoedbevaks geregeld bij het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks. - Overeenkomstig artikel 75 van de voormelde wet van 20 juli 2004 worden de rechten van deelneming van de vastgoedbevaks verhandeld op een gereglementeerde markt. De International financial Reporting Standards (hierna « IFRSs ») moeten bijgevolg worden toegepast op de geconsolideerde jaarrekening van de bevaks, vanaf de boekjaren beginnend op of na 1 januari 2005. Gelet op de beperkte omvang van de sector en met het oog op de vergelijkbaarheid van de financiële informatie van de vastgoedbevaks, werd het, mede omwille van de afwezigheid van fiscaalrechtelijke hinderpalen, raadzaam geacht om de toepassing van de IFRSs uit te breiden naar de enkelvoudige jaarrekening van de vastgoedbevaks.

Op grond van voormelde machtigingsbepaling verklaart het voorliggende besluit bijgevolg de door de Europese Commissie goedgekeurde IFRSs en de daarbij horende interpretaties van toepassing op de enkelvoudige rekeningen van de vastgoedbevaks.

De toepassing via dit besluit van de IFRSs op de enkelvoudige jaarrekeningen van de vastgoedbevaks gebeurt dus niet op grond van artikel 5 van de verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden. Een rechtstreekse toepassing van de IFRSs via artikel 5 van de voormelde verordening zou betekenen dat het nationaal recht de onderneming op geen enkele wijze mag beperken of belemmeren bij de naleving van (of het maken van een keuze op grond van) goedgekeurde IFRS/IAS. De uitwerking van een sectoraal boekhoudrecht binnen het kader van de wet van 20 juli 2004 laat daarentegen een modulaire aanpak toe. De modulaire aanpak bestaat erin dat als bijlage bij het besluit een balansschema en schema van de resultatenrekening worden toegevoegd die door alle vastgoedbevaks zullen moeten worden gebruikt bij de opstelling van de enkelvoudige jaarrekening.

De voormelde werkwijze, met name de toepassing van IFRSs via nationaal recht en niet via artikel 5 van voormelde verordening, wordt toegelicht in het document « Toelichting bij bepaalde artikelen van de Verordening (EG) nr. 1606/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen (hierna IAS-verordening) en de Vierde Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 en de Zevende Richtlijn 83/349/EEG van de Raad van 13 juni 1983 betreffende de jaarrekening » van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, d.d. november 2003.

Dit document licht de interactie tussen de IAS-verordening en de jaarrekeningenrichtlijnen toe (punt 3) en biedt een antwoord op de opmerkingen van de Raad van State terzake (zie punten 2 en 3 van het advies van de Raad van State) : Voor de lidstaten die gebruik maken van artikel 5 van de IAS-verordening en bijgevolg beursgenoteerde EU-ondernemingen toestaan of verplichten goedgekeurde IFRS toe te passen bij de opstelling van hun enkelvoudige rekeningen, wordt onder afdeling 3.1 van het document het volgende verduidelijkt : « Overeenkomstig de IAS-verordening mag geen enkele omzettingsbepaling van de jaarrekeningenrichtlijnen een onderneming beperken of belemmeren bij de naleving van (of het maken van een keuze op grond van) goedgekeurde IAS. Een onderneming dient goedgekeurde IAS met andere woorden steeds toe te passen, ongeacht eventuele tegenovergestelde, conflicterende of beperkende vereisten in het nationale recht. Dit houdt in dat de lidstaten niet in staat zijn beperkingen op te leggen ten aanzien van expliciete keuzemogelijkheden die in de IAS worden geboden ».

Voor de lidstaten die er evenwel voor opteren om IFRS onderdeel te laten uitmaken van het nationaal recht, stelt het document onder afdeling 3.4 : « Vennootschappen die niet onder de IAS-verordening vallen, dienen hun rekening te blijven opstellen op grond van nationale boekhoudvoorschriften die van de jaarrekeningenrichtlijnen zijn afgeleid. Indien een gegeven IAS in overeenstemming is met een omzettingsbepaling van de jaarrekeningenrichtlijnen mogen de lidstaten eisen dat deze IAS door de betrokken vennootschap wordt toegepast. Het is evident dat deze eis kan worden uitgebreid tot alle IAS en alle interpretaties ervan. In dergelijke gevallen blijft de vennootschap onderworpen aan de voorschriften van het nationale recht en is de in de afdeling 3.1 (...) bedoelde beperking die geldt ten aanzien van de in het kader van dat nationale recht vigerende aanvullende waarderings- of openbaarmakingsvereisten, niet van toepassing. » Er werd in dit besluit gekozen voor deze tweede werkwijze omdat op die manier alle vastgoedbevaks een uniform balansschema en schema van de resultatenrekening zullen gebruiken voor de opstelling van hun enkelvoudige jaarrekening. - Het besluit bevat ook schema's voor de geconsolideerde rekeningen.

Omdat de IFRSs geen voorschriften opleggen qua structuur en indeling van de schema's, hebben de vastgoedbevaks de keuze om de voorgestelde schema's al dan niet te gebruiken voor de opstelling van hun geconsolideerde jaarrekening. - Het voorliggend besluit laat de toepassing van de IFRSs voor de opstelling van de enkelvoudige jaarrekening ingaan vanaf de boekjaren beginnend op of na 1 januari 2007.

Aan de vastgoedbevaks wordt evenwel de mogelijkheid gegeven om de IFRSs reeds toe te passen vanaf de boekjaren beginnend op of na 1 januari 2005.

De vastgoedbevaks kunnen vanaf diezelfde datum ook gebruik maken van de schema's opgenomen in bijlage bij het besluit, voor de opstelling van hun geconsolideerde jaarrekening. - De toepassing van de IFRSs op de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening van de vastgoedbevak noodzaakt een herziening van de artikelen 52, § 1, tweede lid en artikel 62 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks. - Artikel 52 van voormeld besluit van 10 april 1995 legt aan de vastgoedbevak een beperking op van haar totale schuldenlast. Artikel 52, § 1, tweede lid van hetzelfde besluit bepaalt hoe de bedoelde schuldenlast moet worden berekend. Deze berekeningswijze steunt op een rechtstreekse verwijzing naar de rubriek « Schulden » van de balans zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen.

