gepubliceerd op 26 november 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten
20 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 oktober 1976, inzonderheid op de hoofdstukken II en IV, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 september 1994;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 september 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 7 oktober 1976, Belgisch Staatsblad van 22 oktober 1976.
Koninklijk besluit van 30 september 1994, Belgisch Staatsblad van 3 december 1994.
Bijlage Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder het nummer 44961/CO/145.04
Artikel 1.Het hoofdstuk II - Doel, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 juni 1976, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 oktober 1976, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 30 september 1994, wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Hoofdstuk II - Doel
Art. 6.Het fonds heeft tot doel : a) het innen van de bijdragen nodig voor zijn werking;b) de financiering, de toekenning en de uitkering te verzekeren van aanvullende sociale voordelen vast te stellen bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit, ten voordele van de in artikel 2 bedoelde werklieden;c) de financiering en organisatie van de vakopleiding van de in artikel 2 bedoelde werklieden te verzekeren;d) het toekennen van premies aan de werkgevers bij aanwerving van risicogroepen;e) de terugbetaling aan de in artikel 2 bedoelde werkgevers van bepaalde kosten die zij voor hun werklieden hebben aangegaan krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.» .
Art. 2.Het hoofdstuk IV - Toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst, wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Hoofdstuk IV - Rechthebbenden en voordelen
Art. 13.a) De bij artikel 2 bedoelde werklieden hebben recht op aanvullende sociale voordelen waarvan het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
De uitkering van de aanvullende sociale voordelen mag in geen geval afhankelijk zijn van de storting door de werkgever van de door hem verschuldigde bijdragen. b) De bij artikel 2 bedoelde werklieden genieten een vakopleiding overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.c) Het aanwenden van de werkgeversbijdragen ten voordele van de risicogroepen.d) Aan de in artikel 2 bedoelde werkgevers wordt de aanvullende vergoeding bij sectorieel brugpensioen, met inbegrip van de bijzondere maandelijkse werkgeversbijdrage, terugbetaald overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.e) De in artikel 2 bedoelde werkgevers hebben recht op de terugbetaling van bepaalde kosten die zij voor hun werklieden hebben aangegaan en waarvoor de modaliteiten worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
Art. 14.De toepassingsmodaliteiten van de in uitvoering van artikel 13 hierboven gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten, worden vastgesteld door de in hoofdstuk V bedoelde raad van beheer. »
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en heeft dezelfde geldigheid als die welke zij wijzigt.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 september 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET