Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 januari 2006
gepubliceerd op 01 februari 2006

Koninklijk besluit houdende de minimumvoorwaarden van contracten tot levering van huisbrandolie met spreiding van betaling aangeboden door geregistreerde handelaren

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2006011024
pub.
01/02/2006
prom.
20/01/2006
ELI
eli/besluit/2006/01/20/2006011024/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 JANUARI 2006. - Koninklijk besluit houdende de minimumvoorwaarden van contracten tot levering van huisbrandolie met spreiding van betaling aangeboden door geregistreerde handelaren


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 27 december 2005 houdende diverse bepalingen, inzonderheid de artikelen 37, eerste lid, 38 en 39, eerste lid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 19 december 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 22 december 2005;

Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door het feit dat de hoge prijs van huisbrandolie sommige gezinnen in betalingsmoeilijkheden kan brengen indien de aankoop van huisbrandolie op contante basis geschiedt, dat de Regering beslist heeft dat, teneinde deze betalingsmoeilijkheden te vermijden, een optioneel systeem van gespreide betaling dat beantwoordt aan bepaalde minimumvoorwaarden er zo snel mogelijk moet komen, dat dit besluit deze minimumvoorwaarden voor de contracten van gespreide betaling vastlegt, dat het bijgevolg dringend noodzakelijk is onderhavig besluit te nemen;

Gelet op het advies 39.674/3 van de Raad van State, gegeven op 29 december 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° De Wet : de wet van 27 december 2005 houdende diverse bepalingen;2° Verbruiker : elke natuurlijke persoon die, uitsluitend voor niet-beroepsmatige doeleinden, of iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die het beheer uitoefenen van een appartementsgebouw, huisbrandolie verwerven of gebruiken voor de verwarming van individuele of gezinswoningen, met uitsluiting van tweede verblijven;3° handelaar : elke handelaar, natuurlijke of rechtspersoon, die voor eigen rekening of voor rekening van derden of voor eigen behoeften en die ingeschreven is in de lijst overeenkomstig artikel 37 van de wet, huisbrandolie verdeelt, te koop aanbiedt of verkoopt, levert of vervoert in het kader van zijn beroepsactiviteit of met het oog op de verwezenlijking van zijn statutair doel.Deze personen dienen geregistreerd te zijn bij de FOD Economie, Algemene directie energie, afdeling petroleum; 4° Algemene directie : de Algemene directie Energie van de FOD Economie.5° Verwarmingsperiode : de periode die loopt van 1 september van een kalenderjaar tot 30 april van het daaropvolgend kalenderjaar. Duurtijd en opzeg van het contract

Art. 2.§ 1. 1° Het contract wordt afgesloten voor een bepaalde duur, van 12 maand voor de contracten afgesloten buiten de verwarmingsperiode en tot maximum 18 maand voor contracten afgesloten binnen de verwarmingsperiode.

Het contract neemt een aanvang op de dag van de ondertekening.

Bij gebrek aan een opzeg betekend door één van beide partijen tenminste één maand voor de vervaldatum van het contract via een aangetekende brief wordt het contract voor een onbepaalde duur verlengd. 2° Indien het contract van bepaalde duur vroegtijdig wordt opgezegd door één van beide partijen, is, behoudens in geval van overmacht of wijziging van domicilie, een schadevergoeding gelijk aan maximum twee maal het op dat ogenblik geldend maandbedrag, verschuldigd. § 2. 1° Te allen tijde kunnen één van beide partijen een einde stellen aan het contract van onbepaalde mits het versturen van een aangetekende brief en het respecteren van een opzegtermijn van één maand zonder dat partijen aan elkaar een schadevergoeding, een administratieve kost of enig ander bedrag verschuldigd zijn. 2° De handelaar vermeldt uitdrukkelijk op de jaarlijkse afrekening dat de verbruiker het recht heeft om het contract op te zeggen, mits het versturen van een aangetekende brief en het respecteren van een opzegtermijn van één maand zonder dat partijen aan elkaar een schadevergoeding, een administratieve kost of enig ander bedrag verschuldigd zijn. § 3. De opzegtermijn waarvan sprake in de §§ 1 en 2 begint te lopen de eerste kalenderdag van de maand volgend op de kalendermaand waarin de opzeg werd gegeven. § 4. In geval van opzeg van het contract, bezorgt de handelaar aan de verbruiker binnen de 30 kalenderdagen de afrekening. Deze afrekening bevat ten minste de elementen opgesomd in artikel 3, § 4, tweede alinea. Het saldo wordt onmiddellijk opeisbaar.

