20 JUNI 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de criteria en de regels voor de selectie van de erkende kinesitherapeuten die het recht bekomen om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 35novies 61, 2° en 4° van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 januari 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 3 februari 2005;

Gelet op het advies nr. 35.216/3 van de Raad van State, gegeven op 2 mei 2005 en het advies 38.356/3 gegeven op 13 juni 2005;

Gelet op het advies van de Planningscommissie - medisch aanbod, gegeven op 2 juni 2005 Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van Onze Minister van Ambtenarenzaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.§ 1. In dit besluit wordt verstaan onder : « het recht om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen » : de tegemoetkoming van de verplichte gezondheidszorgverzekering voor bepaalde verstrekkingen bepaald in artikel 34, lid 1, 1°, c, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994 voor de verstrekkingen beoogd in I en II van artikel 7, § 1, 1° tot 6°, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verzorging en uitkeringen. § 2. De kandidaten die het recht bekomen om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen, worden geselecteerd op basis van een vergelijkend examen. Dit recht is persoonlijk en onoverdraagbaar. § 3. Het vergelijkend examen heeft betrekking op de kennis, bekwaamheid en attitudes van de kandidaten die noodzakelijk worden geacht voor het recht om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen in het kader van het beheer van een kinesitherapiepraktijk. § 4 De bepalingen van huidig besluit zijn niet van toepassing op kandidaten die het diploma beoogd in artikel 4 § 2 behaalden voor 1 juni 2005. HOOFDSTUK II. - Toekenning van bevoegdheden voor het vaststellen van de inhoud en de organisatiemodaliteiten van het vergelijkend examen

Art. 2.§ 1. De Minister van Sociale Zaken en de Minister van Volksgezondheid stellen na advies van de commissie bedoeld in § 2 de inhoud en organisatiemodaliteiten van het examen vast. § 2. Een Examencommissie voor kinesitherapie, hierna de Examencommissie genoemd, met zetel bij het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, wordt door Ons opgericht. § 3. Die Commissie bestaat uit : 1° een voorzitter en twee ondervoorzitters, respectievelijk : de administrateur-generaal van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, of zijn afgevaardigde; De voorzitter van de kinesitherapeuten - verzekeringsinstellingen overeenkomstcommissie; de voorzitter van de Planningscommissie opgericht bij artikel 35octies, § 1 van koninklijk besluit nr. 78, of zijn afgevaardigde; 2° De leden : de gedelegeerde bestuurder van SELOR of zijn afgevaardigde; Een vertegenwoordiger aangewezen door de Minister die de Sociale Zaken in zijn bevoegdheid heeft;

Een vertegenwoordiger aangewezen door de Minister die Volksgezondheid in zijn bevoegdheid heeft; 3° Ze kan samengesteld zijn uit volgende leden : een lid voorgedragen door de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en een lid door de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA); een lid voorgedragen door de Conseil interuniversitaire van de Franse Gemeenschap (CIUF) en een lid voorgedragen door de Conseil général des Hautes Ecoles van de Franse Gemeenschap (CGHE); vier leden aangewezen door de representatieve beroepsorganisaties van kinesitherapeuten; § 4. De voorzitter van de commissie nodigt de in 3° vermelde organisaties uit hun vertegenwoordigers in de Commissie aan te duiden.

De vertegenwoordigers worden veronderstelt te zijn aangeduid binnen de twintig dagen na het verzenden van de uitnodiging. Vanaf deze datum kan de commissie rechtsgeldig handelen § 5. De Commissie geeft advies aan de Minister over de examenstof en de organisatiemodaliteiten. Bij gebrek aan een advies binnen de termijn vastgesteld in § 6, geldt het advies als gegeven. § 6. De Commissie beschikt over 30 dagen te tellen vanaf de vraag van de Minister om het advies bedoeld in § 2 in te dienen. § 7. De Commissie beslist met meerderheid van de aanwezige leden. § 8. De examenstof verschijnt, 30 dagen vóór datum van het examen in het Belgisch Staatsblad, alsook in een mededeling door de Rijksdienst voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering via de website www.riziv.fgov.be

Art. 3.§ 1. De organisatie, opstelling van het reglement alsook de selectie van de kandidaten van het in art. 1, § 1 bepaalde vergelijkend examen gebeurt door het Selectiebureau van de Federale Overheid (Selor). § 2. SELOR geeft het examenreglement door aan de kandidaten. HOOFDSTUK III. - Inschrijving

Art. 4.§ 1. De inschrijving is gratis. § 2. Kandidaten kunnen zich geldig inschrijven voor het examen als zij : - ofwel houder zijn van een diploma kinesitherapie; - ofwel het bewijs leveren van inschrijving voor het laatste studiejaar voor het diploma van kinesitherapie, dat samenvalt met het jaar van het vergelijkend examen. In geval van slagen voor het examen, wordt de kandidaat ingeschreven onder voorbehoud van het bekomen van het diploma tijdens het kalenderjaar van de deelname aan het examen. § 3. Kandidaten die in het buitenland hun diploma in de kinesitherapie hebben behaald en die genieten van een gelijkstelling van hun diploma worden beschouwd als deel van het vastgestelde aantal van de Gemeenschap volgens de taal waarin zij ingeschreven zijn voor het vergelijkend examen.

Diezelfde kandidaten worden indien zij geen houder zijn van een diploma in kinesitherapie maar zich inschrijven en een bewijs leveren van inschrijving in het laatste jaar, beschouwd als deel van het vastgestelde aantal van de Gemeenschap volgens de taal waarin zij ingeschreven zijn voor het vergelijkend examen. HOOFDSTUK IV. - Het vergelijkend examen

Art. 5.§ 1. De Minister bepaalt de datum van het vergelijkend examen dat eens per jaar tijdens de maand oktober wordt georganiseerd.

Als overgangsmaatregel wordt het vergelijkend examen van 2005 eventueel georganiseerd in de loop van het laatste halfjaar. § 2. Er is geen vergelijkend examen wanneer het aantal ingeschreven kandidaten dat tot de Vlaamse Gemeenschap of tot de Franse Gemeenschap behoort minder dan tien procent hoger ligt dan het quotum dat per Gemeenschap voor het overeenstemmende jaar is vastgesteld overeenkomstig artikel 7, § 2, van huidig besluit. Dat aantal wordt desgevallend verhoogd of verminderd met het als debet of credit overgedragen aantal, vermeld in artikel 8, § 2. § 3. Het vergelijkend examen is identiek en wordt afzonderlijk maar tegelijkertijd georganiseerd voor de kandidaten die behoren tot de Vlaamse Gemeenschap of tot de Franse Gemeenschap. § 4. Het vergelijkend examen selecteert per Gemeenschap een aantal kandidaten gelijk aan het aantal vastgesteld voor dat jaar voor de Gemeenschap in het artikel 7 § 2 van huidig besluit.verhoogd of verminderd met het als debet of credit overgedragen aantal, met toepassing van artikel 8, § 2.

Art. 6.SELOR maakt de resultaten bekend.

Ze worden meegedeeld aan het RIZIV, aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid en aan elke kandidaat.

Met bekendmaking van de resultaten bedoelt men de bekendmaking van de lijsten, in alfabetische volgorde, van de namen van de kandidaten volgens dat ze wel of niet geselecteerd worden ten gevolge van het vergelijkend examen. HOOFDSTUK VI. - Het totaal aantal kandidaten houders van een diploma afgeleverd door een instelling die tot de Franse Gemeenschap of de Vlaamse Gemeenschap behoort, die het recht om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen bekomen

Art. 7.§ 1. Het totaal aantal kinesitherapeuten dat, na het diploma te hebben behaald bedoeld in artikel 21bis, § 2, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, jaarlijks het recht heeft om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen bedoeld in artikel 35novies, § 1, 2° mag voor de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008 niet hoger zijn dan jaarlijks 450 en 350 voor het jaar 2009; § 2. Per Gemeenschap is het aantal beoogd in artikel 1 vastgesteld als volgt : 1° wat het aantal kandidaten betreft dat een einddiploma afgeleverd door een universiteit of instelling van hoger onderwijs onder bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap heeft : jaarlijks 270 voor de jaren 2005, 2006, 2007, 2007 en 2008, en 210 voor het jaar 2009.2° wat het aantal kandidaten betreft dat een einddiploma afgeleverd door een universiteit of instelling van hoger onderwijs onder bevoegdheid van de Franse Gemeenschap heeft : jaarlijks 180 voor de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008, en 140 voor het jaar 2009.

Art. 8.§ 1. Indien het examen met toepassing van artikel 5, § 2, niet wordt georganiseerd voor de kandidaten die behoren tot één van beide Gemeenschappen, wordt aan de kandidaten onmiddellijk, op voorwaarde dat ze geldig zijn ingeschreven, het recht om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen toegekend. § 2. Indien het aantal erkende kinesitherapeuten die het recht bekomen om verstrekkingen te verrichten die voorwerp kunnen zijn van een tussenkomst van de verplichte verzekering geneeskundige verzorging en uitkeringen, in één of beide Gemeenschappen niet overeenstemt met de aantallen die in artikel 7, § 2 zijn bepaald, wordt het verschil voor de desbetreffende Gemeenschap naar gelang het geval verdeeld als debet of krediet over één of meerdere volgende jaren. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 9.Personen die beroepshalve kennis hebben van informatie waarvan de verspreiding de resultaten van de test zou kunnen beïnvloeden, zijn tot geheimhouding verplicht.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 11.Het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot vaststelling van het globaal aantal kinesitherapeuten, opgesplitst per Gemeenschap, die toegang hebben tot de beroepstitel van kinesitherapeut wordt opgeheven.

Art. 12.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en onze Minister van Ambtenarenzaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit voor de materies die hen betreffen.

Gegeven te Brussel, 20 juni 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Ambtenarenzaken en Maatschappelijke Integratie, Ch. DUPONT.