De voormelde bepaling kan niet meer toegepast worden op de vastgoedbevaks die een geconsolideerde jaarrekening opstellen of hun enkelvoudige jaarrekening opstellen met toepassing van IFRSs, omdat de rubrieken van de balans anders opgevat zijn onder de IFRSs. Voor deze vastgoedbevaks wordt de toepassing van voormeld artikel 52, § 1, tweede lid dan ook uitgesloten en wordt voor de berekening van de schuldenlast in de zin van artikel 52 van het voormeld besluit van 10 april 1995 een specifieke bepaling ingevoegd, die steunt op de rubrieken in de schema's gevoegd bij voorliggend besluit. Er werd daarbij getracht om zo nauw mogelijk aan te sluiten bij het begrip schulden als bedoeld in voormeld artikel 52, § 1, tweede lid van het besluit van 10 april 1995. - Artikel 62 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 legt de vastgoedbevak een minimale uitkeringsplicht op. Deze bepaling refereert in haar huidige vorm naar rubrieken uit de resultatenrekening zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen. Ook hier kan voormeld artikel 62 dus niet worden toegepast op de vastgoedbevaks die de IFRSs zullen toepassen op hun enkelvoudige jaarrekening. Om deze reden wordt voor deze vastgoedbevaks de toepassing van voormeld artikel 62 uitgesloten en wordt de minimale uitkeringsplicht en zijn berekeningswijze geregeld door artikel 7 en hoofdstuk 3 van de bijlage bij voorliggend besluit.

Deze berekeningswijze is in beginsel gebaseerd op een kasstroombenadering. Dit betekent dat de vennootschap minimaal die bestanddelen van de winst dient uit te keren die een kasstroom genereren. In afwijking van deze zuivere kasstroombenadering wordt evenwel voorgesteld om de voorzieningen niet toe te voegen aan het uit te keren bedrag omdat voorzieningen verbonden zijn aan toekomstige kasuitgaven. Deze regeling sluit aan bij de grondbeginselen van voormeld artikel 62 van het koninklijk besluit van 10 april 1995. - Artikel 8, § 2 van voorliggend besluit heft ook de toepassing op van de bepalingen van voormeld besluit van 10 april 1995 die rechtstreeks of onrechtstreeks verwijzen naar het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, op de openbare vastgoedbevaks die de IFRSs toepassen op hun enkelvoudige jaarrekening. - Het besluit wijzigt daarenboven drie bepalingen van het koninklijk Besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks. - Vooreerst wordt artikel 33, § 3 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 gewijzigd. Deze wijziging heeft enkel tot doel te verduidelijken dat een « aanbod tot verkoop » ook een « inschrijvingsverrichting » omvat voor de toepassing van de voormelde paragraaf. - Vervolgens wordt een wijziging aangebracht aan de risicospreidingsvereisten als bedoeld in de artikelen 42 en 43 van het koninklijk Besluit van 10 april 1995.

Het voorliggend besluit voert een vermoeden in op grond waarvan de vastgoedbevak, voor wat betreft het onderdeel van het beleggingsrisico dat betrekking heeft op de identiteit van de huurder of de gebruiker van het vastgoed, wordt geacht te voldoen aan voormeld risicospreidingsvereiste voor de onroerende goederen die verhuurd worden aan of gebruikt worden door een lidstaat van de EER, door een regionale overheid van een lidstaat van de EER, of door een internationale publiekrechtelijke instelling waarin één of meer lidstaten van de EER deelnemen.

Hetzelfde vermoeden wordt ingevoerd in artikel 43, § 1 van hetzelfde besluit dat stelt dat de vastgoedbevak niet meer dan 20 % van haar activa mag beleggen in vaste goederen die één enkel vastgoedgeheel vormen, voor wat betreft het onderdeel van het beleggingsrisico dat betrekking heeft op de identiteit van de huurder of de gebruiker van het vastgoed.

Aangezien kan aangenomen worden dat de openbare vastgoedbevak in beginsel geen tegenpartijrisico's op de voormelde instellingen loopt, doen voormelde wijzigingen geen afbreuk aan het beginsel van de risicospreiding, althans wat dat tegenpartijrisico betreft. - Ten slotte wordt de maximaal toegelaten schuldenlast ten opzichte van de activa van de vastgoedbevak verhoogd van 50 % tot 65 %. De voorgestelde verhoging vloeit onrechtstreeks voort uit de toepassing van de IFRSs, die voor een aantal vastgoedbevaks kan leiden tot een hogere schuldenlast.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, De zeer eerbiedig en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, D. REYNDERS

21 JUNI 2006. - Koninklijk besluit op de boekhouding, de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van openbare vastgoedbevaks, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks;

Gelet op de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, inzonderheid de artikelen 65 en 77;

Gelet op het advies van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, gegeven op 5 april 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 3 april 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 10 mei 2006;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid : - dat de verordening 1606/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen, de vastgoedbevaks verplicht om hun geconsolideerde jaarrekening vanaf de boekjaren, beginnend op of na 1 januari 2005 op te stellen met toepassing van de IFRSs; - dat de vastgoedbevaks werkzaam zijn in een specifieke sector met een beperkte omvang, waarin de vergelijkbaarheid van de financiële informatie een belangrijk aandachtspunt is voor de beleggers; - dat de IFRSs in de huidige stand van de wetgeving niet gelden voor de vastgoedbevaks die geen geconsolideerde jaarrekening opstellen; dat uit de toepassing van verschillende boekhoudnormen op vastgoedbevaks die consolideren en op diegene die enkel statutaire jaarrekeningen opstellen voortvloeit dat de financiële informatie binnen dit specifieke marktsegment aan vergelijkbaarheid inboet; - dat het voorliggende besluit met het oog op de gewenste vergelijkbaarheid van de financiële informatie binnen het betrokken marktsegment de vastgoedbevaks de mogelijkheid biedt om de voormelde internationale standaarden voor jaarrekeningen toe te passen op hun enkelvoudige jaarrekening, vanaf de boekjaren beginnend op of na 1 januari 2005; - dat het om dezelfde reden van vergelijkbaarheid van belang is dat de vastgoedbevaks vanaf de datum van overschakeling op de internationale standaarden voor jaarrekeningen voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening, ook meteen dezelfde normen kunnen toepassen op de enkelvoudige jaarrekening; - dat bepaalde vastgoedbevaks hun eerste geconsolideerde jaarrekening met toepassing van voormelde internationale standaarden voor jaarrekeningen hebben afgesloten op 31 december 2005; - dat de vennootschappen zoals bedoeld in dit besluit met toepassing van artikel 8 van het koninklijk besluit van 31 maart 2003 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een Belgische gereglementeerde markt, dienen over te gaan tot de publicatie van een communiqué over hun bedrijf en hun resultaten binnen de drie maanden na afloop van het boekjaar; - dat het derhalve past dit koninklijk besluit voor het einde van de maand juni te nemen;

Gelet op het advies 40594/2 van de Raad van State, gegeven op 6 juni 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - De boekhouding, de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van openbare vastgoedbevaks Afdeling I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.De bepalingen van hoofdstuk I zijn van toepassing op de Belgische openbare instellingen voor collectieve belegging als bedoeld in artikel 17 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles die hebben geopteerd voor de categorie van toegelaten beleggingen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, 5° van diezelfde wet. Afdeling II. - Jaarrekening en geconsolideerde jaarrekening

Art. 2.Voor elk boekjaar, beginnend op of na 1 januari 2007, stellen de in artikel 1 bedoelde vennootschappen hun enkelvoudige jaarrekening op met toepassing van de internationale standaarden voor jaarrekeningen die op balansdatum door de Europese Commissie zijn goedgekeurd met toepassing van artikel 3 van de Verordening 1606/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 juli 2002 betreffende de toepassing van internationale standaarden voor jaarrekeningen.

De in artikel 1 bedoelde vennootschappen hebben de mogelijkheid om de in het vorige lid bedoelde standaarden voor de opstelling van hun enkelvoudige jaarrekening toe te passen vanaf de boekjaren, beginnend op of na 1 januari 2005.

Art. 3.De in artikel 1 bedoelde vennootschappen die met toepassing van artikel 2 hun enkelvoudige jaarrekening opstellen met toepassing van de internationale standaarden voor jaarrekeningen, stellen de enkelvoudige balans en resultatenrekening op overeenkomstig de schema's opgenomen in hoofdstuk 1 van de bijlage bij dit besluit.

De posten van de balans en de resultatenrekening mogen worden weggelaten wanneer ze niet dienstig zijn voor het betrokken boekjaar of halfjaar.

De posten van de balans en de resultatenrekening worden aangepast, weggelaten of aangevuld indien dergelijke wijziging kan gerechtvaardigd worden door nieuwe of gewijzigde internationale standaarden of, in uitzonderlijke gevallen, door de specifieke activiteit of transacties van de vennootschap.

Art. 4.De in artikel 1 bedoelde vennootschappen kunnen de geconsolideerde balans en resultatenrekening opstellen overeenkomstig de schema's opgenomen in hoofdstuk 2 van de bijlage bij dit besluit, vanaf de boekjaren beginnend op of na 1 januari 2005.

Art. 5.De artikelen 22 tot 105, 170 en 172 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen zijn niet van toepassing op de in artikel 1 bedoelde vennootschappen die met toepassing van artikel 2 hun enkelvoudige jaarrekening opstellen met toepassing van de internationale standaarden voor jaarrekeningen. Afdeling III. Diverse bepalingen

Art. 6.De in artikel 1 bedoelde vennootschappen die een geconsolideerde jaarrekening opstellen of die met toepassing van artikel 2 hun enkelvoudige jaarrekening opstellen met toepassing van de internationale standaarden voor jaarrekeningen, dienen voor de toepassing van artikel 52 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks onder schuldenlast te verstaan : alle rubrieken van de « Verplichtingen » in de balans met uitsluiting van de posten « I. Langlopende verplichtingen - A Voorzieningen », I. Langlopende verplichtingen - C. Andere langlopende financiële verplichtingen - Indekkingsinstrumenten », « I. Langlopende verplichtingen - F. Uitgestelde belastingen - Verplichtingen », « II. Kortlopende verplichtingen - A. Voorzieningen », « II. kortlopende verplichtingen - C. Andere kortlopende financiële verplichtingen - Indekkingsinstrumenten » en « II. Kortlopende verplichtingen - F. Overlopende rekeningen » zoals opgenomen in de bij dit besluit gevoegde schema's.

Art. 7.De in artikel 1 bedoelde vennootschappen die met toepassing van artikel 2 hun enkelvoudige jaarrekening opstellen met toepassing van de internationale standaarden voor jaarrekeningen, dienen ten minste het positieve verschil tussen de volgende bedragen uit te keren als vergoeding van het kapitaal : - 80 % van het bedrag bepaald volgens het schema opgenomen in hoofdstuk 3 van bijlage bij dit besluit; en - de netto-vermindering in het boekjaar van de schuldenlast van de vennootschap zoals bedoeld in artikel 6.

Art. 8.§ 1. Artikel 52, § 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks is niet van toepassing op de in artikel 1 bedoelde vennootschappen die een geconsolideerde jaarrekening opstellen of die met toepassing van artikel 2 hun enkelvoudige jaarrekening opstellen met toepassing van de internationale standaarden voor jaarrekeningen. § 2. De artikelen 57 en 60 tot 62 van het hetzelfde besluit zijn niet van toepassing op de in artikel 1 bedoelde vennootschappen die met toepassing van artikel 2 hun enkelvoudige jaarrekening opstellen met toepassing van de internationale standaarden voor jaarrekeningen. HOOFDSTUK II. - Wijzigingsbepalingen met betrekking tot het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks

Art. 9.Artikel 33, § 3, wordt vervangen door de volgende paragraaf : « § 3. De personen die de controle hebben over de vennootschap die de activiteit van vastgoedbelegging beoefent vóór haar vergunningsaanvraag, verbinden er zich toe om binnen een periode van 1 jaar na de inschrijving, over te gaan tot een openbaar aanbod tot verkoop of een openbaar aanbod tot inschrijving van tenminste 30 % van de stemrechtverlenende effecten van de vennootschap bestaande na afloop van het aanbod. Deze personen verbinden er zich toe het openbaar aanbod tot verkoop of openbaar aanbod tot inschrijving te verrichten tegen een redelijke prijs. De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen beoordeelt de redelijkheid van de verkoopprijs of van de inschrijvingsprijs onder meer op basis van de waarde van de inventaris van de vennootschap die naar aanleiding van de inschrijving van de bevak werd bepaald.

Het eerste prospectus dat de bevak na het verkrijgen van de vergunning bekend maakt en die niet het openbaar aanbod tot verkoop of het openbaar aanbod tot inschrijving betreft, vermeldt de in het eerste lid bedoelde verbintenissen.

