gepubliceerd op 18 mei 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 1996 tot vaststelling van de erkenningsmodaliteiten van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van een bijzondere beroepstitel
21 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 1996 tot vaststelling van de erkenningsmodaliteiten van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van een bijzondere beroepstitel
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, inzonderheid op art. 35sexies, ingevoegd bij de wet van 19 december 1990;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde, inzonderheid op artikelen 3 en 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 februari 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 november 1996 tot vaststelling van de erkenningsmodaliteiten van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van een bijzondere beroepstitel, inzonderheid op de artikelen 10 en 33;
Gelet op het advies van de Raad van de Tandheelkunde, gegeven op 24 januari 2007;
Gelet op het advies 42.261/3 van de Raad van State, gegeven op 27 februari 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 10, § 3, 2°, van het koninklijk besluit van 10 november 1996 tot vaststelling van de erkenningsmodaliteiten van de beoefenaars van de tandheelkunde, houders van een bijzondere beroepstitel, worden de woorden « een billijke vergoeding van de kandidaat » vervangen door de woorden « de vergoeding die door de Minister bevoegd voor de volksgezondheid wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 35sexies van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen ».
Art. 2.In artikel 33, vierde lid, eerste streepje, van hetzelfde besluit worden de woorden « een billijke vergoeding » vervangen door de woorden « de vergoeding die door de Minister bevoegd voor de volksgezondheid wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 35sexies van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen ».
Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 april 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE