gepubliceerd op 20 juni 1997
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de bevordering van de beroepsopleiding van de jongeren in het kader van het aanleren van restauratieberoepen in de bouwnijverheid
20 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de bevordering van de beroepsopleiding van de jongeren in het kader van het aanleren van restauratieberoepen in de bouwnijverheid (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de bevordering van de beroepsopleiding van de jongeren in het kader van het aanleren van restauratieberoepen in de bouwnijverheid.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 mei 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995 Bevordering van de beroepsopleiding van de jongeren in het kader van het aanleren van restauratieberoepen in de bouwnijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 21 maart 1993 onder het nummer 41192/CO/124) Afdeling 1. - Definities en toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : - de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bouwnijverheid en die : * houder zijn van een erkenning in minstens één van de subcategorieën D21, D23 of D24; * voldoen aan de bij artikel 2 vereiste toetredingsvoorwaarden tot deze overeenkomst; - de bij artikel 7 bedoelde jonge werknemers die in de ondernemingen worden aangeworven om het specifiek opleidingsproject dat bij deze overeenkomst wordt bepaald, te genieten.
Art. 2.De bij artikel 1 bedoelde werkgevers kunnen tot deze collectieve arbeidsovereenkomst toetreden op voorwaarde dat zij : - aan de hand van bewijskrachtige documenten aantonen dat de onderneming tijdens de looptijd van de bij deze overeenkomst omschreven opleidingsregeling, minstens één restauratiewerk bedoeld bij artikel 3 zal uitvoeren waarvoor een restauratiesubsidie wordt toegekend door een overheidsinstantie; - de verbintenis aangaan de bij artikel 7 bedoelde jongere werknemers tewerk te stellen aan de bij artikel 3 bedoelde restauratiewerken gedurende de ganse looptijd van de bij deze overeenkomst omschreven opleidingsregeling; - de bij afdeling 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde toetredingsprocedure naleven..
Art. 3.Voor de toepassing van deze overeenkomst verstaat men onder restauratiewerken, de werken van instandhouding of herstel aan een beschermd monument of een waardevol gebouw, die nodig zijn om de artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieel-archeologische of sociaal-culturele waarde ervan te bewaren.
De in het eerste lid bedoelde restauratiewerken moeten één van volgende kenmerken vertonen : - het herstellen, restaureren of consolideren, volgens ambachtelijke restauratietechnieken, van de nog aanwezige waardevolle elementen van het monument; - het opnieuw aanbrengen van niet meer aanwezige waardevolle elementen, voor zover voldoende materiële gegevens of iconografisch materiaal aanwezig zijn om een wetenschappelijk verantwoorde reconstructie, volgens ambachtelijke uitvoeringstechnieken, mogelijk te maken en zover de reconstructie vereist is om een storende lacune aan te vullen; - het behandelen van waardevolle elementen van het monument onder meer door reiniging, hydrofuge, verharding, houtworm- en zwambestrijding. Afdeling 2. - Organisatie van het opleidingsstelsel
Onderafdeling 1. - Algemene beginselen
Art. 4.Het opleidingsstelsel dat door deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt georganiseerd - hierna de regeling opleiding-restauratie genoemd - heeft tot doel de bij artikel 7 bedoelde jongeren in staat te stellen de specifieke kennis te verwerven voor de uitoefening van een restauratieberoep dat in de tot de overeenkomst toetredende onderneming wordt uitgeoefend.
Art. 5.De regeling opleiding-restauratie bestaat uit : - een praktische opleiding via het aanleren in de onderneming van de technieken en procédés, eigen aan de uitoefening van het beroep; - een theoretische opleiding die verband houdt met het aanleren van het beroep.
Art. 6.De onderneming die tot deze overeenkomst toetreedt, past de regeling opleiding-restauratie toe gedurende 12 maanden te rekenen vanaf de datum van kennisgeving van de goedkeuring van de toetredingsakte of -overeenkomst door het bij artikel 21 bedoelde beperkt comité van het paritair comité.
Onderafdeling 2. - Toepassingsmodaliteiten
Art. 7.De jonge werknemers die in aanmerking komen voor de regeling opleiding-restauratie moeten voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden : - niet meer onderworpen zijn aan de deeltijdse leerplicht; - met vrucht het beroeps- of technisch onderwijs bouw hebben beëindigd (6 jaar); - minder dan 21 jaar oud zijn.
