Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 december 2006
gepubliceerd op 06 februari 2007

Koninklijk besluit betreffende de integratie van de bijzondere graden van niveau 1 bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten in de loopbaan van niveau A

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2007022109
pub.
06/02/2007
prom.
21/12/2006
ELI
eli/besluit/2006/12/21/2007022109/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit betreffende de integratie van de bijzondere graden van niveau 1 bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten in de loopbaan van niveau A


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, bekrachtigd bij de wet van 12 december 1997, inzonderheid op artikel 21, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 maart 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten die behoren tot niveau 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 maart 1998 betreffende de hiërarchische indeling van de bijzondere graden waarvan de personeelsleden van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten titularis kunnen zijn;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 maart 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 april 2003;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten gegeven op 11 april 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 mei 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 10 augustus 2005;

Gelet op het protocol van het sectorcomité XX van 21 december 2005;

Gelet op het advies van het College van de Openbare instellingen van Sociale Zekerheid gegeven op 24 maart 2006;

Gelet op het advies 40624/3 van de Raad van State, gegeven op 20 juni 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten wordt de graad van actuaris geschrapt. § 2. Bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten worden de volgende graden afgeschaft : 1° administrateur generaal;2° adjunct-administrateur generaal.

Art. 2.§ 1. In afwijking van artikel 4, § 1, eerste tot derde lid, van het besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, worden de ambtenaren die op 1 december 2004 titularis zijn van één van de geschrapte of afgeschafte graden die hierna in kolom 1 zijn opgenomen, bekleed met een weddenschaal die in kolom 2 is opgenomen, ambtshalve benoemd in de klasse die in kolom 3 is opgenomen, bezoldigd in de weddenschaal die in kolom 4 is opgenomen en dragen ze de titel hier tegenover vermeld in kolom 5.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De klasseanciënniteit van de ambtenaren, benoemd in toepassing van § 1, is gelijk aan de graadanciënniteit welke verkregen was op 1 december 2004 in de graad waarvan ze titularis waren.

De anciënniteit verkregen in niveau 1 wordt geacht verkregen te zijn in niveau A. § 3. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 4. In afwijking van § 1, en in voorkomend geval, behouden de ambtenaren het voordeel van de weddenschaal van de graad waarmee ze waren bekleed, voor zover deze gunstiger is.

Art. 3.De ambtenaren voorheen bekleed met de graad van actuaris en bezoldigd in de weddenschaal 10E die op 30 november 2004 tenminste achttien jaar graadanciënniteit tellen, bekomen de hierna vermelde weddenschaal, op de eerste dag van de maand volgend op de datum van hun inschrijving voor een gecertificeerde opleiding, voor zover ze erin geslaagd zijn en ze op dat ogenblik geen gunstiger regeling genieten. 30.188,87 - 42.897,20 31 x 668,83 82 x 1.337,73 Kl. 24 j. - Niv A - G.B.

Art. 4.De bepalingen bedoeld in de artikelen 227 tot 230 van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel zijn van toepassing op de ambtenaren waarvan de geschrapte graad geïntegreerd werd in overeenstemming met artikel 2 van dit besluit.

Art. 5.Worden opgeheven : - het koninklijk besluit van 2 maart 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten die behoren tot niveau 1; - het koninklijk besluit van 2 maart 1998 betreffende de hiërarchische indeling van de bijzondere graden waarvan de personeelsleden van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten titularis kunnen zijn; - het koninklijk besluit van 2 maart 1998 tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 4 april 2003.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2004.

Art. 7.Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Pensioenen, B. TOBBACK

^