gepubliceerd op 23 januari 2023
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 60 jaar, in het kader van de zware beroepen met een beroepsloopbaan van 33 jaar , met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder de witzandexploitaties (1)
21 AUGUSTUS 2022. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 60 jaar, in het kader van de zware beroepen met een beroepsloopbaan van 33 jaar (voor de periode van 1 juli 2021 tot 30 juni 2023), met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder de witzandexploitaties (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 60 jaar, in het kader van de zware beroepen met een beroepsloop baan van 33 jaar (voor de periode van 1 juli 2021 tot 30 juni 2023), met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder de witzandexploitaties.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 augustus 2022.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2021 Invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 60 jaar, in het kader van de zware beroepen met een beroepsloopbaan van 33 jaar (voor de periode van 1 juli 2021 tot 30 juni 2023), met uitzondering van de ondernemingen die ressorteren onder de witzandexploitaties (Overeenkomst geregistreerd op 7 maart 2022 onder het nummer 170853/CO/102.06)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de grint- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, de witzandexploitaties uitgezonderd.
Met "werknemers" worden de werklieden en werksters bedoeld.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 09/05/2007 numac 2007000350 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van sommige kiesverrichtingen voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers op 10 juni 2007 type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007) tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 151 van 15 juli 2021, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vaststelling, voor de periode van 1 juli 2021 tot 30 juni 2023, van de voorwaarden voor de toekenning van een bedrijfstoeslag in het kader van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die 20 jaar hebben gewerkt in een regeling van nachtarbeid, die hebben gewerkt in een zwaar beroep of die hebben gewerkt in het bouwbedrijf en arbeidsongeschikt zijn.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.
Kunnen aanspraak maken op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, de werknemers : 1° die worden ontslagen, behalve om een dringende reden in de zin van de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten, tussen 1 juli 2021 en 30 juni 2023, en die;2° de leeftijd van 60 jaar of ouder hebben bereikt op het einde van de arbeidsovereenkomst en tijdens de periode van 1 juli 2021 en 30 juni 2023, en die;3° recht hebben op werkloosheidsuitkeringen, en die;4° op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van ten minste 33 jaar als loontrekkende kunnen rechtvaardigen en gewerkt hebben in een zwaar beroep. Van deze 33 jaar moeten : a) ofwel minstens 5 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen.Deze periode van 5 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 10 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, voor het einde van de arbeidsovereenkomst; b) ofwel minstens 7 jaar, gerekend van datum tot datum, een zwaar beroep behelzen.Deze periode van 7 jaar moet gelegen zijn in de loop van de laatste 15 kalenderjaren, gerekend van datum tot datum, voor het einde van de arbeidsovereenkomst.
Wordt als "zwaar beroep" beschouwd : a) het werk in wisselende ploegen, meer bepaald de ploegenarbeid in minstens twee ploegen van minstens twee werknemers, die hetzelfde werk doen, zowel qua inhoud als qua omvang en die elkaar in de loop van de dag opvolgen zonder dat er een onderbreking is tussen de opeenvolgende ploegen en zonder dat de overlapping meer bedraagt dan één vierde van hun dagtaak, op voorwaarde dat de werknemer van ploegen alterneert;b) het werk in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.46 gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990; c) het werk in onderbroken diensten waarbij de werknemer permanent werkt in dagprestaties waarvan de begintijd en de eindtijd minimum 11 uur uit elkaar liggen met een onderbreking van minstens 3 uur en minimumprestaties van 7 uur.Onder "permanent" verstaat men : dat de onderbroken dienst de gewone arbeidsregeling van de werknemer vormt en dat hij niet occasioneel in een dergelijke dienst wordt tewerkgesteld.
Art. 3.De bedrijfstoeslag ingesteld in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, is een brutobedrag, vóór sociale en/of fiscale afhoudingen.
De aftrek van de persoonlijke socialezekerheidsbijdragen voor de berekening van de bedrijfstoeslag van de werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt berekend op 100 pct. van het brutoloon.
Art. 4.a) Voor de werknemers die gebruik maken van het recht op een landingsbaan zoals bepaald in artikelen 8 en 22 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 en overstappen van een landingsbaan naar werkloosheid met bedrijfstoeslag, zal de bedrijfstoeslag berekend worden op basis van een voltijdse arbeidsprestatie. b) De werknemers van 50 jaar of ouder die gebruik hebben gemaakt van een recht op vermindering van prestaties zoals voorzien in artikel 9, § 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.77bis blijven verder genieten van de toepassing van deze paragraaf.
Art. 5.Het bedrag van de bedrijfstoeslag wordt gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de toepassingsmodaliteiten inzake de werkloosheidsuitkeringen, zoals is bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad.
Art. 6.In afwijking van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, wordt voor de berekening van het netto referteloon, de eindejaarspremie meegerekend.
Hiertoe wordt het bruto maandloon verhoogd met 8,33 pct.
Vanaf 1 juli 2021 wordt de bruto aanvullende vergoeding nogmaals verhoogd met een forfaitair bedrag, vastgesteld op 108,12 EUR.
Art. 7.Vanaf 1 juli 2021 wordt dit forfaitair bedrag op 167,38 EUR gebracht en dit tot de 60ste verjaardag voor werknemers die ingevolge ontslag wegens herstructurering of bedrijf in moeilijkheden op een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag worden gesteld tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Deze bedragen worden eenmaal per collectieve arbeidsovereenkomst periode geïndexeerd.
Art. 8.Ter financiering van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt 1,50 pct. van de onbegrensde brutolonen aan het sociaal fonds, uitsluitend aangewend voor de financiering van de bijkomende vergoeding (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad), gestort.
De aanvullende vergoedingen van de verschillende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag zijn ten laste van het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" op voorwaarde dat : - een anciënniteit in de sector van minimum 3 jaren in de loop van de laatste 5 jaar onmiddellijk voorafgaand aan de datum van aanvraag; - voor deze werklieden die de leeftijd van 60 jaar zullen bereiken of bereikt hebben en die 3 jaar in het buitenland in de grindactiviteit werken op verzoek van de Belgische werkgever, wordt de periode als gelijkgestelde periode beschouwd; - in de loop van de laatste 6 jaar geen vergoedingen ontvangen hebben uit één van de luiken van het sociaal beleidsplan van het sociaal comité ten laste van het Grindfonds, zoals gepubliceerd in het Grindblad.
Indien niet aan deze voorwaarden voldaan is, blijft het recht op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag bestaan; maar dan zijn de aanvullende vergoedingen ten laste van de laatste werkgever zelf.
Art. 9.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, wordt het recht op bedrijfstoeslag toegekend aan de werknemers die ontslagen werden in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de vorige werkgever, wanneer deze werknemers het werk als loontrekkende hervatten bij een andere werkgever dan die welke hen ontslagen heeft en die niet behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.
Het recht op bedrijfstoeslag toegekend aan de werknemers die ontslagen zijn in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt eveneens behouden ten laste van de vorige werkgever in geval van uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit, op voorwaarde dat deze activiteit niet uitgeoefend wordt voor rekening van de werkgever die hen ontslagen heeft of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen ontslagen heeft.
De werknemers beoogd in dit artikel behouden het recht op bedrijfstoeslag zodra een einde werd gemaakt aan hun tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of aan de uitoefening van een zelfstandige hoofdactiviteit. Zij leveren in dit geval aan hun vorige werkgever (in de zin van het eerste lid van dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen.
In het geval beoogd in het vorig artikel mogen werknemers geen twee of meer stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag cumuleren. Wanneer zij zich in de omstandigheden bevinden om verscheidene stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag te genieten, behouden zij het recht op het stelsel dat toegekend werd door de werkgever die hen ontslagen heeft (in de zin van het eerste lid van dit artikel).
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2021 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2023.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 augustus 2022.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE