gepubliceerd op 30 juli 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 februari 2001 tot vaststelling van de vergoedingen waaraan het gebruik van openbare diensten betreffende de luchtvaart is onderworpen
20 JUNI 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 februari 2001 tot vaststelling van de vergoedingen waaraan het gebruik van openbare diensten betreffende de luchtvaart is onderworpen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de verordeningen (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;
Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, inzonderheid op het artikel 5;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 februari 2001 tot vaststelling van de vergoedingen waaraan het gebruik van openbare diensten betreffende de luchtvaart is onderworpen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 maart 2001;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 april 2001;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting van 22 mei 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gezien de hoogdringendheid een nieuwe § 6 in te voegen in artikel 13 van het koninklijk besluit van 14 februari 2001 nu tussen de N.V. BIAC en het Bestuur van de Luchtvaart de nodige afspraken zijn gemaakt om de beveiligingsvergoeding tegelijkertijd met de passagiersvergoeding te innen en vervolgens door te storten, hetgeen bij het inwerkingtreden op 3 maart 2001 van het voormeld koninklijk besluit nog niet het geval was;
Gezien de consultatie met de gebruikers van de luchthaven Brussel Nationaal, die plaatsvond op 30 maart 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een nieuwe paragraaf 6 wordt ingevoegd in artikel 13 van het koninklijk besluit van 14 februari 2001 tot vaststelling van de vergoedingen waaraan het gebruik van openbare diensten betreffende de luchtvaart is onderworpen, luidend als volgt : « § 6. De verschuldigde vergoeding bedraagt voor : 1) de inspectieprogramma's luchtvaartbeveiliging door de luchtvaartinspectie, op Brussel Nationaal en de inspecties in het kader van de one stop security 'vluchten';2) de opleidingsprogramma's luchtvaartbeveiliging en -veiligheid voor het bekomen of vernieuwen van de mandaten en bevoegdheidsverklaringen van agent en inspecteur van luchthaven- en luchtvaartinspectie op Brussel Nationaal en voor de deelname aan de bekwaamheids- of specialisatieproeven tot het bekomen van voormelde mandaten en bevoegdheidsverklaringen, verstrekt onder het gezag van het Bestuur van de Luchtvaart;3) voor de opleidingsprogramma's luchtvaartbeveiliging voor het veiligheidspersoneel behorend tot de luchtvaartexploitanten te Brussel Nationaal, verstrekt onder het gezag van het Bestuur van de Luchtvaart;4) voor de sensibilisatieprogramma's luchtvaartbeveiliging van de gebruikers op Brussel Nationaal en de ICAO/CEAC samenwerkingsprojecten beveiliging in het kader van one stop security; 0,15 EUR per vertrekkende passagier vanaf deze luchthaven, met inbegrip van de vertrekkende transferpassagier.
Deze vergoeding is niet verschuldigd voor : 1° kinderen onder de twee jaar;2° de transitpassagiers die hun reis voortzetten met hetzelfde luchtvaartuig (of met een vervangluchtvaartuig dat ingezet is wegens een technisch defect van het eerste luchtvaartuig) of met een vlucht die hetzelfde nummer draagt als de vlucht van aankomst;3° de bemanningsleden die verantwoordelijk zijn voor het luchtvaartuig;4° de passagiers die zich niet naar het buitenland begeven;5° de passagiers van de luchtvaartuigen aangewend voor het uitsluitend vervoer van Staatshoofden of Regeringsleden in functie met hun gevolg;6° de passagiers van niet-commerciële vluchten met een uitzonderlijk humanitair karakter of met een luchtvaartpropagandistisch karakter zonder winstoogmerk;7° de passagiers van vluchten die uitgevoerd worden op verzoek van de Minister of van zijn gemachtigde;8° de passagiers van luchtvaartuigen bestuurd door personeelsleden van Belgocontrol of van het Bestuur van de Luchtvaart;9° de passagiers van luchtvaartuigen die noodgedwongen terugkeren;10° de passagiers van vluchten die uitgevoerd worden met het doel ijkingen of metingen te verrichten voor rekening van Belgocontrol. Deze vergoeding is verschuldigd door de passagier en wordt begrepen in de vergoedingen die afzonderlijk vermeld staan op het vervoerbewijs.
Deze vergoeding wordt uitgevoerd door de N.V. BIAC die deze verder overmaakt aan het Bestuur van de Luchtvaart opdat deze wordt toegewezen aan het Fonds voor de Financiering en de Verbetering van de Controle-, Inspectie- en Onderzoeksmiddelen en van de Preventieprogramma's van de Luchtvaart. »
Art. 2.In paragrafen 8 en 9 van hetzelfde artikel wordt de volgende zin toegevoegd : « Deze paragraaf geldt niet voor de deelname aan de proeven tot het bekomen of verlengen van de mandaten of bevoegdheidsverklaringen van agent of inspecteur van luchthaveninspectie op de luchthaven Brussel Nationaal. »
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op de publicatie van het Belgisch Staatsblad .
Art. 4.Onze Minister bevoegd voor de Luchtvaart is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 juni 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT