gepubliceerd op 25 augustus 2014
Koninklijk besluit betreffende de aangemelde instanties gemachtigd om, als derde partijen, taken uit te voeren die deel uitmaken van de procedure voor de beoordeling en de verificatie van de prestatiebestendigheid van bouwproducten
21 JULI 2014. - Koninklijk besluit betreffende de aangemelde instanties gemachtigd om, als derde partijen, taken uit te voeren die deel uitmaken van de procedure voor de beoordeling en de verificatie van de prestatiebestendigheid van bouwproducten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 21 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/12/2013 pub. 20/01/2014 numac 2014011012 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot uitvoering van de Verordening Nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad, en tot opheffing van diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van de verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad, en tot opheffing van diverse bepalingen, de artikelen 5 en 9;
Gelet op de adviezen van de Technische Commissie van de Bouw, gegeven op 10 januari 2012 en op 17 februari 2014;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 13 maart 2014;
Gelet op het advies 56.245/1 van de Raad van State, gegeven op 28 mei 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat in artikel 43 van de verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad, nieuwe eisen zijn ingevoerd in verband met aangemelde instanties waardoor ook de eisen voor de aanmelding in lijn hiermee moeten gebracht worden;
Op de voordracht van de Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "verordening (EU) nr.305/2011" : verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad; 2° "aanmeldende instantie" : Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 3° "aangemelde instantie" : een instantie aangemeld bij de Europese Commissie van de Europese Unie om, als derde partij, taken uit te voeren die deel uitmaken van de procedure voor de beoordeling en de verificatie van de bestendigheid van de prestaties in het kader van de verordening (EU) nr.305/2011; 4° "toepassingsdomein" : de reikwijdte van de activiteiten waarvoor de instantie krachtens artikel 48, derde lid, van de verordening (EU) nr. 305/2011 aangemeld is; 5° "systeem" : systeem van beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties hetwelk in bijlage V van de verordening (EU) nr.305/2011 vastgelegd is; 6° "taken betreffende de geharmoniseerde technische specificatie" : activiteiten van beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties, naargelang het systeem van beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties en die de betrokken specifieke geharmoniseerde technische specificatie betreffen;7° "accreditatienorm" : geharmoniseerde norm, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, en bestemd voor accreditatiedoeleinden van de aangemelde instanties;8° "toepassingsdomein van de accreditatie" : de reikwijdte van de activiteiten van conformiteitsbeoordeling die gespecificeerd zijn in een technische bijlage aan het certificaat van de accreditatie;9° "klacht" : formele actie ondernomen door de Europese Commissie, een aanmeldende instantie, een binnenlandse of buitenlandse overheid, een aangemelde instantie, een fabrikant of eender welke belanghebbende partij betreffende een vermoeden van gebrekkige werking of inbreuk vanwege de aangemelde instantie ten aanzien van de bepalingen van dit besluit;10° "bewijs van accreditatie" : attest van accreditatie afgeleverd door de accreditatie-instantie, waarvan sprake in artikel 4, eerste lid. HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied
Art. 2.Dit besluit is van toepassing op de aangemelde instanties die, als derde partijen, taken uitvoeren die deel uitmaken van de procedure voor de beoordeling en de verificatie van de bestendigheid van de prestaties van bouwproducten in het kader van de verordening (EU) nr. 305/2011. HOOFDSTUK 3. - Eisen met betrekking tot de bekwaamheid van de aangemelde instanties
Art. 3.Benevens aan de vereisten die reeds volgen uit de artikelen 43, 45, 46, 52 en 53 van de verordening (EU) nr. 305/2011 voldoen de activiteiten, de organisatie en de werking van de aangemelde instanties tevens aan de hierna vermelde vereisten.
Art. 4.De aangemelde instantie is geaccrediteerd volgens titel 2 van het boek VIII van het Wetboek van economisch recht, tenzij in de gevallen van artikel 7 van de verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 339/93, waarbij de aangemelde instantie beroep moet doen op een nationale accreditatie-instantie van een andere lidstaat.
De aangemelde instantie moet kunnen aantonen dat ze door de accreditatie-instantie op de door deze laatste gezette tijdstippen geëvalueerd is overeenkomstig : 1° de bijkomende eisen van de artikelen 3 en 7 van dit besluit ten aanzien van de toepasselijke accreditatienormen, voor zover de toepasselijke accreditatienormen deze eisen bestrijken;2° de leidraden met betrekking tot accreditatie met het oog op aanmelding vastgesteld door de Coördinatiecommissie overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 31 januari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 31/01/2006 pub. 03/02/2006 numac 2006011052 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot oprichting van het BELAC accreditatiesysteem van instellingen voor de conformiteitsbeoordeling sluiten tot oprichting van het BELAC accreditatiesysteem van instellingen voor de conformiteitsbeoordeling.
Art. 5.De aangemelde instantie is voor de taken betreffende de geharmoniseerde technische specificatie, waarvoor ze aangemeld is, geaccrediteerd overeenkomstig de accreditatienorm die overeenstemt met het systeem voor beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid, dat vastgelegd is in bijlage V van de verordening (EU) nr. 305/2011.
Tenzij anders vastgelegd in de instructies waarvan sprake in artikel 7, zijn de overeenstemmende accreditatienormen de volgende : 1° EN 45011 tot 15 september 2015 of EN ISO/IEC 17065 voor de systemen 1+, 1 en 2+;2° EN ISO/IEC 17025 of, indien relevant, ISO/IEC EN 17020 voor het systeem 3. Indien van toepassing, doet de aangemelde instantie uitsluitend beroep op een geaccrediteerde onderaannemer of dochteronderneming ingeval deze laatste taken uitvoert betreffende de verificatie van de bestendigheid van de prestaties.
Onverminderd artikel 6, zijn de taken van beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid betreffende de geharmoniseerde technische specificatie, uitgevoerd door een aangemelde instantie, beperkt tot de activiteiten van conformiteitsbeoordeling in het kader van de desbetreffende geharmoniseerde technische specificatie en gedekt door de accreditatie.
Art. 6.§ 1. De aangemelde instantie die als gevolg van de artikelen 36 en 38 van de verordening (EU) nr. 305/2011, de geëigende technische documentatie of de specifieke technische documentatie verifieert in het kader van een geharmoniseerde technische specificatie, is geaccrediteerd als instantie voor productcertificering voor de desbetreffende geharmoniseerde technische specificatie.
Deze activiteiten vereisen echter geen specifieke accreditatie, tenzij de instructies waarvan sprake in artikel 7 de accreditatiecriteria vastleggen voor de toepassing van de vereenvoudigde procedure. § 2. De aangemelde instantie of haar onderaannemers en dochterondernemingen die in het kader van een test aangegeven in een geharmoniseerde technische specificatie een activiteit uitvoert of controleert zoals beschreven in artikel 46 van de verordening (EU) nr. 305/2011 : 1° is geaccrediteerd voor het zelf uitvoeren van die test als testlaboratorium ingeval van de systemen 1+, 1 of 3, of, 2° is geaccrediteerd als instantie voor productcertificering voor de desbetreffende geharmoniseerde technische specificatie ingeval van de systemen 1+ en 1. De uitvoering of controle van die activiteit vereist echter geen specifieke accreditatie, tenzij de instructies waarvan sprake in artikel 7 de accreditatiecriteria daarvoor vastleggen. § 3. In het kader van de systemen 1+, 1 en 3 mag een aangemelde instantie berekeningen uitvoeren of controleren met betrekking tot een essentieel kenmerk van een geharmoniseerde technische specificatie, als alternatieve methode voor de beoordeling van de prestaties van bouwproducten, enkel ingeval dat : 1° de voorschriften van de geharmoniseerde technische specificatie dergelijke berekeningen voorzien en ze nageleefd worden, en, 2° de instantie beschikt over een procedure die ze implementeert en die de kwalificatie van het personeel, de validatie en het gebruik van de gegevens, van de software en van de berekeningsresultaten beschrijft, tenzij anders vastgelegd in de instructies waarvan sprake in artikel 7, voert de aangemelde instantie of haar onderaannemers en dochterondernemingen deze activiteit uit onder accreditatie.
