21 JUNI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot uitvoering van de regeling arbeid-opleiding (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot organisatie van de regelingen ter bevordering van de tewerkstelling in 1997 en 1998, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 oktober 1999, inzonderheid titel II, hoofdstuk II, afdeling 2;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1997 gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot uitvoering van de regeling arbeid-opleiding.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 juni 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 20 oktober 1999, Belgisch Staatsblad van 16 december 1999.

Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1997 Uitvoering van de regeling arbeid-opleiding (Overeenkomst geregistreerd op 12 november 1998 onder het nummer 49461/CO/124) Afdeling 1. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van titel II - hoofdstuk II - afdeling 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 tot organisatie van de regelingen ter bevordering van de tewerkstelling in 1997-1998, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 20 oktober 1999 (Belgisch Staatsblad van 16 december 1999) hierna kaderovereenkomst genoemd.

Art. 2.Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die behoren tot het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Onder "arbeiders" verstaat men arbeiders en arbeidsters.

Art. 3.Deze overeenkomst heeft slechts uitwerking ten aanzien van de bij artikel 2 bedoelde werkgevers en arbeiders voorzover deze werkgevers beslissen toe te treden tot titel II - hoofdstuk II - afdeling 2 van de kaderovereenkomst volgens de bepalingen van de kaderovereenkomst en deze overeenkomst. Afdeling 2. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 4.De bij artikel 51 van de kaderovereenkomst bedoelde informatie- en raadplegingsprocedure verloopt volgens de bij de artikelen 90 en 92, lid 1, van de kaderovereenkomst vastgestelde bepalingen.

Art. 5.De werkgever ziet erop toe dat het ontwerp van het bij artikel 9 van deze overeenkomst bedoelde toetredingsformulier dat in toepassing van artikel 4 aan de vakbondsafgevaardigden in de onderneming of bij ontstentenis, aan de arbeiders wordt overhandigd nauwkeurige informatie bevat over in het bijzonder : - de opleiding die zal worden verschaft; - de periode van het jaar waarin de regeling zal worden toegepast; - de duur van de opleiding; - de categorieën van arbeiders waarop de regeling van toepassing is.

Art. 6.Tijdens de in artikel 4 bedoelde informatie- en raadplegingsprocedure neemt de werkgever contact op met het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (F.V.B.) teneinde in gemeenschappelijk overleg de praktische toepassingsmodaliteiten van de regeling arbeid-opleiding vast te stellen. Afdeling 3. - Bijzondere toepassingsvoorwaarden en -modaliteiten van

de regeling

Art. 7.§ 1. In uitvoering van artikel 99, § 1 van de kaderovereenkomst leidt de invoering van de regeling arbeid-opleiding tot de toepassing van het sectoraal stelsel van "terugbetaling-in de plaatsstelling". § 2. De bij § 1 bedoelde terugbetaling is van toepassing op de lonen die werden betaald aan de arbeiders die in toepassing van de regeling, effectief een opleiding hebben gevolgd. Dit geldt ook voor het bedrag van de erop verschuldigde sociale lasten bestaande uit de werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid en voor de bestaanszekerheid met inbegrip van de bijdragen aan de regelingen van de getrouwheids- en weerverletzegels evenals op de premie voor de verzekering tegen arbeidsongevallen.

De effectieve deelname van de arbeiders aan de opleiding wordt door het bevoegde opleidingscentrum bewezen of in geval van opleiding in de onderneming, door een bij de raad van bestuur van het F.V.B. aangeduide verantwoordelijke instantie. § 3. De raad van bestuur van het F.V.B. stelt de modaliteiten en de termijn van de in § 1 bedoelde terugbetaling vast.

De raad staat de bij § 1 bedoelde terugbetaling toe aan de werkgevers die na de goedkeuring van hun toetredingsakte of -overeenkomst schuldenaar zijn geworden van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf en ondertussen hun schulden hebben vereffend.

Art. 8.De raad van bestuur van het F.V.B. bepaalt de voorwaarden voor de erkenning van de opleidingscentra die belast zijn met de uitvoering van de opleidingsmodules. Afdeling 4. - Toetredingsmodaliteiten en slotbepalingen

Art. 9.Aan het einde van de bij afdeling 2 bepaalde informatie- en raadplegingsprocedure treedt de werkgever toe tot titel II - hoofdstuk II - afdeling 2 van de kaderovereenkomst overeenkomstig de artikelen 91, 92, lid 2 en 3, en 93 van laatsgenoemde overeenkomst.

Hiertoe gebruikt de werkgever, afhankelijk van het geval, het toetredingsformulier met als opschrift "toetredingsakte" of "collectieve toetredingsovereenkomst" waarvan de modellen bij deze overeenkomst zijn gevoegd.

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 1997 en treedt buiten werking op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juni 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1997 tot uitvoering van de regeling arbeid-opleiding Paritair Comité voor het bouwbedrijf Toetredingsakte (1) tot de regeling arbeid-opleiding Akte van ................................... (2) houdende toetreding van de onderneming ................................... tot titel II - hoofdstuk II - afdeling 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 Deze toetredingsakte moet behoorlijk ingevuld, gedateerd en ondertekend, in twee exemplaren (origineel en een door de werkgever voor eensluidend verklaarde kopie), voor goedkeuring door het beperkt comité van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, worden verstuurd naar : De voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf Fonds voor Vakopleiding in de Bouw Koningsstraat 45 1000 Brussel 1. Identificatie van de werkgever Naam en voornaam of firmanaam : .. . . .

Woonplaats of sociale zetel : straat . . . . . nr. ....

Postcode :.......... Gemeente : . . . . .

Telefoon : . . . . .

Identiteit van de werkgever (3) : . . . . .

Functie : . . . . .

Inschrijvingsnummer R.S.Z. : . . . . .

Aantal aan de R.S.Z. aangegeven werknemers (arbeiders en bedienden) op 30 juni van het jaar voorafgaand aan de toetreding : . . . . . 2. Invoering van de regeling arbeid-opleiding 2.1. Beknopte beschrijving van de opleiding die zal worden verschaft in de onderneming. . . . . . . . . . . . . . . . 2.2. Te verduidelijken - De periode(s) van het jaar waarin de regeling arbeid-opleiding zal worden toegepast : . . . . . . . . . . - De duur van de opleidingsmodule(s) (in uren) : . . . . . - De categorieën van arbeiders waarop de regeling van toepassing is : . . . . . . . . . . . . . . . 3. Geldigheidsduur van de toetredingsakte Deze toetredingsakte is geldig van ......................... tot ......................... (4) 4. Bijkomende verklaringen 4.1. De ondergetekende bevestigt : - dat er in de onderneming geen vakbondsafvaardiging bestaat; - dat de raadplegingsprocedure van de arbeiders van de onderneming werd toegepast overeenkomstig de bepalingen van artikel 90 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 en afdeling 2 van de uitvoeringsovereenkomst van 18 september 1997. 4.2. De ondergetekende verbindt zich ertoe : - de regeling toe te passen overeenkomstig de bepalingen van titel II - hoofdstuk II van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, tot organisatie van de regelingen ter bevordering van de tewerkstellingen in 1997 en 1998, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 20 oktober 1999 (Belgisch Staatsblad van 16 december 1999) en van de uitvoeringsovereenkomst van 18 september 1997; - het document dat de effectieve spreiding van de arbeids- en opleidingsdagen bevat vóór de effectieve toepassing van de regeling op te stellen en te bewaren op de plaats waar het arbeidsreglement kan worden geraadpleegd. 5. Bijlagen Ondergetekende voegt aan deze toetredingsakte, ......................... documenten als bijlage bij waaronder : - Het register voor opmerkingen dat ter beschikking van de arbeiders werd behouden tijdens de raadplegingsperiode bedoeld in hierboven vermeld punt 4.1; - . . . . . - . . . . .

Ik bevestig op mijn eer dat deze verklaring getrouw en volledig is.

Opgemaakt te ........................., op ......................... (Handtekening en identiteit van de werkgever of zijn afgevaardigde). (1) Dit model van toetredingsakte kan slechts worden gebruikt door de bouwondernemingen die minder dan 50 werknemers tewerkstellen op 30 juni van het aan de toetreding voorafgaande jaar en die geen vakbondsafvaardiging hebben.(2) Datum waarop de toetredingsakte in de onderneming wordt getekend.(3) Of van zijn afgevaardigde.De identiteit die hier wordt vermeld, moet overeenstemmen met die van de ondertekenaar op het einde van het formulier. (4) De uiterste geldigheidsdatum van de toetredingsakte is 31 december 1998. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juni 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve toetredingsovereenkomst tot de regeling arbeid-opleiding Collectieve arbeidsovereenkomst van ......................... (1) houdende toetreding van de onderneming ......................... tot titel II - hoofdstuk II afdeling 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 Deze toetredingsovereenkomst moet behoorlijk ingevuld, gedateerd en ondertekend, in dubbel exemplaar (origineel en een door de werkgever voor eensluidend verklaarde kopie), voor goedkeuring door het beperkt comité van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf worden verstuurd naar : De voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf Fonds voor Vakopleiding in de Bouw Koningsstraat 45 1000 Brussel

Artikel 1.Deze collectieve toetredingsovereenkomst wordt gesloten tussen : - De onderneming : . . . . .

Woonplaats of sociale zetel : straat . . . . . nr .....

Postcode : .......... Gemeente : . . . . .

Telefoon : . . . . .

Inschrijvingsnummer R.S.Z. : . . . . .

Aantal aan de R.S.Z. aangegeven werknemers (arbeiders en bedienden) op 30 juni van het aan de toetreding voorafgaande jaar : .........................

Vertegenwoordigd door : . . . . . . . . . . (naam en functie) - en de volgende representatieve vakorganisaties (2) : - De Christelijke Centrale der Houtbewerkers en Bouwvakarbeiders, vertegenwoordigd door : . . . . . . . . . . (naam en functie) - De Algemene Centrale, vertegenwoordigd door : . . . . . . . . . . (naam en functie) - De A.C.L.V.B., vertegenwoordigd door : . . . . . . . . . . (naam en functie)

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de onderneming bedoeld in artikel 1 en op de arbeiders die zij tewerkstelt.

Art. 3.Deze overeenkomst heeft tot doel toe te treden tot de regeling arbeid-opleiding zoals georganiseerd bij titel II - hoofdstuk II - afdeling 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst tot bevordering van de tewerkstelling in 1997 en 1998 die op 15 mei 1997 werd gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

Art. 4.De werkgever zal de regeling bedoeld in artikel 3 van deze overeenkomst toepassen met inachtneming van de bepalingen van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 en van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 september 1997 ter uitvoering van de regeling arbeid-opleiding.

Invoering van de regeling arbeid-opleiding - Beknopte beschrijving van de opleiding die zal worden afgeschaft in de onderneming. . . . . . . . . . . . . . . . - Te verduidelijken De periode(s) van het jaar waarin de regeling arbeid-opleiding zal worden toegepast : . . . . .

De duur van de opleidingsmodule(s) (in uren) : . . . . .

De categorieën van arbeiders waarop de regeling van toepassing is : . . . . . . . . . . . . . . .

Art. 5.Een kopie van het bij artikel 47 van de kaderovereenkomst bedoelde document dat de effectieve spreiding van de arbeids- en opleidingsdagen bevat, moet worden bewaard op de plaats waar het arbeidsreglement van de onderneming kan worden geraadpleegd.

Art. 6.Deze collectieve toetredingsovereenkomst treedt in werking op .............................. en verstrijkt op .............................. (3) Deze overeenkomst is gesloten onder voorbehoud van goedkeuring door het beperkt comité van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.

De ondertekenende partijen : - Voor de onderneming : . . . . . (naam) . . . . . (functie) . . . . . (handtekening) - Voor elk van de vakorganisaties : . . . . . (naam) . . . . . (functie) . . . . . (handtekening) (1) Datum waarop de toetredingsovereenkomst in de onderneming wordt ondertekend.(2) Deze overeenkomst moet worden ondertekend door een vertegenwoordiger van elk van de vakorganisaties die zitting hebben in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en die vertegenwoordigd zijn in de vakbondsafvaardiging van de onderneming.Bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging moet de overeenkomst worden ondertekend door een vertegenwoordiger van minstens 2 vakorganisaties die zitting hebben in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en die het meest representatief zijn voor het arbeiderspersoneel van de onderneming. (3) De uiterste geldigheidsdatum van de toetredingsovereenkomst is 31 december 1998. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 juni 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX