Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 oktober 2022
gepubliceerd op 03 november 2022

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten dat beperkende voorwaarden oplegt bij de commercialisering, bij de consumenten, van bepaalde verzekeringsovereenkomsten over multimedia-apparaten

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2022042461
pub.
03/11/2022
prom.
20/10/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 OKTOBER 2022. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten dat beperkende voorwaarden oplegt bij de commercialisering, bij de consumenten, van bepaalde verzekeringsovereenkomsten over multimedia-apparaten


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, artikel 30bis, eerste lid, 1° ;

Gelet op het advies van de Bijzondere raadgevende commissie Verbruik, gegeven op 15 juli 2022;

Gelet op het advies van de Raad van toezicht, gegeven op 29 september 2022;

Op de voordracht van de Vice-eersteminister en minister van Economie, van de Vice-eersteminister en minister van Financiën, en van de Staatssecretaris voor Consumentenbescherming, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde reglement van 4 oktober 2022 van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten dat beperkende voorwaarden oplegt bij de commercialisering, bij de consumenten, van bepaalde verzekeringsovereenkomsten over multimedia-apparaten wordt goedgekeurd.

Art. 2.De minister bevoegd voor Economie, de minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor Consumentenbescherming zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 oktober 2022.

FILIP Van Koningswege : Vice-eersteminister en Minister van Economie en Werk, P.-Y. DERMAGNE Vice-eersteminister en Minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij, V. VAN PETEGHEM Vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee, V. VAN QUICKENBORNE Staatssecretaris voor Begroting en Consumentenbescherming, E. DE BLEEKER

Bijlage bij het koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten dat beperkende voorwaarden oplegt bij de commercialisering, bij de consumenten, van bepaalde verzekeringsovereenkomsten over multimedia-apparaten Reglement van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten dat beperkende voorwaarden oplegt bij de commercialisering, bij de consumenten, van bepaalde verzekeringsovereenkomsten over multimedia-apparaten De Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, Gelet op de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, artikel 30bis, eerste lid, 1° ;

Gelet op het advies van de bijzondere raadgevende commissie Verbruik, gegeven op 15 juli 2022;

Gelet op het advies van de Raad van Toezicht, gegeven op 29 september 2022, Besluit :

Artikel 1.Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1° multimedia-apparaten: alle apparaten die toegang verlenen tot het internet, en/of waarmee beelden kunnen worden geprojecteerd, en/of waarmee geluid kan worden verspreid, alsook de bijbehorende accessoires, zoals telefoons, smartphones, computers, spelconsoles, tablets, e-readers, televisietoestellen, fototoestellen, printers, smartwatches;2° multimediaverzekeringspolissen: verzekeringspolissen die voorzien in een volledige of gedeeltelijke dekking van (i) elke vorm van schade, (ii) elke vorm van slechte werking, (iii) verlies, (iv) diefstal, (v) frauduleus gebruik, ongeacht de oorzaak daarvan, met betrekking tot een multimedia-apparaat of de programma's die erop kunnen worden geïnstalleerd; 3° consument: een consument in de zin van artikel I.1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van Economisch Recht.

Art. 2.Beperkende voorwaarden voor de commercialisering van bepaalde verzekeringsovereenkomsten over multimedia-apparaten Het is eenieder verboden om bij consumenten in België multimediaverzekeringspolissen te commercialiseren of hun de onderschrijving van dergelijke multimediaverzekeringspolissen voor te stellen waarvan de premie in termijnen wordt betaald, en niet, op een van bij de aanvang bij overeenkomst vastgestelde manier, in gelijke delen wordt opgesplitst waarvan de betaling regelmatig wordt gespreid over de volledige looptijd van de overeenkomst.

Art. 3.Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking op de dag waarop het koninklijk besluit tot goedkeuring ervan in werking treedt.

Brussel, 20 oktober 2022.

De Voorzitter van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, J.-P. SERVAIS Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 20 oktober 2022 tot goedkeuring van het règlement van 4 oktober 2022 van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten dat beperkende voorwaarden oplegt bij de commercialisering, bij de consumenten, van bepaalde verzekeringsovereenkomsten over multimedia-apparaten FILIP Van Koningswege : Vice-eersteminister en minister van Economie en Werk P.-Y. DERMAGNE De Vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding en de Nationale loterij, V. VAN PETEGHEM De Vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee, V. VAN QUICKENBORNE De Staatssecretaris voor Begroting en Consumentenbescherming, E. DE BLEEKER

Toelichting 1. Context en verantwoording van de beperkende maatregelen met betrekking tot de commercialisering, bij de consumenten, van bepaalde verzekeringsovereenkomsten die de aan multimedia-apparaten verbonden risico's dekken, gelet op de belangen van de gebruikers van financiële producten Wanneer consumenten een multimedia-apparaat kopen, stellen ondernemingen hun vaak een verzekeringspolis voor die de schade aan, de slechte werking van, het verlies van of de diefstal van dat apparaat dekken.In bepaalde gevallen zijn die ondernemingen als neventussenpersonen ingeschreven bij de FSMA. Zo'n inschrijving is echter niet nodig op voorwaarde, met name, dat het bedrag van de jaarlijkse premie niet hoger is dan 200 euro, taksen niet inbegrepen (zie art. 258, § 1, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen).

In die sector gebeurt het ook vrij vaak dat de premie in maandelijkse termijnen moet worden betaald. Sommige van die overeenkomsten stellen de cliënt vrij van de betaling van de eerste maandelijkse termijn (`gratis dekkingsperiode') en/of doen de maandelijkse termijnen geleidelijk stijgen in de loop van de overeenkomst. Bovendien laat de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten de verzekeringnemer toe om de overeenkomst, als deze via een voorafgetekende polis of een verzekeringsaanvraag tot stand is gekomen, binnen een termijn van veertien dagen na de inwerkingtreding ervan op te zeggen. De betrokken verzekeringsovereenkomsten kennen vaak een langere termijn toe (bv. dertig dagen), die veelal overeenstemt met de gratis dekkingsperiode.

Naar aanleiding van een groot aantal klachten en tijdens inspecties die zij in het kader van haar controleactiviteiten heeft uitgevoerd, heeft de FSMA vastgesteld dat die praktijk een ernstig probleem vormt.

Deze praktijk leidt immers tot een onherstelbare vertekening bij de analyse van de verlangens en behoeften van de cliënt op verzekeringsvlak. Bij deze praktijk wordt de aandacht van de consument gevestigd op een gratis eerste dekkingsperiode (teaser) en op de mogelijkheid om de overeenkomst tijdens de geldigheidsperiode van de teaser op te zeggen, en dus niet op de kenmerken van het product dat hem ter onderschrijving wordt voorgelegd, zelfs al sluit de overeenkomst totaal niet bij zijn verlangens en behoeften aan. Op zich heeft ook de graduele stijging van de betalingen tot gevolg dat de cliënt geen zicht krijgt op het totaalbedrag van de premie. Naar het oordeel van de FSMA is deze praktijk intrinsiek onverenigbaar met de verplichting om de verlangens en behoeften van de cliënt te identificeren, en hem verzekeringsovereenkomsten voor te stellen die daarmee in overeenstemming zijn.

De FSMA is van oordeel dat voornoemde praktijk ongepast is en ernstig afbreuk doet aan de consumentenbescherming: ze heeft immers tot gevolg dat de wettelijke beschermingsmechanismen (informatieverstrekking, analyse van verlangens en behoeften, en verplichting om overeenkomsten voor te stellen die aansluiten bij wat voorafgaat) niet op passende wijze functioneren. Daarom is de FSMA van oordeel dat beperkende maatregelen moeten worden genomen op basis van artikel 30bis van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten, om die praktijk te verbieden.

De hier bedoelde verzekeringsovereenkomsten zullen echter verder gecommercialiseerd kunnen worden als de verzekeringspremie niet wordt gespreid, of als de premie, indien die toch wordt gespreid, wordt opgesplitst in gelijke delen waarvan de betaling op regelmatige wijze over de volledige looptijd van de overeenkomst wordt gespreid. De toekenning van een langer opzeggingsrecht dan voorzien in de wet (zie met name artikel 57 van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen) valt niet onder deze maatregel. Zoals hoger toegelicht heeft de graduele stijging van de betalingen op zich ook tot gevolg dat de cliënt geen zicht krijgt op het totaalbedrag van de premie.

Andere soorten verzekeringspolissen die op de Belgische markt worden gedistribueerd, omvatten commerciële voordelen zoals kortingen op het premiebedrag, die soms `gratis maanden' worden genoemd. Die promoties zorgen echter voor een verlaging van de jaarlijkse premie, maar leiden niet tot gratis of ongelijke maandelijkse termijnen: het kortingsbedrag wordt afgetrokken van de jaarlijkse premie, die verder in twaalf gelijke maandelijkse termijnen wordt opgesplitst. Deze promoties worden dus niet geviseerd door het verbod.

Met deze maatregel wordt er ook naar gestreefd om beter in te spelen op de vaak voorkomende problemen in het betrokken marktsegment.

Sinds 2016 wijst de Ombudsman van de Verzekeringen in zijn opeenvolgende jaarverslagen op tal van problematische praktijken in verband met de zogenaamde "gsm-verzekeringsovereenkomsten", zowel omdat de precontractuele informatieverstrekking onvolledig is, als omdat de uitvoering of opzegging van die overeenkomsten ontoereikend of problematisch is.

Het jaarverslag 2020 van de Ombudsman van de Verzekeringen vermeldde opnieuw een zeer forse stijging van het aantal klachten over dat segment. Dat jaarverslag besteedt opnieuw aandacht aan de in de eerdere jaarverslagen geformuleerde kritiek en onderstreept dat de situatie, ondanks de wijziging van de wetgeving in 2018 (1), niet is verbeterd. De voorbije maanden bleek de omvang van het probleem nog verder te zijn toegenomen ten opzichte van 2020: de Ombudsman van de Verzekeringen en Test Aankoop ontvingen in 2021 en 2022 erg veel klachten over dit soort overeenkomsten, en in de pers zijn vele getuigenissen gepubliceerd waarin de gewraakte praktijk aan de kaak werd gesteld.

Ook de FSMA kaartte in haar jaarverslag 2019 (zie p. 42) talrijke problemen in verband met dit soort verzekeringsovereenkomsten aan.

Volgens de FSMA moet het verbod op de gewraakte praktijk het mogelijk maken om naar gezonde grondslagen terug te keren door voornoemd vertekend beeld weg te werken, en om ervoor te zorgen dat de gebruikelijke wettelijke mechanismen garanderen dat de consumenten met kennis van zaken overeenkomsten kunnen ondertekenen die bij hen passen. 2. Presentatie van de voorgestelde maatregel Het voorgestelde reglement strekt ertoe beperkende maatregelen te verbinden aan de commercialisering, bij consumenten, van verzekeringspolissen in verband met multimedia-apparaten of (software)programma's die erop kunnen worden geïnstalleerd.Voor zover nodig, viseert het reglement ook expliciet de situaties waarin de cliënt contractueel niet als de verzekeringnemer wordt beschouwd, maar tot een collectieve overeenkomst toetreedt. De voorgestelde maatregel is ook van toepassing op de overeenkomsten als bedoeld in artikel 258, § 1, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen sluiten betreffende de verzekeringen.

De voorgestelde regeling geldt voor alle Belgische of buitenlandse personen die dergelijke overeenkomsten commercialiseren. Ook de neventussenpersonen die zich niet bij de FSMA moeten laten inschrijven, en de personen die de bemiddelingsactiviteit op onregelmatige wijze zouden uitoefenen, worden hier dus geviseerd.

Het gaat hier enkel om de commercialisering bij consumenten in België.

Voor de definitie van dit begrip wordt verwezen naar artikel I.1, eerste lid, 2°, van het Wetboek van Economisch Recht. "Iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen", is een consument in de zin van deze bepaling. De commercialisering bij rechtspersonen, of natuurlijke personen die handelen voor doeleinden die binnen hun handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen, wordt dus niet geviseerd.

Dit reglement geldt zowel in het geval waarin, voor de commercialisering, een in België gelegen fysieke infrastructuur (winkel) wordt gebruikt, als in het geval waarin daarvoor een website wordt gebruikt. In laatstgenoemd geval moet natuurlijk worden bepaald of de commercialisering al dan niet tot het Belgische publiek is gericht. Ter zake wordt verwezen naar de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie over de criteria die worden gebruikt om te bepalen of een handelsactiviteit `gericht is' op de lidstaat waar een bepaalde consument zijn woonplaats heeft (zie met name HvJ, 7 december 2010, gevoegde zaken C-585/08 en C-144/09 (Pammer en Alpenhof)).

Hier worden de verzekeringsovereenkomsten geviseerd die de schade aan, de slechte werking van, het verlies van, de diefstal van of het fraudeleuze gebruik door een derde van een multimedia-apparaat dekken.

Ook de schade aan, de slechte werking van of het frauduleuze gebruik van de op het apparaat geïnstalleerde (software)programma's worden hier bedoeld. Die risico's worden ruim gedefinieerd, en het is genoeg dat één daarvan gedeeltelijk wordt gedekt, in voorkomend geval samen met andere risico's, opdat het commercialiseringsverbod van toepassing zou zijn.

Voor de goede orde wordt verduidelijkt dat enkel de verzekeringsovereenkomsten worden geviseerd, en niet de door de verkoper of de producent onderschreven commerciële garanties; dat zijn immers geen verzekeringsovereenkomsten.

Het begrip "multimedia-apparaat" slaat op telefoons, smartphones, computers, spelconsoles, tablets, e-readers, televisietoestellen, fototoestellen, printers, smartwatches en alle andere apparaten die toegang verlenen tot het internet, en/of waarmee beelden kunnen worden geprojecteerd, en/of waarmee geluid kan worden verspreid, alsook de bijbehorende accessoires.

De overeenkomsten worden geviseerd waarvan de premies in termijnen worden betaald (bv. maandelijkse premie), en niet in gelijke delen wordt opgesplitst waarvan de betaling regelmatig wordt gespreid over de volledige looptijd van de overeenkomst. Daarmee worden dus de gevallen bedoeld waarin de periodiek verschuldigde bedragen in de tijd schommelen volgens een contractueel vastgelegd schema (bv. gratis eerste dekkingsperiode of maandelijkse premies die geleidelijk stijgen), onafhankelijk bv. van een wijziging van het verzekerde risico. 3. Wettelijke grondslag Krachtens artikel 30bis van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten is het de FSMA toegestaan om de commercialisering van financiële producten of bepaalde categorieën van financiële producten aan consumenten in België te verbieden of er beperkende voorwaarden aan te verbinden. Verzekeringsproducten worden als financiële producten beschouwd (zie art. 2, 39° van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten). Onder commercialisering wordt verstaan "het voorstellen van het product, ongeacht de wijze waarop dit gebeurt, om de cliënt of potentiële cliënt aan te zetten tot aankoop van, inschrijving op, toetreding tot, aanvaarding van, ondertekening van of opening van het betrokken product" (zie art. 30bis, tweede lid van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 04/09/2002 numac 2002003392 bron ministerie van financien Wet betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten sluiten). 4. Conformiteit met het Europees recht (i) Solvency II-richtlijn Wat de verzekeringen betreft, vallen de prudentiële regels uitsluitend onder de bevoegdheid van de lidstaat van herkomst (zie artikel 133 van de Solvency II-richtlijn).De lidstaat van ontvangst kan de soorten activa waaraan de verzekeringsprestaties kunnen worden gekoppeld, dus niet beperken.

De hier voorgestelde maatregel heeft geen betrekking op de soorten activa waaraan de verzekeringsprestaties kunnen worden gekoppeld, en valt dus niet onder de toepassing van artikel 133 van de Solvency II-richtlijn. (ii) PRIIP's-verordening De voorgestelde maatregel betreft de schadeverzekeringen en valt dus niet onder de toepassing van artikel 17 van de PRIIP's-Verordening (die op haar beurt enkel op verzekeringsproducten met een beleggingscomponent van toepassing is). (iii) IDD-richtlijn Hoewel de IDD-richtlijn bepalingen bevat over de verlangens en behoeften van de cliënt, strekt zij er niet toe de commercialisering van bepaalde soorten verzekeringsovereenkomsten te verbieden, of specifiek bepaalde commercialiseringstechnieken te verbieden.

Bovendien stelt zij de lidstaten in staat om bepalingen van algemeen belang goed te keuren op nationaal niveau. (iv) Richtlijn 2005/29/EG betreffende oneerlijke handelspraktijken Deze Richtlijn is van toepassing op de oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten. In beginsel is dit een maximale harmonisatierichtlijn, behalve met name wat de financiële diensten betreft. Omdat laatstgenoemd begrip onder meer alle verzekeringsdiensten omvat, kunnen de lidstaten op dat vlak restrictievere of strengere vereisten opleggen dan die waarvan sprake in de Richtlijn. (v) Conformiteit met het Verdrag Het lijkt moeilijk te betwisten dat de voorgestelde maatregel de vrijheid van vestiging en de vrije dienstverlening in zekere mate zal beperken.De maatregel zal immers zonder onderscheid van toepassing zijn op de Belgische en buitenlandse dienstverleners, en dus tot op zekere hoogte de manier beperken waarop laatstgenoemden hun verzekeringsdistributieactiviteiten in België kunnen ontwikkelen.

Dergelijke nationale reglementeringen zijn toegestaan in het Europees recht, maar (a) moeten een doelstelling van algemeen belang nastreven die niet tegen de doelstellingen van de Unie indruist, (b) moeten betrekking hebben op een domein dat niet maximaal is geharmoniseerd op Europees niveau, (c) mogen uit andere lidstaten afkomstige personen niet discrimineren ten opzichte van personen die afkomstig zijn uit de betrokken lidstaat zelf, (d) moeten aan een proportionaliteitstest voldoen, en (e) mogen niet overlappen met regels die al in de lidstaat van herkomst bestaan: -de doelstelling die de vooropgestelde maatregel nastreeft, is onbetwistbaar een doelstelling van algemeen belang (de bescherming van de consumenten) die niet tegen de doelstellingen van de Unie indruist.

Dat maatregelen kunnen worden genomen die zo'n doelstelling nastreven, wordt bevestigd door de artikelen 9 en 11 van de IDD-richtlijn; - zoals hierboven verduidelijkt, betreft de voorgestelde maatregel een domein dat op Europees vlak niet maximaal wordt geharmoniseerd; - de voorgestelde maatregel discrimineert ook geen ondernemingen die uit andere lidstaten afkomstig zijn, ten opzichte van Belgische ondernemingen. Zij geldt immers zonder onderscheid voor zowel Belgische als buitenlandse ondernemingen; - de belemmering van de uitoefening van de communautaire vrijheden is proportioneel. De voorgestelde maatregel is overduidelijk passend in het licht van de nagestreefde doelstelling: zij zal ontegensprekelijk een positieve impact hebben op de bescherming van de consumenten, omdat bepaalde nefaste commercialiseringspraktijken zullen worden verboden. Doelstelling van de maatregel is ervoor te zorgen dat de normale regels uitwerking hebben (zie hierboven in verband met dit punt). De FSMA is overigens van oordeel dat het intrinsiek ongepaste karakter van de betrokken praktijken voor de consumenten en de omvang van de op de markt vastgestelde problemen een verbodsmaatregel rechtvaardigen die niet verder reikt dan nodig is om de nagestreefde doelstelling te kunnen verwezenlijken. De verbodsmaatregel wordt nauwkeurig omschreven en betreft slechts bepaalde commercialiseringspraktijken, en niet de overeenkomsten zelf. - op zich overlapt de voorgestelde maatregel niet met de reeds voorziene vereisten in andere lidstaten. _______ Nota (1) Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de wet van 6 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/12/2018 pub. 18/12/2018 numac 2018014975 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot omzetting van Richtlijn 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 betreffende verzekeringsdistributie (1) sluiten tot omzetting van Richtlijn (EU) 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 betreffende verzekeringsdistributie, zijn de personen die het nevenverzekeringsbedrijf uitoefenen, verplicht om zich bij de FSMA in te schrijven, en zijn zij onderworpen aan een deel van de wettelijke regeling voor verzekeringstussenpersonen.Voor de personen die hun bedrijf al uitoefenden voor de inwerkingtreding van de wet van 6 december 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/12/2018 pub. 18/12/2018 numac 2018014975 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot omzetting van Richtlijn 2016/97 van het Europees Parlement en de Raad van 20 januari 2016 betreffende verzekeringsdistributie (1) sluiten, werd in een overgangsperiode voorzien die op 28 december 2021 is verstreken.

^