gepubliceerd op 05 januari 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
21 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde
VERSLAG AAN DE KONING Sire, De bepalingen inzake btw die thans van toepassing zijn op radio- en televisieomroepdiensten en op diensten die langs elektronische weg worden verricht, overeenkomstig artikel 9 van de zesde btw-richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977, zoals gewijzigd bij de richtlijn 2002/38/EG van de Raad van 7 mei 2002, zijn toereikend om die diensten waarvan binnen de Gemeenschap gebruik wordt gemaakt, op passende wijze te belasten en concurrentieverstoringen op dat gebied te voorkomen.
Artikel 26quater, ingevoegd in de zesde richtlijn bij de richtlijn 2002/38/EG, stelt bovendien een tijdelijke bijzondere regeling in voor niet in de Gemeenschap gevestigde belastingplichtigen die elektronische diensten verrichten voor niet-belastingplichtigen, teneinde het hen eenvoudiger te maken hun belastingverplichtingen te voldoen.
Deze bepalingen werden omgezet in nationaal recht door de artikelen 18, § 1, tweede lid, 16°, 21, § 3, 7°, j en k en 21, § 3, 9°, van het Btw-Wetboek wat radio- en televisieomroepdiensten betreft, door de artikelen 21, § 3, 10°, en 55, § 1, eerste lid, van het Btw-Wetboek wat de afwijking in verband met de in artikel 58bis bedoelde bijzondere regeling betreft en door artikel 58bis van het Btw-Wetboek.
De regeling die aldus werd ingesteld verstrijkt evenwel op 31 december 2006.
Door het trage tempo van het wetgevingsproces van de lidstaten in de Raad, is de Commissie van mening dat een verlenging van de regeling tot eind 2008 nodig is.
De aanneming op lange termijn door de Raad van de voorstellen van de Commissie betreffende de plaats van levering van diensten en de vereenvoudiging van de btw-verplichtingen zal inhouden dat de doelstellingen van de richtlijn 2002/38/EG worden verwezenlijkt.
Deze verlenging is dus nodig om de goede werking van de interne markt te verzekeren en op een progressieve manier distorsies weg te werken.
Op de Ecofin Raad van 28 november 2006 heeft de Raad beslist deze regeling te verlengen voor een periode van 2 jaar die verstrijkt op 31 december 2008.
Krachtens artikel 109, tweede lid, van het Btw-Wetboek kan de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de toepassing van de bepalingen die de richtlijn 2002/38/EG in nationaal recht hebben omgezet verlengen.
Artikel 1 van onderhavig besluit verlengt bijgevolg tot 31 december 2008 de periode waarin de regeling met betrekking tot diensten die langs elektronische weg worden verricht en met betrekking tot radio- en televisieomroepdiensten kan worden toegepast.
Deze maatregel brengt geen negatieve budgettaire weerslag mee.
Genomen in uitvoering van artikel 109, tweede lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, heeft bijgevoegd besluit het overleg in de Ministerraad van 21 december 2006 vereist.
Overwegende dat het noodzakelijk is een juridisch vacuüm te vermijden dat zou worden teweeggebracht door het niet verlengen van artikel 109, eerste lid, van het Btw-Wetboek en dat bijgevolg onderhavige bepaling op 1 januari 2007 in werking dient te treden, werd, op grond van artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, het advies van de Raad van State niet aangevraagd.
Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS
21 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 109, eerste lid, hersteld bij de wet van 22 april 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 2006;
Overwegende dat de richtlijn 2002/38/EG van de Raad van 7 mei 2002, voor een gedeelte tijdelijk, de richtlijn 77/388/EEG wijzigt met betrekking tot de regeling inzake de belasting over de toegevoegde waarde die van toepassing is op bepaalde diensten die langs elektronische weg worden verricht alsook op radio- en televisieomroepdiensten;
Overwegende dat de richtlijn 2006/58/EG van de Raad van 27 juni 2006 de toepassingsduur heeft verlengd van de regeling inzake de belasting over de toegevoegde waarde van de richtlijn 2002/38/EG van de Raad van 7 mei 2002 tot 31 december 2006;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 december 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 21 december 2006;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het noodzakelijk is een juridisch vacuüm te vermijden dat zou worden teweeggebracht door het niet verlengen van artikel 109, eerste lid, van het Btw-Wetboek;
Overwegende dat bijgevolg onderhavige bepaling op 1 januari 2007 in werking dient te treden;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 109, eerste lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, hersteld bij de wet van 22 april 2003 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 2006, worden de woorden "tot 31 december 2006" vervangen door de woorden "tot 31 december 2008".
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2007.
Art. 3.Onze Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 december 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1969, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969. Wet van 22 april 2003, Belgisch Staatsblad van 13 mei 2003.
Koninklijk besluit van 6 juli 2006, Belgisch Staatsblad van 17 juli 2006.
Gecoördineerde wetten op de Raad van State, koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.
Wet van 4 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 25 juli 1989.
Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996.