gepubliceerd op 31 juli 2017
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten
21 JULI 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 17/09/2002 numac 2002011312 bron ministerie van economische zaken Wet houdende diverse bepalingen betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen type wet prom. 22/08/2002 pub. 10/09/2002 numac 2002022684 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende maatregelen inzake gezondheidszorg sluiten en bij de wet van 29 maart 2012;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen, gegeven op 6 december 2016;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 februari 2017;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 10 maart 2017;
Gelet op het advies nr. 61.694/2 van de Raad van State, gegeven op 11 juli 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Zelfstandigen, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 15, 1° van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, wordt vervangen als volgt: "1° de personen die de hoedanigheid van gerechtigde in de zin van artikel 3 verwierven onder de voorwaarden bepaald in artikel 205, § 1 en § 6 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996.
Als de vroegere volbrenging van een wachttijd is vereist of als overeenkomstig artikel 205, § 1, 5°, 6° en 7° van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 een welbepaald tijdvak wordt gelijkgesteld met de volbrenging van de wachttijd, wordt rekening gehouden met de duur van de wachttijd bedoeld in artikel 14;".
Art. 2.Artikel 16 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 7 juni 1991 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 januari 2003, wordt vervangen als volgt : "
Art. 16.Wanneer iemand niet gerechtigde is geweest ten aanzien van het stelsel van de werknemers gedurende de duur die noodzakelijk is voor het volbrengen van de in voornoemd stelsel opgelegde wachttijd, wordt het tijdvak, waarover hij aan dit stelsel was onderworpen, afgetrokken van de krachtens artikel 14 opgelegde wachttijd, op voorwaarde dat er geen termijn van meer dan dertig dagen verstreken is tussen het verlies van de hoedanigheid van gerechtigde in dit laatste stelsel en het verwerven van de hoedanigheid van gerechtigde in de zin van artikel 3.".
Art. 3.Artikel 18, tweede lid van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 november 1977, wordt vervangen als volgt : "Het in dit artikel bepaalde tijdvak van dertig dagen wordt, in voorkomend geval, verlengd met maximum zes maanden ten gunste van de gewezen zelfstandige die uiterlijk de dertigste dag na het verlies van de hoedanigheid van gerechtigde in de zin van dit besluit, gerechtigde is geworden in de zin van artikel 86, § 1, 1° van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 en gerechtigde in deze laatste hoedanigheid bleef tot de dag vóór de aanvang van zijn arbeidsongeschiktheid.".
Art. 4.Artikel 98 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 januari 2003, wordt aangevuld met de volgende zin: "Voor de toepassing van artikel 18, tweede lid, wordt het tijdvak van dertig dagen bedoeld in het eerste lid van voormeld artikel echter verlengd met maximum drie maanden en niet met maximum zes maanden.".
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 mei 2017 en is van toepassing op de arbeidsongeschiktheden, de periodes van moederschapsrust en de periodes van omzetting van de moederschapsrust in geval van overlijden van de moeder die aanvatten vanaf 1 mei 2017, in zoverre deze bepalingen de voormelde risico's betreffen.
Art. 6.De minister bevoegd voor sociale zaken en de minister bevoegd voor zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 juli 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De Minister van Zelfstandigen, W. BORSUS