gepubliceerd op 09 april 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de eindejaarspremie
20 FEBRUARI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de eindejaarspremie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de eindejaarspremie.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 februari 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, J. PIETTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juli 2007 Eindejaarspremie (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2007 onder het nummer 84933/CO/207) Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en op de bedienden waarvan de functies opgenomen zijn in de classificatie der functies, vastgesteld door dit paritair comité.
Toekenningsmodaliteiten
Art. 2.Door de werkgever wordt een eindejaarspremie toegekend aan de in artikel 1 bedoelde bedienden die : a) op 31 december van het lopend jaar ten minste zes maanden anciënniteit tellen in de onderneming;b) krachtens een arbeidsovereenkomst voor bedienden verbonden zijn met de onderneming op het ogenblik van de betaling van de premie.
Art. 3.De minimum eindejaarspremie wordt vastgesteld op 100 pct. van het basisloon van de maand december.
Art. 4.De bedienden die voldoen aan de in artikel 2 vermelde voorwaarden, hebben recht op de premie naar rata van één twaalfde van het bedrag per werkelijk gewerkte maand tijdens het beschouwde dienstjaar, lopende van 1 januari tot 31 december.
Art. 5.In geval van indiensttreding vóór de 16de van de maand, wordt deze maand gelijkgesteld met een volledig gewerkte maand.
De maand tijdens dewelke de arbeidsovereenkomst voor bedienden wordt beëindigd, wordt gelijkgesteld met een volledig gewerkte maand voor zover de overeenkomst wordt beëindigd na de 15e van de maand.
Afwijkingen
Art. 6.De bedienden waarvan de arbeidsovereenkomst tijdens het beschouwde dienstjaar wordt beëindigd, met uitsluiting van deze die zelf ontslag hebben genomen vooraleer zij minstens één jaar anciënniteit in de onderneming tellen op het einde van de arbeidsovereenkomst, en met uitsluiting van deze welke door de werkgever worden ontslagen om dringende reden, genieten de premie naar rato van het aantal maanden werkelijke arbeidsprestaties tijdens dit dienstjaar, voor zover zij zes maanden anciënniteit tellen in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging wordt betekend.
Art. 7.De gepensioneerde bedienden alsmede de rechtverkrijgenden van een overleden bediende, genieten de premie onder dezelfde voorwaarden als vermeld in artikel 6.
Onder "rechtverkrijgenden" wordt verstaan : -de overlevende echtgenoot; - bij zijn ontstentenis, de minderjarige kinderen van de overledene die met hem samenwoonden; - bij hun ontstentenis, de ouders van de overledene, wier steun hij was.
Gelijkstellingen
Art. 8.Worden gelijkgesteld met werkelijke arbeid : - de afwezigheden te wijten aan een beroepsziekte, een arbeidsongeval of ongeval overkomen op de weg naar of van het werk, tot een maximumduur van twaalf maanden en voor zover zij erkend zijn door het verzekeringsorganisme; - de afwezigheden wegens ziekte of zwangerschapsverlof, gerechtvaardigd door een medisch getuigschrift en erkend door het verzekeringsorganisme, tot een maximumperiode van zes maanden; - de wettelijke vakantiedagen, de wettelijke feestdagen, de gerechtvaardigde afwezigheden "kort verzuim", de afwezigheden in het kader van de wetgeving betreffende het educatief verlof en van de sociale promotie, de syndicale verlofdagen en het verlof voor het uitoefenen van een deeltijds politiek mandaat; - het anciënniteitsverlof respectievelijk voorzien door de sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten van 28 juni 2005 (koninklijk besluit van 6 december 2005; Belgisch Staatsblad van 2 januari 2006) en van 12 juli 2007 overeenkomstig het artikel 7 van het nationaal akkoord 2007-2008 gesloten op 2 mei 2007 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.
Betalingsperiode
Art. 9.De eindejaarspremie wordt uitbetaald vóór 25 december van het lopend jaar.
Slotbepalingen
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst laat desgevallend de op het vlak van de ondernemingen bestaande gunstiger stelsels onaangeroerd.
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 28 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de eindejaarspremie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 6 december 2005 (Belgisch Staatsblad van 2 januari 2006).
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2007 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan slechts door een van de contracterende partijen worden opgezegd, ten vroegste vanaf 1 oktober 2008, mits een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, die de partijen ervan op de hoogte stelt. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum waarop de aangetekende brief aan de voorzitter wordt toegezonden. De poststempel geldt als bewijs.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 februari 2008.
De Minister van Werk, J. PIETTE