Deze voorwaarden worden beoordeeld wanneer de in artikel 8 bedoelde arbeidsovereenkomst wordt gesloten.
Art. 8.De in artikel 7 bedoelde jongeren die in de onderneming in dienst worden genomen voor de toepassing van de regeling opleiding-restauratie moeten worden aangeworven met een voltijdse arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur.
De in het eerste lid bedoelde arbeidsovereenkomst vangt ten vroegste aan op de datum van kennisgeving van de goedkeuring van de bij artikel 6 bedoelde toetredingsakte of -overeenkomst en ten laatste binnen dertig dagen volgend op deze kennisgeving.
In afwijking van tweede lid mag de arbeidsovereenkomst tot uiterlijk negentig dagen na de bij het tweede lid bedoelde kennisgeving worden gesloten indien deze overeenkomst betrekking heeft op de aanwerving van een bij artikel 7 bedoelde jonge werknemer ter vervanging van een begunstigde van de regeling opleiding-restauratie die de onderneming heeft verlaten.
Art. 9.In afwijking van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 1993, betreffende de arbeidsvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 januari 1995, is het uurloon van de in artikel 7 bedoelde jonge werknemers tijdens de toepassingsperiode van de regeling opleiding-restauratie in de onderneming gelijk aan een bedrag dat overeenstemt met 85 pct. van het uurloon van een geoefende werknemer.
Art. 10.De werkgever duidt tussen de werknemers van de onderneming een persoon aan die verantwoordelijk zal zijn voor de omkadering en de opvolging van de bij artikel 7 bedoelde jonge werknemers waarop de regeling opleiding-restauratie van toepassing is in de onderneming.
De bij het eerste lid bedoelde verantwoordelijkheid van omkadering en opvolging mag slechts, mits de instemming van de betrokkene, worden uitgeoefend door een werknemer die over de nodige technische kennis beschikt.
Art. 11.De theoretische opleidingsmodule die wordt gegeven in het kader van de regeling opleiding-restauratie moet een minimumduur van 80 uur hebben en vooraf goedgekeurd zijn door het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Art. 12.Het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid is belast : - met de coördinatie van het specifiek opleidingsproject dat wordt georganiseerd in het kader van de regeling opleiding-restauratie; - met de opstelling van het theoretisch opleidingsprogramma; - met de afwikkeling van de theoretische opleidingsmodule in het paritair opleidingscentrum dat is erkend door de FOREM, de V.D.A.B. of de voor Brussel bevoegde opleidingsinstantie of, mits voorafgaand akkoord van de raad van bestuur van het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid, in andere opleidingscentra.
Art. 13.De in artikel 11 bedoelde theoretische opleiding wordt gegeven tijdens de normale werkuren in de onderneming.
Voor de uren theoretische opleiding behouden de jonge werknemers die de toepassing van de regeling opleiding-restauratie in het bedrijf genieten, hun recht op het loon bepaald in artikel 9. Afdeling 3. - Toetredingsprocedure
Art. 14.De bij artikel 1 bedoelde werkgevers die de regeling opleiding-restauratie wensen toe te passen, moeten in de loop van de periode tussen 1 februari en 30 juni 1996 tot deze collectieve arbeidsovereenkomst toetreden.
Art. 15.De werkgevers die tot deze collectieve arbeidsovereenkomst wensen toe te treden, gebruiken één van de toetredingsformulieren waarvan de modellen als bijlage bij deze overeenkomst zijn opgenomen.
In de ondernemingen die op 30 juni 1995 minder dan 50 aan de R.S.Z. aangegeven werknemers tewerkstellen en die geen vakbondsafvaardiging hebben, gebruikt de werkgever het toetredingsformulier met het opschrift "Toetredingsakte tot de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de regeling opleiding-restauratie" (model I).
In de andere ondernemingen gebruikt de werkgever het toetredingsformulier met het opschrift "Collectieve toetredingsovereenkomst tot de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de regeling opleiding-restauratie" (model II).
Art. 16.Voor de ondernemingen, bedoeld in artikel 15, tweede lid, geeft de werkgever aan elke arbeider een kopie van de behoorlijk ingevulde toetredingsakte (model I).