Wanneer de in het eerste lid bedoelde personen deze verbintenissen niet naleven of wanneer de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen oordeelt dat de bedoelde verkoopprijs of inschrijvingsprijs niet redelijk is, kan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen de beslissingen nemen als bedoeld in artikel 92 van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles.

De in het eerste lid bedoelde verbintenissen zijn niet vereist wanneer de betreffende vennootschap vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit in België reeds een openbaar beroep heeft gedaan op risicodragend kapitaal. ».

Art. 10.§ 1. Artikel 42 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende paragraaf : « § 4. Met betrekking tot het beleggings- risicospreidingscriterium dat slaat op de identiteit van de huurder of de gebruiker van vastgoed, wordt de vastgoedbevak geacht te voldoen aan het risicospreidingsvereiste bedoeld in de eerste paragraaf, ten belope van het onderdeel van het beleggingsrisico dat gedekt wordt door een lange termijn verbintenis van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte als huurder of gebruiker van de betrokken goederen.

Voor de toepassing van het vorige lid worden internationale publiekrechtelijke instellingen waarin één of meer lidstaten van de Europese Economische Ruimte deelnemen en regionale overheden van een lidstaat, gelijkgesteld met een lidstaat van de Europese Economische Ruimte. » § 2. Artikel 43 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende paragraaf : « § 6. De begrenzing bedoeld in § 1 is, voor wat betreft het beleggingsrisico dat slaat op de identiteit van de huurder of de gebruiker van het vastgoed, niet van toepassing op vastgoed dat gedekt wordt door een lange termijn verbintenis van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte als huurder of gebruiker van de betrokken goederen.

Voor de toepassing van het vorige lid worden internationale publiekrechtelijke instellingen waarin één of meer lidstaten van de Europese Economische Ruimte deelnemen en regionale overheden van een lidstaat, gelijkgesteld met een lidstaat van de Europese Economische Ruimte. »

Art. 11.In artikel 52 § 1, eerste lid van hetzelfde besluit wordt het cijfer « 50 » vervangen door het cijfer « 65 ». HOOFDSTUK III. - Inwerkingtreding

Art. 12.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 13.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 juni 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

Bijlage bij het koninklijk besluit op de boekhouding, de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van openbare vastgoedbevaks, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot de vastgoedbevaks HOOFDSTUK 1. - Schema's van de enkelvoudige jaarrekening, onderverdeling en omschrijving van de rubrieken Deel 1. Schema's van de enkelvoudige jaarrekening Afdeling 1. - Balansschema

ACTIVA I. Vaste Activa A. Goodwill B. Immateriële vaste activa C. Vastgoedbeleggingen D. Projectontwikkelingen E. Andere materiële vaste activa F. Financiële vaste activa G. Vorderingen financiële leasing H. Handelsvorderingen en andere vaste activa I. Uitgestelde belastingen - activa II. Vlottende activa A. Activa bestemd voor verkoop B. Financiële vlottende activa C. Vorderingen financiële leasing D. Handelsvorderingen E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa F. Kas en kasequivalenten G. Overlopende rekeningen TOTAAL ACTIVA TOTAAL EIGEN VERMOGEN A. Kapitaal B. Uitgiftepremies C. Ingekochte eigen aandelen (-) D. Reserves E. Resultaat F. Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen (-) G. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva H. Wisselkoersverschillen VERPLICHTINGEN I. Langlopende verplichtingen A. Voorzieningen B. Langlopende financiële schulden a. Kredietinstellingen b.Financiële leasing c. Andere C.Andere langlopende financiële verplichtingen D. Handelsschulden en andere langlopende schulden E. Andere langlopende verplichtingen F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen a. Exit taks b.Andere II. Kortlopende verplichtingen A. Voorzieningen B. Kortlopende financiële schulden c. Kredietinstellingen b.Financiële leasing c. Andere C.Andere kortlopende financiële verplichtingen D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden b. Exit taks c.Andere E. Andere kortlopende verplichtingen F. Overlopende rekeningen TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN Afdeling 2. - Schema van de resultatenrekening

I. Huurinkomsten (+) II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren (+) III. Met verhuur verbonden kosten (+/-) NETTO HUURRESULTAAT (=I +II + III) IV. Recuparatie van vastgoedkosten (+) V. Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen (+) VI. Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het einde van de huur (-) VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen (-) VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven (+/-) VASTGOEDRESULTAAT (= I +II+ III +IV + V +VI + VII + VIII) IX. Technische kosten (-) X. Commerciële kosten (-) XI. Kosten en taksen van niet verhuurde goederen (-) XII. Beheerkosten vastgoed (-) XIII. Andere vastgoedkosten (-) VASTGOEDKOSTEN(= IX +X + XI + XII + XIII) OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT (I +II+ III +IV + V +VI +VII +VIII + IX + X +XI +XII +XIII) XIV. Algemene kosten van de vennootschap (-) XV. Andere operationele opbrengsten en kosten (+/-) OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE (I +II+ III +IV + V +VI +VII +VIII + IX +X + XI + XII + XIII + XIV + XV) XVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen (+/-) XVII. Resultaat verkoop andere niet- financiële activa (+/-) XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen (+/-) OPERATIONEEL RESULTAAT (I +II+ III +IV + V +VI +VII +VIII + IX +X + XI + XII + XIII + XIV +XV + XVI + XVII + XVIII) XIX. Financiële opbrengsten(+) XX. Interestkosten(-) XXI. Andere financiële kosten(-) FINANCIEEL RESULTAAT (XIX + XX + XXI) RESULTAAT VOOR BELASTINGEN (I +II+ III +IV + V +VI +VII +VIII + IX +X + XI + XII + XIII + XIV +XV + XVI + XVII + XVIII + XIX + XX + XXI) XXII. Vennootschapsbelasting (-) XXIII. Exit taks (-) BELASTINGEN (XXII + XXIII) NETTO RESULTAAT (I +II+ III +IV + V +VI +VII +VIII + IX +X + XI + XII + XIII + XIV +XV + XVI + XVII + XVIII + XIX + XX + XXI + XXII + XXIII) Afdeling 3. - Resultaatverwerking

I. Te bestemmen winst (te verwerken verlies) II. (Toevoeging aan) onttrekking aan het eigen vermogen III. Over te dragen winst (over te dragen verlies) IV. (Dividenduitkering) Deel 2. - Verdere onderverdeling en omschrijving van bepaalde rubrieken van de balans en de resultatenrekening In dit deel worden bepaalde rubrieken van de schema's opgenomen in deel 1 verder onderverdeeld en omschreven.