Art. 7.De aangemelde instantie houdt zich aan de instructies van de directeur-generaal van de aanmeldende instantie uitgevaardigd met betrekking tot dit besluit. De directeur-generaal van de aanmeldende instantie legt deze instructies vast na advies van de Technische Commissie van de Bouw en na advies van de accreditatie-instantie, indien relevant. HOOFDSTUK 4. - Procedure van aanmelding
Art. 8.Onverminderd artikel 4 en de procedurevoorschriften die reeds volgen uit de artikelen 47, 48 en 50 van de verordening (EU) nr. 305/2011, verloopt de procedure van aanmelding of van wijziging van aanmelding overeenkomstig de hierna volgende regels.
De aanmeldingsaanvraag wordt onderzocht door de aanmeldende instantie.
Dit onderzoek is gesteund op de aanvraag, de gevoegde stavingstukken en op iedere beschikbare informatie.
De aanmeldende instantie onderzoekt de ontvankelijkheid en volledigheid van het aanvraagdossier en stelt de aanvrager hiervan in kennis. In voorkomend geval deelt zij hem mee welke stukken en inlichtingen nog ontbreken.
Art. 9.De aanvrager levert voor de taken betreffende de geharmoniseerde technische specificatie, waarvoor ze een aanmelding wenst, het bewijs van accreditatie.
De met de taken overeenstemmende activiteiten van conformiteitsbeoordeling vermeld in het toepassingsdomein van de accreditatie gelden als bewijs van accreditatie voor de geharmoniseerde technische specificatie.
Art. 10.Na de vaststelling van de volledigheid van het dossier zendt de aanmeldende instantie het aanvraagdossier voor advies naar de Technische Commissie van de Bouw, vergezeld van een ontwerp van beslissing, waarbij de reikwijdte is vastgesteld in overeenstemming met het toepassingsdomein van de accreditatie.
Art. 11.§ 1. Na het advies van de Technische Commissie van de Bouw en uiterlijk zes weken na de vaststelling van de volledigheid van het aanvraagdossier neemt de directeur-generaal van de aanmeldende instantie een beslissing om al dan niet de instantie aan te melden bij de Europese Commissie. § 2. Ingeval van een negatieve beslissing wordt deze door de aanmeldende instantie onverwijld ter kennis gebracht van de betrokken instantie. § 3. Ingeval van een positieve beslissing deelt de aanmeldende instantie aan de Europese Commissie de gegevens mee van de instantie.
Overeenkomstig artikel 48, vijfde lid, van de verordening (EU) nr. 305/2011, neemt deze aanmelding slechts uitwerking twee weken na de aanmelding bij de Europese Commissie, voor zover er door de Europese Commissie of de andere lidstaten geen bezwaren werden ingediend.
Na het verstrijken van de voormelde termijn, wordt de betrokken instantie door de aanmeldende instantie in kennis gesteld van de beslissing en van het feit of er al dan niet bezwaren werden ingediend door de Europese Commissie of de andere lidstaten.
Ingeval er bezwaren werden ingediend door de Europese Commissie of een andere lidstaat, behandelt de aanmeldende instantie deze als een klacht overeenkomstig artikel 14 van dit besluit, indien relevant. In afwachting van de afhandeling van de klacht en van het advies van de Europese Commissie terzake wordt de aanmelding uitgesteld.
Art. 12.De aanmelding is van onbepaalde duur en blijft geldig zolang de aangemelde instantie blijft voldoen aan de bepalingen van de verordening (EU) nr. 305/2011, van voormelde wet en dit besluit.
De aangemelde instantie mag de taken, als derde partij, zoals bedoeld in artikel 2, uitsluitend uitvoeren in het toepassingsdomein waarvoor zij is aangemeld. HOOFDSTUK 5. - Toezicht, wijziging van de aanmelding en klachten
Art. 13.Indien op initiatief van de accreditatie-instantie of op vraag van de aangemelde instantie, het toepassingsdomein van de accreditatie beperkt wordt, niet verlengd of ingetrokken wordt, dan wordt ambtshalve het toepassingsdomein van de aanmelding respectievelijk deels of geheel ingetrokken.
Ingeval het toepassingsdomein van de accreditatie deels of geheel geschorst is, wordt het toepassingsdomein van de aanmelding ambtshalve behouden, op voorwaarde dat de accreditatievoorwaarden met betrekking tot de schorsing zijn nageleefd.
De aanmeldende instantie deelt de doorgevoerde wijzigingen in het toepassingsdomein mede aan de aangemelde instantie en aan de Europese Commissie.