De werkgever geeft elke arbeider eveneens een kopie van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Gedurende 8 dagen te rekenen vanaf de bij het eerste lid bedoelde afgifte, houdt de werkgever een register ter beschikking van de arbeiders waarin deze hun opmerkingen kunnen optekenen.
Gedurende dezelfde termijn van 8 dagen, kan de arbeider of zijn vertegenwoordiger eveneens zijn opmerkingen meedelen aan het districtshoofd van de Inspectie van de Sociale Wetten van de plaats waar de onderneming gevestigd is. De naam van de arbeider mag niet worden meegedeeld noch verspreid.
Art. 17.Op het einde van de in artikel 16 vastgestelde termijn van 8 dagen, moet de werkgever : - de toetredingsakte tekenen (model I); - deze toetredingsakte evenals het register voor de opmerkingen overmaken aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Art. 18.Voor de ondernemingen bedoeld in artikel 15, derde lid, geeft de werkgever een kopie van de behoorlijk ingevulde collectieve toetredingsovereenkomst (model II) aan de vakbondsafvaardiging.
Art. 19.De collectieve toetredingsovereenkomst (model II) wordt getekend door de werkgever en een vertegenwoordiger van elk van de vakorganisaties die zitting hebben in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en die vertegenwoordigd zijn in de vakbondsafvaardiging van de onderneming.
Bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging in de onderneming, wordt de in het eerste lid bedoelde overeenkomst getekend door de werkgever en een vertegenwoordiger van minstens twee vakorganisaties die zitting hebben in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en die het meest representatief zijn voor het arbeiderspersoneel van de onderneming.
Art. 20.De werkgever maakt de bij artikel 19 bedoelde collectieve toetredingsovereenkomst over aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Art. 21.Het beperkt comité van het paritair comité dat bedoeld wordt in artikel 56 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995 betreffende de bevordering van de tewerkstelling in 1995 en 1996, spreekt zich uit over de goedkeuring van de toetredingsakten en -overeenkomsten binnen de termijn en volgens de modaliteiten vastgesteld bij de artikelen 61 en 62 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995. Afdeling 4. - Sectorale voordelen verbonden aan de toepassing van de
regeling opleiding-restauratie
Art. 22.Voor de bij de artikelen 11 en 13 bedoelde theoretische opleidingsuren geniet de werkgever het sectoraal stelsel van "terugbetaling en indeplaatsstelling" opgezet in uitvoering van artikel 33 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 1994 tot organisatie van de suppletieve sectorale regelingen tot herverdeling van de arbeid in het kader van de bedrijfsplannen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 januari 1995 (Belgisch Staatsblad van 19 mei 1995).
Art. 23.De werkgevers die toetreden tot de regeling opleiding-restauratie kunnen aanspraak maken op een forfaitaire terugbetaling van de bijdragen gestort aan het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf ten belope van 18.000 F per kwartaal en per jonge werknemer die onder de toepassing van de regeling opleiding-restauratie in de onderneming valt.
Het voordeel bedoeld in het eerste lid wordt toegekend tijdens de volledige tewerkstellingsperiode van de jonge werknemer in de regeling opleiding-restauratie die wordt toegepast in de onderneming.
Het in het eerste lid bedoelde voordeel wordt aan de werkgevers uitgekeerd volgens de modaliteiten bepaald door de raad van bestuur van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf.
Art. 24.De werkgevers die schuldenaar zijn van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf, inclusief het stelsel van getrouwheids- en weerverletzegels, zijn uitgesloten van de toepassing van de voordelen die bij deze afdeling zijn vastgesteld. Afdeling 5. - Slotbepalingen
Art. 25.Elke interpretatievraag en elke moeilijkheid bij de toepassing van de bepalingen van deze overeenkomst kunnen, op initiatief van de meest gerede partij, worden voorgelegd aan het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf.
