Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 januari 2004
gepubliceerd op 28 januari 2004

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 april 1988 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en tot vaststelling van het aantal leden ervan

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004200090
pub.
28/01/2004
prom.
20/01/2004
ELI
eli/besluit/2004/01/20/2004200090/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 april 1988 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en tot vaststelling van het aantal leden ervan (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 35 en 36;

Gelet op de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, inzonderheid op artikel 27, gewijzigd door de programmawet van 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 april 1988 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en tot vaststelling van het aantal leden ervan;

Gelet op het in het Belgisch Staatsblad van 22 december 2003 bekendgemaakte bericht;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de gewijzigde wet inzake de dienstencheques, wijzigingen afgesproken bij de begrotingsopmaak 2004 en opgenomen in de programmawet, in werking treedt op 1 januari 2004; dat er tussen de stemming van deze wet en de inwerkingtreding ervan slechts enkele werkdagen liggen; dat op de werkgelegenheidsconferentie met de Gewesten en Gemeenschappen werd overeengekomen dat vanaf de begroting 2004 de financiering van de dienstencheques voor thuishulp van huishoudelijke aard louter federaal zou gebeuren en dat daaruit voortvloeiend ook de erkenningen zouden gebeuren door de federale overheid; dat artikel 83 van de programmawet voorziet dat de Koning de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid kan uitbreiden en dat de Koning in dit paritair comité paritaire subcomités kan oprichten;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 7decies van de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van buurtdiensten en -banen, de Koning de loon- en arbeidsvoorwaarden bepaalt van sommige werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst dienstencheques en dit in afwachting van de inwerkingtreding van specifieke conventionele bepalingen inzake loon- en arbeidsvoorwaarden vastgesteld in het autonoom paritair subcomité opgericht krachtens artikel 27, vierde lid, van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers;

Overwegende dat het de bedoeling is om de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst dienstencheques vast te leggen volgens de gebruikelijke procedures in het kader van sociale onderhandelingen en dat bijgevolg de bovenvermelde overgangsperiode zo kort mogelijk moet worden gehouden;

Op voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 8 april 1988 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en tot vaststelling van het aantal leden ervan wordt vervangen door het volgende opschrift : "Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren en tot vaststelling van het aantal leden ervan".

Art. 2.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 april 1988 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en tot vaststelling van het aantal leden ervan, wordt vervangen als volgt : "

Artikel 1.Er wordt een paritair comité opgericht, genaamd "Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren", dat bevoegd is voor de werknemers in het algemeen en hun werkgevers behorende tot volgende bedrijfstakken : 1. de uitzendbureaus en hun uitzendkrachten;2. a) de erkende uitzendbureaus die in de schoot van hun onderneming een "sui generis afdeling" hebben die zich inlaat met de tewerkstelling in het kader van de dienstencheques en hun werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst dienstencheques;b) de werkgevers die vallen onder de bevoegdheid van een paritair comité of subcomité dat niet werkt en hun werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst dienstencheques".

Art. 3.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 2.Het Paritair Comité voor de uitzendarbeid en de erkende ondernemingen die buurtwerken of -diensten leveren bestaat uit dertig gewone en dertig plaatsvervangende leden."

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.

Art. 5.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 januari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 24 juli 1987, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1987.

Programmawet van 22 december 2003, Belgisch Staatsblad van 31 december 2003.

Koninklijk besluit van 8 april 1988, Belgisch Staatsblad van 19 april 1988.

^