Maandbedrag en afrekening

Art. 3.§ 1 De verbruiker deelt ieder jaar, en voor de eerste maal ten laatste bij de ondertekening van het contract, zijn verwachte jaarverbruik van huisbrandolie aan de handelaar mee. De opgave van het verwachte jaarverbruik houdt geen enkele verplichting in tot effectieve afname van huisbrandolie door de verbruiker. § 2. Het door de verbruiker te betalen maandbedrag wordt jaarlijks op de verjaardag van het contract, en voor de eerste maal bij de ondertekening van het contract, door de handelaar vastgesteld en meegedeeld aan de verbruiker.

Dit maandbedrag wordt berekend door het verwachte jaarverbruik te vermenigvuldigen met de op de dag van de berekening geldende maximumprijs van de huisbrandolie, gedeeld door maximaal de looptijd in maanden van het contract.

Van deze algemene regel kan worden afgeweken op uitdrukkelijke vraag van de verbruiker en mits uitdrukkelijk akkoord van beide partijen. § 3. Tijdens de duur van het contract wordt het maandbedrag in meer of in minder aangepast, 1° op expliciete vraag van de verbruiker : - indien zijn reële verbruik ten minste 20 % lager ligt dan het aanvankelijk opgegeven verwachte verbruik of - indien de gemiddelde maximumprijs van de huisbrandolie van de laatste 3 maanden ten minste 20% lager ligt dan de maximumprijs van de huisbrandolie die als basis werd genomen voor de berekening van het maandbedrag.2° op uitdrukkelijke vraag van de handelaar : - indien het reële verbruik van de verbruiker ten minste 20 % hoger ligt dan zijn aanvankelijk opgegeven verwachte verbruik of - indien de gemiddelde maximumprijs van de huisbrandolie van de laatste 3 maanden ten minste 20 % hoger ligt dan de maximumprijs van de huisbrandolie die als basis werd genomen voor de berekening van het maandbedrag. Hiertoe publiceert de FOD Economie, Algemene Directie Energie op zijn website de gemiddelde maximumprijs van de huisbrandolie van de laatste drie maand. § 4. Ten laatste 30 kalenderdagen na de verjaardag van het contract, wordt door de handelaar aan de verbruiker een jaarlijkse afrekening overgemaakt.

Deze jaarlijkse afrekening bevat op gedetailleerde wijze ten minste de volgende elementen : - Een overzicht van alle leveringen, met vermelding van de datum van levering, de geleverde hoeveelheid en de aangerekende prijs; - Een overzicht van de door de verbruiker gedane betalingen, met vermelding van datum en bedragen; - Het saldo.

Voorschot

Art. 4.§ 1. Behoudens uitdrukkelijk andersluidend akkoord tussen partijen, bedraagt de eerste levering van huisbrandolie maximum 2000 liter. Het te betalen voorschot van de eerste levering bedraagt 25 % van de factuurprijs, dat volledig door de verbruiker betaald moet zijn uiterlijk op de dag van de eerste levering. Alle daaropvolgende leveringen bedragen minstens 900 liter, tenzij de inhoud van de huisbrandoliereservoir van de verbruiker minder bedraagt dan 1200 liter. § 2. Een handelaar is slechts gehouden een levering van huisbrandolie uit te voeren indien de verbruiker op de dag van deze levering alle verschuldigde maandbedragen heeft vereffend. § 3. Betaling via domiciliëring of via een permanente opdracht kan niet éénzijdig door de handelaar worden opgelegd.

Registratie van de handelaar

Art. 5.De registratie van de handelaar, bedoeld in artikel 37 van de wet, dient te gebeuren aan de hand van het formulier gedefinieerd in bijlage.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.

Art. 7.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 januari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^