Art. 26.De patronale dienst bedoeld in artikel 23 van de statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf is belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen die voortvloeien uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 27.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 15 januari 1996 en verstrijkt op 31 augustus 1997.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 mei 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995 betreffende de bevordering van de beroepsopleiding van de jongeren in het kader van het aanleren van restauratieberoepen in de bouwnijverheid PARITAIR COMITE VOOR HET BOUWBEDRIJF TOETREDING TOT DE REGELING OPLEIDING-RESTAURATIE MODEL I (1) TOETREDINGSAKTE VAN DE ONDERNEMING................................................ TOT DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VAN 21 december 1995
Postcode :......................... Gemeente : 1.3.Telefoon : 1.4.Identiteit van de werkgever of van zijn afgevaardigde (2) Functie in de onderneming : 1.5.Inschrijvingsnummer bij de R.S.Z. : 1.6.Erkenningsnummer :....................................... in ondercategorie : 1.7.Aantal aan de R.S.Z. aangegeven werknemers (arbeiders en bedienden) op 30 juni 1995 : 2. TOETREDING TOT DE REGELING OPLEIDING-RESTAURATIE 2.1.Ondergetekende verklaart dat de onderneming toetreedt tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995 betreffende de bevordering van de beroepsopleiding van de jongeren in het kader van het aanleren van de restauratieberoepen in de bouwnijverheid.
Bijgevolg verbindt de onderneming zich ertoe de regeling opleiding-restauratie toe te passen overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten vastgesteld bij voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995. 2.2.Volgend restauratiewerk, gesubsidieerd door een overheidsinstantie, zal worden uitgevoerd tijdens de toepassingsperiode van de regeling opleiding-restauratie (3) : 3.ORGANISATIE VAN DE REGELING IN DE ONDERNEMING 3.1.De onderneming verbindt zich ertoe de jonge werknemers die de regeling opleiding-restauratie genieten, te werk te stellen aan de bij artikel 3 bedoelde restauratiewerken gedurende de ganse toepassingsperiode van deze regeling in de onderneming.. {/FOOT;f1;2}
De vorming van deze jonge werknemers die de regeling opleiding-restauratie in de onderneming genieten, zal meer bepaald betrekking hebben op volgende methodes, procédés of technieken : 3.2. De werknemer van de onderneming, (naam en voornaam) (functie) is belast met de omkadering en de opvolging van de jonge werknemers die de regeling opleiding- restauratie genieten in de onderneming. 3.3.Het door het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid opgestelde theoretisch opleidingsprogramma telt..................... uur (4).
De theoretische opleiding zal worden verstrekt door (5) 4.AANWERVING VAN DE JONGE WERKNEMERS DIE DE REGELING GENIETEN De onderneming zal de regeling opleiding-restauratie toepassen ten voordele van............. (6) jonge werknemers die voldoen aan de bij artikel 7 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995 vastgestelde voorwaarden.
De voltijdse arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur van de jonge werknemers die de regeling arbeid- restauratie genieten, vangt ten vroegste aan op de datum van de door de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf uitgevoerde betekening van de goedkeuring van deze toetredingsacte en ten laatste 30 dagen na deze betekening. 5.TOEPASSINGSDUUR VAN DE REGELING De onderneming verbindt zich ertoe de regeling arbeid-restauratie toe te passen gedurende een periode van 12 maanden die aanvangt op de datum van de door de voorzitter van het Paritair Comité voor de bouwnijverheid uitgevoerde betekening van de goedkeuring van deze toetredingsacte. 6. BIJKOMENDE VERKLARINGEN 6.1. Ondergetekende bevestigt : - dat er geen vakbondsafvaardiging bestaat in de onderneming; -dat de raadplegingsprocedure van de arbeiders van de onderneming werd nageleefd overeenkomstig de bepalingen van artikel 16 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995. 6.2.Ondergetekende vraagt het genot van de bij afdeling 4 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995 vastgestelde financiële voordelen. 7. VERPLICHT ALS BIJLAGE BIJ TE VOEGEN DOCUMENTEN Ondergetekende voegt als bijlage bij deze acte : - een dokument dat de toekenning van een bij punt 2.2. van deze acte bedoelde overheidssubsidie in het kader van het restauratiewerk, bewijst; -het door het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid opgestelde theoretische opleidingsprogramma; -het bij artikel 16, derde lid van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995 bedoelde register voor opmerkingen. 8. SLOTBEPALINGEN Deze toetredingsacte is opgesteld onder voorbehoud van goedkeuring door het beperkt comité van het Paritair Comité voor de bouwnijverheid (7). Ondergetekende bevestigt op eer dat deze verklaring oprecht en volledig is.
Gedaan te..................................................., op.................................................................................................. (handtekening van de werkgever of van zijn afgevaardigde).
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 mei 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld.
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995 betreffende de bevordering van de beroepsopleiding van de jongeren in het kader van het aanleren van restauratieberoepen in de bouwnijverheid.
PARITAIR COMITE VOOR HET BOUWBEDRIJF TOETREDING TOT DE REGELING OPLEIDING-RESTAURATIE MODEL II COLLECTIEVE TOETREDINGSOVEREENKOMST VAN DE ONDERNEMING....................................... TOT DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VAN 21 december 1995
Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten tussen : De onderneming : - woonplaats of sociale zetel : - telefoon : - inschrijvingsnummer bij de R.S.Z. : - erkenningsnummer :....................................... in ondercategorie : - die....................... werknemers tewerkstelt (op 30 juni 1995) - vertegenwoordigd door : (naam en functie) en de volgende representatieve vakorganisaties : (1) - De Christelijke Centrale der Houtbewerkers en Bouwvakarbeiders, vertegenwoordigd door : (naam en functie) - De Algemene Centrale, vertegenwoordigd door : (naam en functie) - De Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België, vertegenwoordigd door : (naam en functie) Art. 2.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst, van toepassing op de werkgever en de bij artikel 19 bedoelde arbeiders van de onderneming, heeft de toetreding tot de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995 betreffende de bevordering van de beroepsopleiding van de jongeren in het kader van het aanleren van de restauratieberoepen in de bouwnijverheid tot doel.
Art. 3.
Volgend restauratiewerk, gesubsidieerd door een overheidsinstantie, zal worden uitgevoerd tijdens de toepassingsperiode van de regeling opleiding-restauratie (2) : Art. 4.
De onderneming zal de jonge werknemers die de regeling opleiding-restauratie genieten, te werk stellen aan de bij artikel 3 bedoelde restauratiewerken gedurende de ganse toepassingsperiode van deze regeling in de onderneming.
De vorming van deze jonge werknemers die de regeling opleiding-restauratie in de onderneming genieten, zal meer bepaald betrekking hebben op volgende methodes, procédés of technieken : Art. 5.
De werknemer van de onderneming, (naam en voornaam) (functie) is belast met de omkadering en de opvolging van de jonge werknemers die de regeling opleiding-restauratie genieten in de onderneming.
Art. 6.
Het door het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid opgestelde theoretisch opleidingsprogramma telt..................... uur (3).
De theoretische opleiding zal worden verstrekt door (4) Art. 7.
De onderneming zal de regeling opleiding-restauratie toepassen ten voordele van (5) jonge werknemers die voldoen aan de bij artikel 7 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995 vastgestelde voorwaarden.
De voltijdse arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur van de jonge werknemers die de regeling arbeid-restauratie genieten, vangt ten vroegste aan op de datum van de voor de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf uitgevoerde betekening van de goedkeuring van deze toetredingsovereenkomst en ten laatste 30 dagen na deze betekening.
Art. 8.
De onderneming zal de regeling arbeid-restauratie toepassen gedurende een periode van 12 maanden die aanvangt op de datum van de door de voorzitter van het Paritair Comité voor de bouwnijverheid uitgevoerde betekening van de goedkeuring van deze toetredingsovereenkomst.
Art. 9.
De onderneming vraagt de bij afdeling 4 van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1995 bepaalde financiële voordelen te genieten.
Art. 10.
De onderneming voegt als bijlage bij deze overeenkomst : een document dat de toekenning van een bij artikel 3 van deze overeenkomst bedoelde overheidssubsidie in het kader van het restauratiewerk, bewijst; het door het Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid opgestelde theoretische opleidingsprogramma.
Art. 11.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst werd gesloten op............................................., onder voorbehoud van goedkeuring door het beperkt comité van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (6).
Zij treedt in werking op de datum van de door de voorzitter van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf uitgevoerde kennisgeving van haar goedkeuring en verstrijkt 12 maanden na deze kennisgeving.
De ondertekenende partijen : Voor de onderneming : (naam) (functie) (Handtekening) Voor elk van de vakorganisaties : (naam) (functie) (handtekening) Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 mei 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld.
begin
Publicatie : 1997-06-20 Numac : 1997012266