Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 mei 1997
gepubliceerd op 26 augustus 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 januari 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, betreffende de vaststelling van de minimumleeftijd waarop sommige oudere werknemers kunnen genieten van een aanvullende vergoeding in geval van halvering van de arbeidsprestaties

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012244
pub.
26/08/1997
prom.
20/05/1997
ELI
eli/besluit/1997/05/20/1997012244/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 januari 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, betreffende de vaststelling van de minimumleeftijd waarop sommige oudere werknemers kunnen genieten van een aanvullende vergoeding in geval van halvering van de arbeidsprestaties (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 januari 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest, betreffende de vaststelling van de minimumleeftijd waarop sommige oudere werknemers kunnen genieten van een aanvullende vergoeding in geval van halvering van de arbeidsprestaties.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 mei 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Vlaamse Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 januari 1996 Vaststelling van de minimumleeftijd waarop sommige oudere werknemers kunnen genieten van een aanvullende vergoeding in geval van halvering van de arbeidsprestaties (Overeenkomst geregistreerd op 5 maart 1996 onder het nummer 40967/CO/328.01)

Artikel 1.In toepassing van het koninklijk besluit van 17 november 1993 waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers in geval van halvering van de arbeidsprestaties, wordt voor het personeel van de Vlaamse Vervoermaatschappij (V.V.M.) bij halvering van de arbeidsprestaties, vanaf de leeftijd van 55 jaar, geldend gedurende de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 december 1996, op voorwaarde dat zij 25 jaar bezoldigde of geassimileerde dagen hebben in geval van afdanking en dat zij tijdens de twaalf maanden - te rekenen van datum tot datum - die onmiddellijk voorafgaan aan de vermindering van hun arbeidsprestaties, bij de "V.V.M. » hebben gewerkt in een voltijdse arbeidsregeling, een aanvullende vergoeding toegekend zoals voorzien bij voormeld koninklijk besluit van 17 november 1993.

Art. 2.De berekening van het bruto-referteloon zal op dezelfde wijze geschieden als de berekening van het bruto-referteloon bij voltijds brugpensioen.

De jaren, doorgebracht in het stelsel van deeltijds brugpensioen, worden voltijds in aanmerking genomen bij de bepaling van de baremische anciënniteit en de dienstanciënniteit wat de overgang naar een ander barema betreft. Deze jaren worden eveneens, tot de leeftijd van 58 jaar, voltijds in aanmerking genomen ter berekening van de aanvullende toelage aan het wettelijk pensioen.

Art. 3.De arbeidstijdregeling zal in overleg met de entiteiten en binnen de bestaande reglementering worden bepaald.

Compenserende aanwerving ter vervanging is verplicht.

Art. 4.Overwegende dat het stads- en streekvervoer van de gewestelijke bevoegdheden deel uitmaakt en dat gewestelijke paritaire subcomités zijn opgericht, dat die elementen het sluiten van een specifieke collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de "V.V.M. » verantwoorden.

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 december 1996 en is door beide partijen opzegbaar met een opzeggingstermijn van zes maanden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van20 mei 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^