Naar keuze van de vennootschap worden de hieronder vermelde posten en subposten ofwel opgenomen in het balansschema of naargelang het geval, het schema van de resultatenrekening ofwel in een verklarende toelichting. Afdeling 1. - Balansschema

ACTIVA I. Vaste Activa A. Goodwill Deze rubriek vermeldt de bedragen van de activa zoals bedoeld in IFRS 3.

B. Immateriële vaste activa Deze rubriek vermeldt de bedragen van de activa zoals bedoeld in IAS 38.

C. Vastgoedbeleggingen Deze rubriek vermeldt de bedragen van de activa zoals bedoeld in IAS 40.

D. Projectontwikkelingen Deze rubriek vermeldt de bedragen van de activa zoals bedoeld in IAS 40, § 9 (d) die verwerkt worden overeenkomstig IAS 16.

E. Andere materiële vaste activa Deze rubriek vermeldt de bedragen van de activa zoals bedoeld in IAS 16, andere dan de activa opgenomen onder de rubriek « D. Projectontwikkelingen ».

Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Materiële vaste activa voor eigen gebruik » en « Andere ».

F. Financiële vaste activa Deze rubriek vermeldt de bedragen van de activa zoals bedoeld in IAS 39 of in IAS 27, § 37, andere dan de financiële vaste activa opgenomen onder de rubriek « H. Handelsvorderingen en andere vaste activa ».

Deze rubriek dient overeenkomstig de classificatie bepaald in IAS 39 verder onderverdeeld te worden in de posten « Activa aangehouden tot einde looptijd », « Activa beschikbaar voor verkoop », « Activa aan reële waarde via resultaat », « Leningen en vorderingen » en « Andere » De voormelde posten dienen in voorkomend geval verder onderverdeeld te worden in de subposten « Vastgoedcertificaten », « Indekkingsinstrumenten », « Deelnemingen in andere vastgoedbevaks », « Deelnemingen in verbonden ondernemingen of ondernemingen met een deelnemingsverhouding » en « Andere ».

G. Vorderingen financiële leasing Deze rubriek vermeldt de bedragen van de vorderingen financiële leasing zoals bedoeld in IAS 17.

I. Uitgestelde belastingen - Activa Deze rubriek vermeldt de bedragen van de uitgestelde belastingen zoals bedoeld in IAS 12.

II. Vlottende activa A. Activa bestemd voor verkoop Deze rubriek vermeldt de bedragen van de activa die overeenkomstig IFRS 5 bestemd zijn voor verkoop.

Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Vastgoedbeleggingen », « Vastgoedcertificaten » en « Andere activa ».

B. Financiële vlottende activa Deze rubriek vermeldt de bedragen van de activa zoals bedoeld in IAS 39 of in IAS 27, § 37, andere dan de financiële vlottende activa opgenomen onder de rubrieken « D. Handelsvorderingen », « E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa » en « F. Kas en kasequivalenten ».

Deze rubriek dient overeenkomstig de classificatie bepaald in IAS 39 verder onderverdeeld te worden in de posten « Activa aangehouden tot einde looptijd », « Activa beschikbaar voor verkoop », « Activa aan reële waarde via resultaat », »Leningen en vorderingen« en « Andere ».

De voormelde posten dienen in voorkomend geval verder onderverdeeld te worden in de subposten « Vastgoedcertificaten », « indekkingsinstrumenten », « deelnemingen in andere vastgoedbevaks », « Deelnemingen in verbonden ondernemingen of ondernemingen met een deelnemingsverhouding » en « Andere ».

C. Vorderingen financiële leasing Deze rubriek vermeldt de bedragen van de vorderingen financiële leasing zoals bedoeld in IAS 17.

E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « belastingen », « Bezoldigingen en sociale lasten » en « Andere ».

F. Kas en kasequivalenten Deze rubriek vermeldt de bedragen van de activa zoals bedoeld in IAS 7, §§ 6 tot 9.

G. Overlopende Rekeningen Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Gelopen, niet vervallen vastgoedopbrengsten », « Te bestemmen huurkortingen en huurvoordelen », « Voorafbetaalde vastgoedkosten », « Voorafbetaalde interesten en andere financiële kosten » en « Andere ».

TOTAAL EIGEN VERMOGEN A. Kapitaal Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Geplaatst kapitaal » en « Kosten kapitaalverhoging ».

D. Reserves Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Wettelijke », « Onbeschikbare », « Belastingvrije » en « Beschikbare.

E. Resultaat Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Overgedragen resultaten van vorige boekjaren » en « Resultaat van het boekjaar ».

De post « Resultaat van het boekjaar » dient verder onderverdeeld te worden in de subposten « Over te dragen resultaat » en « Voorgesteld dividend ».

G. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva Deze rubriek vermeldt de variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva die overeenkomstig IAS 39 via eigen vermogen worden verwerkt.

Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Op financiële activa beschikbaar voor verkoop » en « Op indekkingsinstrumenten ».

H. Wisselkoersverschillen Deze rubriek vermeldt de wisselkoersverschillen die overeenkomstig IAS 21 via eigen vermogen worden verwerkt.

VERPLICHTINGEN I. Langlopende verplichtingen A.Voorzieningen Deze rubriek vermeldt de bedragen van de voorzieningen zoals bedoeld in IAS 37.

Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Pensioenen » en « Andere ».

B. Langlopende financiële schulden De post « Andere » van deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de subposten « Andere Leningen », « Ontvangen huurwaarborgen », « Voorschotten vastgoedopbrengsten met verhaal op meer dan één jaar », « Afgestane vastgoedopbrengsten met verhaal op meer dan één jaar » en « Andere« .

C. Andere langlopende financiële verplichtingen Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Indekkingsinstrumenten » en « Andere ».

D. Handelsschulden en andere langlopende schulden Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Handelsschulden » en « Andere ».

F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen Deze rubriek vermeldt de bedragen van de uitgestelde belastingen zoals bedoeld in IAS 12.

II. Kortlopende verplichtingen A. Voorzieningen Deze rubriek vermeldt de bedragen van de voorzieningen zoals bedoeld in IAS 37.

Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Pensioenen » en « Andere ».

B. Kortlopende financiële schulden De post « Andere » van deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de subposten « Andere Leningen », « Ontvangen huurwaarborgen », « Voorschotten vastgoedopbrengsten met verhaal op ten hoogste één jaar », « Afgestane vastgoedopbrengsten met verhaal op ten hoogste één jaar » en « Andere « .

C. Andere kortlopende financiële verplichtingen Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Indekkingsinstrumenten » en « Andere ».

D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden De post « Andere » van deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de subposten « Leveranciers », « Huurders » en « Belastingen, bezoldigingen en sociale lasten ».

F. Overlopende rekeningen Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Vooraf ontvangen vastgoedopbrengsten », « Gelopen, niet vervallen interesten en andere kosten » en « Andere ». Afdeling 2. - Schema van de resultatenrekening

I. Huurinkomsten Onder huurinkomst wordt elke inkomst uit vastgoed verstaan.

Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Huur », « Gegarandeerde inkomsten », Huurkortingen », « Huurvoordelen (incentives) », « Vergoedingen voor vroegtijdig verbroken huurcontracten » en « Vergoeding financiële leasing en soortgelijken ».

De vergoedingen uit financiële leasing en soortgelijken zoals bedoeld in IAS 17, wordt onder de post « Vergoeding financiële leasing en soortgelijken » van de rubriek « I. Huurinkomsten » opgenomen indien activiteiten van financiële leasing en soortgelijken de hoofdactiviteit van de bevak uitmaken.

Onder soortgelijken wordt onder andere erfpacht, opstal en vruchtgebruik verstaan.

II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren In de gevallen waarbij de vastgoedbevak overgaat tot de overdracht van het recht op inning van toekomstige huurinkomsten op vastgoed aan een derde en waarbij deze overdracht volkomen is en de vastgoedbevak bevrijdt van enigerlei verplichting ten aanzien van deze derde met betrekking tot het overgedragen recht, zal de derde in ruil voor deze overdracht een bedrag betalen aan de vastgoedbevak die overeenstemt met de contante waarde van de toekomstige huurinkomsten zonder dat de vastgoedbevak een verplichting tot teruggave van dit bedrag aan die derde heeft.

Dit bedrag wordt in de gevallen en onder de voorwaarden zoals gesteld in het vorige lid, in mindering gebracht van de waarde van het vastgoed. De waarde van het vastgoed zal jaarlijks verhoogd worden met het verschil tussen de geactualiseerde waarde van de overgedragen huurinkomsten van het vorige boekjaar en de geactualiseerde waarde van de overgedragen huurinkomsten van het boekjaar. Dit verschil wordt jaarlijks in deze rubriek opgenomen.

III. Met verhuur verbonden kosten Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Te betalen huur op gehuurde activa », « Waardeverminderingen op handelsvorderingen » en « Terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen ».

IV. Recuperatie van vastgoedkosten Deze rubriek vermeldt de bedragen van de kosten zoals bedoeld in rubriek « VI. Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het einde van de huur » die de eigenaar dient te dragen volgens het Burgerlijk Wetboek of de gebruiken, maar die overeenkomstig de huurovereenkomst worden gerecupereerd van een huurder.

Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Verkregen vergoedingen op huurschade » en « Recuperatie van wederinstaatstellings-kosten op het einde van de huur ».

V. Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen Deze rubriek vermeldt de bedragen van de huurlasten en belastingen zoals bedoeld in de rubriek « VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen » die worden doorgerekend aan de huurder.

Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Doorrekening van huurlasten gedragen door de eigenaar » en « Doorrekening van voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen ».

VI. Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het einde van de huur Deze rubriek vermeldt de bedragen van kosten m.b.t. huurschade en wederinstaatstelling op het einde van de de huur die volgens het Burgerlijk wetboek of de gebruiken dienen te worden gedragen door de huurder, maar die overeenkomstig de huurovereenkomst worden gedragen door de eigenaar. De bedoelde kosten die kunnen worden gerecupereerd van een huurder, worden opgenomen in de rubriek « IV. Recuperatie van vastgoedkosten. » VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen Deze rubriek vermeldt de bedragen van de huurlasten en belastingen op verhuurde gebouwen die volgens het Burgerlijk Wetboek of de gebruiken dienen te worden gedragen door de huurder maar die door derden worden gefactureerd aan de eigenaar. De bedoelde huurlasten en belastingen die kunnen worden doorgerekend aan de huurder, worden opgenomen in de rubriek « V. Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen. » Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Huurlasten gedragen door de eigenaar » en « Voorheffingen en belastingen op verhuurde gebouwen ».

IX. Technische kosten Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Recurrente technische kosten » en « Niet recurrente technische kosten ».

De post « Recurrente technische kosten » dient verder onderverdeeld te worden in de subposten « Herstellingen », « Vergoedingen voor totale waarborgen » en « Verzekeringspremies ».

De post « Niet recurrente technische kosten » dient verder onderverdeeld te worden in de subposten « Grote herstellingen (aannemers, architecten, studiebureau,...) » en « Schadegevallen ».

X. Commerciële kosten Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Makelaarscommissies », « Publiciteit » en « Erelonen van advocaten en juridische kosten ».

XII. Beheerkosten vastgoed Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Externe beheervergoedingen » en « (Interne) beheerkosten van het patrimonium ».

XVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen Deze rubriek vermeldt het resultaat van de verkoop van vastgoedbeleggingen zoals bedoeld in IAS 40.

Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Netto verkopen van de onroerende goederen (verkoopprijs - transactiekosten) en « Boekwaarde van de verkochte onroerende goederen ».

XVII. Resultaat verkoop andere niet-financiële activa Deze rubriek vermeldt het resultaat van de verkopen van activa, andere dan vastgoedbeleggingen en financiële activa.

Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Netto verkopen van andere niet-financiële activa (verkoopprijs - transactiekosten) » en « Boekwaarde van de verkochte andere niet financiële activa ».

XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen Deze rubriek vermeldt de variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen zoals bedoeld in IAS 40.

Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Positieve variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen » en « Negatieve variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen ».

XIX. Financiële opbrengsten Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Geïnde interesten en dividenden », « Vergoeding financiële leasing en soortgelijken », « Inkomsten uit financiële instrumenten aangehouden voor indekkingsdoeleinden », « Variaties in de reële waarde van financiële activa », « Netto gerealiseerde meerwaarden op verkoop financiële activa » en « Netto gerealiseerde meerwaarden op verkoop vorderingen financiële leasing en soortgelijken ».