Art. 14.§ 1. De bevoegde ambtenaren van de aanmeldende instantie en van de Algemene Directie Economische Inspectie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie zijn belast met de behandeling van klachten overeenkomstig de bepalingen van dit besluit.
Voor de behandeling van de klacht, kunnen de bevoegde ambtenaren beroep doen op een andere overheid, indien zij bevoegd is ter zake. § 2. Indien de inhoud van de klacht verband houdt met de niet-naleving door de aangemelde instantie van de accreditatievoorwaarden, dan zal de aanmeldende instantie de accreditatie-instantie op de hoogte brengen. De accreditatie-instantie leidt het onderzoek en neemt een beslissing ter zake binnen haar bevoegdheid.
In het geval dat de beslissing een impact heeft op het toepassingsdomein past de aanmeldende instantie dit ambtshalve aan. De aanmeldende instantie brengt de aangemelde instantie op de hoogte van de genomen maatregelen, met opgave van de redenen. De aanpassing van het toepassingsdomein wordt aangemeld bij de Europese Commissie. § 3. Indien de inhoud van de klacht geen verband houdt met de niet-naleving door de aangemelde instantie van de accreditatievoorwaarden en de aanmeldende instantie bij de behandeling van de klacht vaststelt dat een aangemelde instantie zich niet houdt aan de bepalingen van dit besluit, brengt de aanmeldende instantie de aangemelde instantie op de hoogte van haar vaststellingen. Deze vaststellingen worden aangevuld met : 1° de vraag naar passende corrigerende maatregelen in verhouding tot de inbreuk;2° de opgave van de termijn binnen dewelke de aangemelde instantie zich in regel moet stellen. Na akkoord met de door de aangemelde instantie voorgestelde corrigerende maatregelen en na verloop van de termijn onderzoekt de aanmeldende instantie de getroffen maatregelen en beslist of ze de klacht kan afsluiten of niet.
Bij een ongunstige beslissing, wordt deze, met opgave van de redenen, door de directeur-generaal aan de betrokken aangemelde instantie medegedeeld.
Ingeval deze beslissing een impact heeft op het toepassingsdomein, dan wint de aanmeldende instantie voorafgaandelijk het advies in van de Technische Commissie van de Bouw en brengt ze in voorkomend geval de Europese Commissie op de hoogte van de aanpassing van het toepassingsdomein.
Art. 15.In het geval dat ten gevolge van artikel 13 of 14 het toepassingsdomein wordt aangepast en de opgeheven activiteiten de verificatie van de bestendigheid van de prestaties betreffen, licht de aangemelde instantie haar klanten in over de stopzetting van de activiteiten en over de mogelijkheden van overdracht naar andere aangemelde instanties. HOOFDSTUK 6. - Markttoezicht en aangemelde instanties
Art. 16.Ingeval de ambtenaren belast met het markttoezicht op het in de handel brengen van de bouwproducten geviseerd door de verordening (EU) nr. 305/2011, bij een marktdeelnemer een onderzoek uitvoeren, kunnen zij beroep doen op een aangemelde instantie voor het verrichten van een specifieke beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties, voor zover de reikwijdte van het onderzoek binnen het toepassingsdomein van de aangemelde instantie valt.
De aangemelde instantie verleent haar medewerking aan het verzoek van de ambtenaren.
De aangemelde instantie rapporteert aan de ambtenaren belast met het markttoezicht, die het onderzoek verder leiden.
Art. 17.Ingeval de ambtenaren belast met het markttoezicht een onderzoek uitvoeren met betrekking tot een bouwproduct, kunnen zij informatie verstrekken over het onderzoek aan de betrokken aangemelde instantie die taken uitgevoerd heeft betreffende de verificatie van de bestendigheid van de prestaties bij de fabrikant van het betrokken bouwproduct, voor zover deze informatie verband houdt met de uitgevoerde taken.
De aangemelde instantie vraagt, indien nodig, aan de fabrikant dat hij de gepaste corrigerende maatregelen neemt. Na de evaluatie van deze maatregelen, rapporteert de aangemelde instantie aan de ambtenaren belast met het markttoezicht, die het onderzoek verder leiden. HOOFDSTUK 7. - Slotbepaling
Art. 18.De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 juli 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE