gepubliceerd op 11 maart 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven voor risicogroepen
20 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven voor risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de vormingsinitiatieven voor risicogroepen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 februari 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2007 Vormingsinitiatieven voor risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 8 augustus 2007 onder het nummer 84241/CO/214) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk en op de bedienden die zij tewerkstellen.
In afwijking op de eerste alinea is deze collectieve arbeidsovereenkomst niet van toepassing op de firma N.V. Celanese en op haar bedienden.
Met "bedienden" worden zowel het vrouwelijk als mannelijk bediendepersoneel bedoeld. HOOFDSTUK II. - Draagwijdte van de overeenkomst
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de jaren 2007 en 2008 in uitvoering van hoofdstuk VI - Vorming en opleiding - artikel 12, 2de alinea van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2007 voor de textielnijverheid en het breiwerk en in toepassing van titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1 van de wet houdende diverse bepalingen van 27 december 2006.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten met de bedoeling om met de opbrengst van de 0,20 pct. bijdrage een aantal initiatieven te ontwikkelen ter bevordering van de vorming van risicogroepen behorende tot de bedienden van de textiel- en breigoednijverheid. HOOFDSTUK III. - Initiatieven ter bevordering van de vorming van risicogroepen
Art. 4.Partijen komen overeen om in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst de volgende initiatieven te nemen : a) het verzorgen van een maximaal aantal opleidingen ten voordele van risicogroepen;b) het verrichten van studie- en onderzoeksopdrachten op het vlak van de opleidings- en vormingsbehoeften van bedienden van de textiel- en breigoednijverheid. Deze initiatieven zullen uitgevoerd worden in het kader van de werking van het sectoraal opleidingscentrum COBOT-Bedienden vzw.
Art. 5.Onder risicogroepen worden werkzoekenden en de volgende categorieën bedienden tewerkgesteld in de textiel- en breigoedondernemingen bedoeld : - alle bedienden die ingevolge de introductie van nieuwe technologieën of elke andere wijziging in hun functie het risico lopen hun tewerkstelling te verliezen; - de bedienden uit ondernemingen in moeilijkheden of in herstructurering die zonder bij- of omscholing het gevaar lopen hun tewerkstelling te verliezen.
De hiervoor bedoelde werkzoekenden en bedienden komen in aanmerking als risicogroep ongeacht hun leeftijd of hun genoten opleiding. HOOFDSTUK IV. - Studie- en onderzoeksopdrachten
Art. 6.Ten einde de opleidings- en vormingsinitiatieven die ontplooid worden door het opleidingscentrum vzw COBOT-Bedienden zo efficiënt en doeltreffend mogelijk te laten verlopen is het noodzakelijk om een blijvend inzicht te verwerven in de opleidings- en vormingsproblematiek van de bedienden in de textiel- en breigoednijverheid.
Het onderzoek ter zake dient onder andere studies te bevatten naar de opleidings- en vormingsbehoeften van de in de ondernemingen tewerkgestelde of nieuw aan te werven bedienden.
Art. 7.De in artikel 6 bedoelde studies en onderzoeken zullen worden verricht onder de leiding van het opleidingscentrum vzw COBOT-Bedienden. HOOFDSTUK V. - Patronale bijdrage
Art. 8.Zoals voorzien in hoofdstuk VI - Vorming en opleiding - artikel 12, 2de alinea van de algemene nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk, storten de werkgevers uit de textiel- en breigoednijverheid met ingang van 1 januari 2007 en voor de jaren 2007 en 2008 een bijdrage van 0,20 pct., berekend op het volledig loon van de bedienden, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet, aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textiel- en breigoednijverheid".
Deze bijdrage is om het kwartaal verschuldigd en wordt door het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk" geïnd en op de sectie "Opleiding" gestort. HOOFDSTUK VI. - Eindbepalingen
Art. 9.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2007 en is gesloten voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2008.
Art. 10.In toepassing van artikel 30 van de wet betreffende het generatiepact van 23 december 2005 wordt voorzien in een jaarlijkse toename van de participatiegraad aan vorming en opleiding met minstens 5 procentpunten.
Deze jaarlijkse toename zal gerealiseerd worden door : - de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2007 betreffende vormingsinitiatieven, die voorziet in het opstellen van opleidingsplannen. Het opleidingsplan moet door de werkgever voorgesteld worden aan de ondernemingsraad of bij ontstentenis aan de syndicale delegatie of bij ontstentenis aan COBOT-Bedienden; - het opleidingsaanbod van het opleidingscentrum COBOT-Bedienden, bekendmaken aan werkgevers en werknemers; - via COBOT-Bedienden acties ondernemen om de participatiegraad te verhogen; - werkgevers zullen aangemoedigd worden om alle, zowel formele als informele opleidingsinspanningen nauwgezet te registreren.
Art. 11.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit.
Art. 12.De collectieve arbeidsovereenkomst van 20 april 2007 betreffende vormingsinitiatieven voor risicogroepen wordt opgeheven.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 februari 2008.
De Minister van Werk, J. PIETTE