Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 november 2008
gepubliceerd op 12 februari 2009

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 juni 2006 tot uitvoering van artikel 90 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2008024515
pub.
12/02/2009
prom.
20/11/2008
ELI
eli/besluit/2008/11/20/2008024515/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 NOVEMBER 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 juni 2006 tot uitvoering van artikel 90 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 90, § 1, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 juni 2006 tot uitvoering van artikel 90 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 januari 2008;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 juli 2008;

Gelet op advies 45.184/3 van de Raad van State gegeven op 30 september 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van de State;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 14 juni 2006 tot uitvoering van artikel 90 van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 januari 2008, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.Ten aanzien van de hiernavolgende categorieën van patiënten mogen er geen supplementen worden aangerekend als gevolg van het verblijf in een tweepatiëntenkamer, met inbegrip van de daghospitalisatie : 1° de rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, §§ 1 en 19, van de wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, alsmede de gerechtigden, bedoeld in artikel 32, eerste lid, 13° en 15°, van voornoemde wet, die de verhoogde tegemoetkoming genieten;2° de kinderen die aan de medische voorwaarden voldoen om recht te geven op de verhoogde kinderbijslag overeenkomstig artikel 47 van de gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders of overeenkomstig artikel 20 van het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslagen ten voordele van de zelfstandigen en van de personen die te hunnen laste zijn;3° de rechthebbenden bedoeld in het artikel 3 van het koninklijk besluit van 2 juni 1998 tot vaststelling van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging voor het incontinentiemateriaal, bedoeld in artikel 34, 14°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;4° de rechthebbenden opgenomen in een Sp-dienst palliatieve zorg, alsmede de rechthebbenden bedoeld in het artikel 7octies van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen;5° de chronische zieken rechthebbenden op de forfaitaire toelage, bedoeld in artikel 37, § 16bis, eerste lid, 2°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, en de rechthebbenden lijdende aan een aandoening die voorkomt op de lijst opgesteld krachtens artikel 37, § 16bis, eerste lid, 3°, van dezelfde wet;6° a) de patiënten die reeds 6 maal een supplement hebben betaald als gevolg van een ononderbroken hospitalisatieperiode in een niet-psychiatrische ziekenhuisdienst binnen hetzelfde ziekenhuis, met uitzondering van de dienst geriatrie (kenletter G) en de gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie (kenletter Sp);b) de patiënten die reeds 19 maal een supplement hebben betaald als gevolg van een ononderbroken hospitalisatieperiode binnen hetzelfde ziekenhuis in een dienst geriatrie (kenletter G);c) de patiënten die reeds 41 maal een supplement hebben betaald als gevolg van een ononderbroken hospitalisatieperiode binnen hetzelfde ziekenhuis in een gespecialiseerde dienst voor behandeling en revalidatie (kenletter Sp) met uitzondering van de Sp-dienst voor psychogeriatrische aandoeningen. Aan de voorwaarden bedoeld in het eerste lid dient te worden voldaan het jaar waarin de opname plaatsvindt of het jaar vóór de opname. »

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Volksgezondheid, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 november 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX

^