De vergoedingen uit financiële leasing en soortgelijken zoals bedoeld in IAS 17, wordt onder de post « Vergoeding financiële leasing en soortgelijken » van de rubriek « XIX. Financiële opbrengsten » opgenomen indien activiteiten van financiële leasing en soortgelijken niet behoren tot de normale bedrijfsactiviteit van de vastgoedbevak.

Onder soortgelijken wordt onder andere erfpacht, opstal en vruchtgebruik verstaan.

XX. Interestkosten Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Nominale interestlasten op leningen », « Wedersamenstelling van het nominaal bedrag van financiële schulden », « Kosten van financiële instrumenten aangehouden voor indekkingsdoeleinden » en « Andere interestkosten ».

XXI. Andere financiële kosten Deze rubriek dient verder onderverdeeld te worden in de posten « Bankkosten en andere commissies », « Kosten van financiële instrumenten aangehouden voor indekkingsdoeleinden », « Variaties in de reële waarde van financiële activa », « Netto gerealiseerde minderwaarden op verkoop financiële activa » en « Netto gerealiseerde minderwaarden op verkoop vorderingen financiële leasing en soortgelijken ». HOOFDSTUK 2. - Schema's van de geconsolideerde jaarrekening Deel 1. Schema's van de geconsolideerde jaarrekening Afdeling 1. - Balansschema

ACTIVA I. Vaste Activa A. Goodwill B. Immateriële vaste activa C. Vastgoedbeleggingen D. Projectontwikkelingen E. Andere materiële vaste activa F. Financiële vaste activa G. Vorderingen financiële leasing H. Deelnemingen verwerkt via vermogensmutatie I. Handelsvorderingen en andere vaste activa J. Uitgestelde belastingen - activa II. Vlottende activa A. Activa bestemd voor verkoop B. Financiële vlottende activa C. Vorderingen financiële leasing D. Handelsvorderingen E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa F. Kas en kasequivalenten G. Overlopende rekeningen TOTAAL ACTIVA TOTAAL EIGEN VERMOGEN I. Eigen vermogen toewijsbaar aan de aandeelhouders van de moedervennootschap A. Kapitaal B. Uitgiftepremies C. Ingekochte eigen aandelen (-) D. Reserves E. Resultaat F. Impact op de reële waarde van geschatte mutatierechten en -kosten bij hypothetische vervreemding van vastgoedbeleggingen G. Variaties in de reële waarde van financiële activa en passiva H. Wisselkoersverschillen II. Minderheidsbelangen VERPLICHTINGEN I. Langlopende verplichtingen A. Voorzieningen B. Langlopende financiële schulden a. Kredietinstellingen b.Financiële leasing c. Andere C.Andere langlopende financiële verplichtingen D. Handelsschulden en andere langlopende schulden E. Andere langlopende verplichtingen F. Uitgestelde belastingen - verplichtingen a. Exit taks b.Andere II. Kortlopende verplichtingen A. Voorzieningen B. Kortlopende financiële schulden a. Kredietinstellingen b.Financiële leasing c. Andere C.Andere kortlopende financiële verplichtingen D. Handelsschulden en andere kortlopende schulden a. Exit taks b.Andere E. Andere kortlopende verplichtingen F. Overlopende rekeningen TOTAAL EIGEN VERMOGEN EN VERPLICHTINGEN Afdeling 2. - Schema van de resultatenrekening

I. Huurinkomsten (+) II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren (+) III. Met verhuur verbonden kosten (+/-) NETTO HUURRESULTAAT (=I +II + III) IV. Recuparatie van vastgoedkosten (+) V. Recuperatie van huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen (+) VI. Kosten van de huurders en gedragen door de eigenaar op huurschade en wederinstaatstelling op het einde van de huur(-) VII. Huurlasten en belastingen normaal gedragen door de huurder op verhuurde gebouwen (-) VIII. Andere met verhuur verbonden inkomsten en uitgaven (+/-) VASTGOEDRESULTAAT (= I +II+ III +IV + V +VI + VII + VIII) IX. Technische kosten (-) X. Commerciële kosten (-) XI. Kosten en taksen van niet verhuurde goederen (-) XII. Beheerkosten vastgoed (-) XIII. Andere vastgoedkosten (-) VASTGOEDKOSTEN(= IX +X + XI + XII + XIII) OPERATIONEEL VASTGOEDRESULTAAT (I +II+ III +IV + V +VI +VII +VIII + IX + X +XI +XII +XIII) XIV. Algemene kosten van de vennootschap (-) XV. Andere operationele opbrengsten en kosten (+/-) OPERATIONEEL RESULTAAT VOOR HET RESULTAAT OP DE PORTEFEUILLE (I +II+ III +IV + V +VI +VII +VIII + IX +X + XI + XII + XIII + XIV + XV) XVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen (+/-) XVII. Resultaat verkoop andere niet- financiële activa (+/-) XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen (+/-) OPERATIONEEL RESULTAAT (I +II+ III +IV + V +VI +VII +VIII + IX +X + XI + XII + XIII + XIV +XV + XVI + XVII + XVIII) XIX. Financiële opbrengsten(+) XX. Interestkosten(-) XXI. Andere financiële kosten(-) FINANCIEEL RESULTAAT (XIX + XX + XXI) XXII. Inkomsten uit deelnemingen verwerkt via vermogensmutatie (+) RESULTAAT VOOR BELASTINGEN (I +II+ III +IV + V +VI +VII +VIII + IX +X + XI + XII + XIII + XIV +XV + XVI + XVII + XVIII + XIX + XX + XXI + XXII) XXIII. Vennootschapsbelasting (-) XXIV. Exit taks (-) BELASTINGEN (XXIII + XXIV) NETTO RESULTAAT (I +II+ III +IV + V +VI +VII +VIII + IX +X + XI + XII + XIII + XIV +XV + XVI + XVII + XVIII + XIX + XX + XXI + XXII + XXIII + XXIV) Toerekenbaar aan : Minderheidsbelangen Aandeelhouders van de groep Deel 2. - Verdere onderverdeling en omschrijving van bepaalde rubrieken van de balans en de resultatenrekening Tenzij hieronder anders vermeld, wordt voor de verdere onderverdeling en de omschrijving van bepaalde rubrieken van de balans en de resultatenrekening verwezen naar deel 2 van hoofdstuk 1 van de bijlage bij dit besluit. Afdeling 1. - Balansschema

ACTIVA I. Vaste Activa F. Financiële vaste activa Deze rubriek vermeldt de bedragen van de activa zoals bedoeld in IAS 39 of in IAS 27, § 37, andere dan de financiële vaste activa opgenomen onder de rubrieken « H. Deelnemingen verwerkt via vermogensmutatie » en « I. Handelsvorderingen en andere vaste activa ».

Deze rubriek dient overeenkomstig de classificatie bepaald in IAS 39 verder onderverdeeld te worden in de posten « Activa aangehouden tot einde looptijd », « Activa beschikbaar voor verkoop », « Activa aan reële waarde via resultaat », « Leningen en vorderingen » en « Andere » De voormelde posten dienen in voorkomend geval verder onderverdeeld te worden in de subposten « Vastgoedcertificaten », « Indekkingsinstrumenten », « Deelnemingen in andere vastgoedbevaks » en « Andere ».

H. Deelnemingen verwerkt via vermogensmutatie Deze rubriek vermeldt de bedragen van de activa zoals bedoeld in IAS 28.

II. Vlottende activa B. Financiële vlottende activa Deze rubriek vermeldt de bedragen van de activa zoals bedoeld in IAS 39 of in IAS 27, § 37, andere dan de financiële vlottende activa opgenomen onder de rubrieken « D. Handelsvorderingen », « E. Belastingvorderingen en andere vlottende activa » en « F. Kas en kasequivalenten ».

Deze rubriek dient overeenkomstig de classificatie bepaald in IAS 39 verder onderverdeeld te worden in de posten « Activa aangehouden tot einde looptijd », « Activa beschikbaar voor verkoop », « Activa aan reële waarde via resultaat », »Leningen en vorderingen« en « Andere ».

De voormelde posten dienen in voorkomend geval verder onderverdeeld te worden in de subposten « Vastgoedcertificaten », « indekkingsinstrumenten, « deelnemingen in andere vastgoedbevaks » en « Andere ». HOOFDSTUK 3. - Schema van de berekening van het bedrag bedoeld in artikel 7, eerste streepje Deel 1. - Schema van de berekening Het bedrag bedoeld in artikel 7, eerste streepje is gelijk aan de som van het gecorrigeerd resultaat (A) en van de netto-meerwaarden bij realisatie van vastgoed die niet van de verplichte uitkering zijn vrijgesteld (B). (A) en (B) worden volgens het onderstaande schema berekend.

Gecorrigeerd resultaat (A) Netto-resultaat + Afschrijvingen + Waardeverminderingen - Terugnemingen van waardevermin-deringen - Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren +/- Andere niet-monetaire bestanddelen +/- Resultaat verkoop vastgoed +/-Variaties in de reële waarde van vastgoed = Gecorrigeerd resultaat (A) Netto-meerwaarden bij realisatie van vastgoed niet vrijgesteld van de verplichte uitkering (B) +/- Gedurende het boekjaar gerealiseerde meer-en minderwaarden op vastgoed (meer-en minderwaarden ten opzichte van de aanschaffingswaarde vermeerderd met de geactiveerde investeringskosten) - Gedurende het boekjaar gerealiseerde meerwaarden op vastgoed vrijgesteld van de verplichte uitkering onder voorbehoud van hun herbelegging binnen een termijn van 4 jaar (meerwaarden ten opzichte van de aanschaffingswaarde vermeerderd met de geactiveerde investeringskosten) + Gerealiseerde meerwaarden op vastgoed voorheen vrijgesteld van de verplichte uitkering en die niet werden herbelegd binnen een periode van 4 jaar (meerwaarden ten opzichte van de aanschaffingswaarde vermeerderd met de geactiveerde investeringskosten) = Netto-meerwaarden bij realisatie van vastgoed niet vrijgesteld van de verplichte uitkering (B) Deel 2. - Toelichting bij het schema van de berekening In dit deel wordt verduidelijkt in welke rubrieken of posten van de resultatenrekening zoals opgenomen in de Hoofdstuk 1 van de bijlage bij dit besluit, de bedragen van de bestanddelen van het gecorrigeerd resultaat zijn opgenomen.

De bedragen van de « Afschrijvingen » zijn opgenomen in de rubrieken « XII. Beheerkosten vastgoed » en « XIV. Algemene kosten van de vennootschap ».

De bedragen van de « Waardeverminderingen » en de « Terugnemingen van de waardeverminderingen » zijn opgenomen in respectievelijk de posten « Waardeverminderingen op handelsvorderingen » en « Terugnemingen van waardeverminderingen op handelsvorderingen » van de rubriek « III. Met verhuur verbonden kosten ».

De bedragen van de « Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren » zijn opgenomen in de rubriek « II. Terugnemingen overgedragen en verdisconteerde huren » De bedragen van de « Andere niet-monetaire bestanddelen » zijn onder meer opgenomen in de post « Huurvoordelen (incentives) van de rubriek « I. Huurinkomsten », de posten « Inkomsten uit financiële instrumenten aangehouden voor indekkingsdoeleinden » en « Variaties in de reële waarde van financiële activa van de rubriek « XIX. Financiële opbrengsten », de post « Wedersamenstelling nominaal bedrag financiële schulden » van de rubriek « XX. Interestkosten » en de posten « Kosten van financiële instrumenten aangehouden voor indekkingsdoeleinden » en « Variaties in de reële waarde van financiële activa » van de rubriek « XXI. Andere financiële kosten ».

De bedragen van het « Resultaat verkoop vastgoed » zijn opgenomen in de rubriek « XVI. Resultaat verkoop vastgoedbeleggingen », de post « Netto gerealiseerde meerwaarden op verkoop financiële activa van de rubriek « XIX. Financiële opbrengsten » en de post « Netto gerealiseerde minderwaarden op verkoop financiële activa » van de rubriek « XXI. Andere financiële kosten ».

De bedragen van de « Variaties in de reële waarde van vastgoed » zijn opgenomen in de rubriek « XVIII. Variaties in de reële waarde van vastgoedbeleggingen », de post « Variaties in de reële waarde van financiële activa van de rubriek « XIX. Financiële opbrengsten » en de post « Variaties in de reële waarde van financiële activa » van de rubriek « XXI. Andere financiële kosten ». « Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 21 juni 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

^