20 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende vereenvoudiging van de loopbaan en vaststelling van de hiërarchie van de graden waarvan de ambtenaren van de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden kunnen titularis zijn

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 22 juli 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 37°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 14 september 1994, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995, 39°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995 en artikel 36, vervangen bij het koninklijk besluit van 17 maart 1995;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 februari 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 23 februari 1998;

Gelet op het protocol van 27 april van het Sectorcomite XII - Sociale Zaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De graden waarvan de ambtenaren van de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden met ingang van 1 juli 1993 titularis kunnen zijn, worden vastgesteld overeenkomstig de tabel in bijlage I van dit besluit.

Art. 2.De graden waarvan de ambtenaren van de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden met ingang van 1 januari 1994 titularis kunnen zijn, worden vastgesteld overeenkomstig de tabel in bijlage II van dit besluit.

Art. 3.De bijzondere graden waarvan de ambtenaren van de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden titularis kunnen zijn, worden vastgesteld overeenkomstig de tabel in bijlage III van dit besluit.

Art. 4.§ 1. In afwijking van artikel 20 van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling en de loopbaan van sommige personeelsleden van de rijksbesturen, worden de ambtenaren die titularis zijn van de geschrapte graad van directeur (rang 13) ambtshalve benoemd in de graad van directeur (rang 13). § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van directeur (rang 13) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 13 geacht verricht te zijn in de graad van rang 13. § 3. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 5.§ 1. De ambtenaren die titularis zijn van de geschrapte graad van adjunct-adviseur hoofd van dienst (rang 12) worden ambtshalve benoemd in de graad van adjunct-directeur (rang 13). § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren die in de graad van adjunct-directeur (rang 13) worden benoemd, worden de in aanmerking komende diensten die gepresteerd zijn in een graad van rang 12 geacht verricht te zijn in de graad van rang 13. § 3. De door deze ambtenaren verkregen weddeanciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddeschaal.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum als het koninklijk besluit van 20 november 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden met uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 1993 en ophoudt uitwerking te hebben op 31 december 1993 en van artikel 2 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1994 en ophoudt uitwerking te hebben op 1 februari 1998.

Art. 7.§ 1. Dit besluit vervangt, wat de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden betreft, het koninklijk besluit van 7 november 1989 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van de instellingen van openbaar nut die onder toezicht staan van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Pensioenen titularis kunnen zijn op de datum vermeld in artikel 6. § 2. Het koninklijk besluit van 7 november 1989 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van de instellingen van openbaar nut die onder toezicht staan van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Pensioenen titularis kunnen zijn wordt, wat de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden betreft, opgeheven.

Art. 8.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 september 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

Bijlage I Hiërarchie der graden Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen AFDELING A Administratief personeel Rang 13 Directeur Rang 12 Adjunct-adviseur hoofd van dienst Rang 11 adjunct-adviseur Rang 10 Bestuurssecretaris Rang 27 Eerstaanwezend directiesecretaris Rang 26 Directiesecretaris Rang 24 Bestuurschef Rang 22 Onderbureauchef Rang 20 Opsteller Rang 34 Hoofdklerk Hoofdklerk-typist(e) Rang 32 Eerste klerk Eerstaanwezend klerk-typist(e) Rang 30 Klerk Klerk-typist(e) Rang 43 Eerstaanwezend beambte Rang 42 Telefonist GESCHRAPTE GRADEN Rang 22 Eerstaanwezend directiesecretaris Rang 21 Directiesecretaris Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 20 september 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

Bijlage II Hiërarchie der graden Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen AFDELING A Administratief personeel Rang 12 Adjunct-adviseur-hoofd van dienst Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 20 september 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

Bijlage III Hiërarchie der graden Alfabetische rangschikking van de Nederlandse benamingen AFDELING A Administratief personeel Rang 13 Adjunct-directeur Directeur GESCHRAPTE GRAAD Rang 12 Adjunct-adviseur-hoofd van dienst Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 20 september 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN