20 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 augustus 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de tussenkomst van het Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel inzake vorming (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de houthandel;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 31 augustus 1995, gesloten in het Paritair Subcomité voor de houthandel, betreffende de tussenkomst van het Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel inzake vorming.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 mei 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Subcomité voor de houthandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 31 augustus 1995 Tussenkomst van het Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel inzake vorming (Overeenkomst geregistreerd op 20 december 1995 onder het nummer 40028/CO/125.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die vallen onder de bevoegdheidssfeer van het Paritair Subcomité voor de houthandel alsook op hun werklieden.

Onder "werklieden", wordt verstaan de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Verloning van de vormingsuren

Art. 2.Indien de werkman een georganiseerde vorming volgt die door een vormingsinrichter bedoeld onder artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst is ingericht, is de werkgever er toe gehouden hem het loon met betrekking tot de vormingsuren te betalen. HOOFDSTUK III. - Forfaitaire vergoeding ten voordele van de vormingsinrichter

Art. 3.Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder "vormings-inrichter" bedoeld : - de representatieve werkgeversorganisatie die in het Paritair Subcomité voor de houthandel zetelt; - het Studie- en Onderzoeksfonds van de houthandel; - het Interfederaal Houtvoorlichtingscentrum; - de representatieve werknemersorganisaties die in de Nationale Arbeidsraad zetelen.

Art. 4.Binnen de financiële mogelijkheden van het fonds, kan het beheerscomité van het Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel beslissen een forfaitaire vergoeding per vormingsdag en per deelnemer aan de vormingsinrichter toe te kennen.

Het beheerscomité van het Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel bepaalt het toegekende bedrag alsook de procedure die door de vormingsinrichter moet gevolgd worden om van de forfaitaire vergoeding waarvan sprake in de vorige alinea te kunnen genieten. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 1993 (geregistreerd op 16 november 1993 onder het nummer 34085/CO/125.03), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 1993 (geregistreerd op 15 maart 1994 onder het nummer 35212/CO/125.03) betreffende de tussenkomst van het Fonds voor bestaanszekerheid van de houthandel inzake vorming.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1995 en is voor onbepaalde duur gesloten.

Ze kan door iedere partij opgezegd worden mits betekening, per aangetekende brief, aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de houthandel van een opzeggingstermijn van drie maanden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van20 mei 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld