gepubliceerd op 17 januari 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het halftijds brugpensioen op 58 jaar voor de werknemers tewerkgesteld in de beschutte werkplaatsen gevestigd in de Duitstalige Gemeenschap
20 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het halftijds brugpensioen op 58 jaar voor de werknemers tewerkgesteld in de beschutte werkplaatsen gevestigd in de Duitstalige Gemeenschap (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het halftijds brugpensioen op 58 jaar voor de werknemers tewerkgesteld in de beschutte werkplaatsen gevestigd in de Duitstalige Gemeenschap.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 december 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Beilage Paritätische Unterkommission der beschützten Werkstätten in der Wallonischen Region und in der Deutschsprachigen Gemeinschaft Kollektives Arbeitsabkommen vom 28. Juni 2011 Halbzeitliche Frühpension mit 58 Jahren für die in den beschützten Werkstätten in der deutschsprachigen Gemeinschaft beschäftigten Arbeitnehmer (Abkommen eingetragen am 21. September 2011 unter der Nummer 105917/CO/327.03)
Artikel 1.Vorliegendes Kollektives Arbeitsabkommen ist ausschliesslich anwendbar auf Arbeitgeber und Arbeitnehmer der beschützenden Werkstätten in der Deutschsprachigen Gemeinschaft, anerkannt und bezuschusst durch die Dienststelle für Personen mit Behinderung, die der Paritätischen Unterkommission der beschützten Werkstätten in der Wallonischen Region und in der Deutschsprachigen Gemeinschaft (327.03) unterliegen.
Unter "Arbeitnehmer" versteht man die Arbeiter und Angestellten, männlich und weiblich.
Art. 2.Vorbehaltlich des Rahmenabkommens Nr. 55, abgeschlossen innerhalb des Nationalen Arbeitsrates am 13. Juli 1993 bezüglich der Bewilligung der halbzeitlichen Frühpension sowie gemäss dessen Bestimmungen ist das Prinzip der Anwendung eines Regimes der konventionellen halbzeitlichen Frühpension im vorgenannten Sektor für das aktive Personal anwendbar, gemäss der Artikel 33 und 34 des Gesetzes vom 1. Februar 2011 und des Artikels 56 des Gesetzes vom 12. april 2011.
Art. 3.Vorliegendes Kollektives Arbeitsabkommen ist anwendbar auf alle Arbeitnehmer im Dienst des Arbeitgebers, die ihre Tätigkeit mindestens 35 Stunden pro Woche im Rahmen eines Arbeitsvertrags ausüben, insofern sie den Alters- und der Betriebszugehörigkeitsbedingungen entsprechen, wie in den gesetzlichen Bestimmungen vorgesehen.
Art. 4.Die Verminderung der Leistungen ist Gegenstand einer Übereinstimmung zwischen dem Arbeitgeber und dem Arbeitnehmer. Diese Übereinstimmung muss mittels eines schriftlichen Abkommens konkretisiert werden, entsprechend den Bestimmungen des Gesetzes vom 1. Juli 1978 über die Arbeitsverträge. Der betreffende Arbeitnehmer muss, zum Zeitpunkt der Verminderung seiner Arbeitsleistungen auf Halbzeit, mindestens 12 Monate lang mindestens 35 Stunden pro Woche im Dienst des Arbeitgebers sein. Er muss mindestens 58 Jahre alt sein und eine berufliche Laufbahn von mindestens 5 Jahren im Sektor nachweisen können.
Die durch den Arbeitnehmer zu leistenden Arbeitsstunden ab der Verminderung seiner Arbeitsleistungen entspricht im Durchschnitt der Hälfte der Anzahl Arbeitsstunden eines Arbeitnehmers, der mindestens 35 Stunden pro Woche leistet.
Art. 5.Die zusätzliche Entschädigung wird nach den durch das Rahmenabkommen Nr. 55 des Nationalen Arbeitsrates vom 13. Juli 1993 vorgesehenen Regeln berechnet. Sie versteht sich brutto, vor jeglichem Sozial- und/oder Steuervorabzug.
Der Betrag der ergänzenden Entschädigung ist an die Entwicklung der Verbraucherpreisindex gemäss den Anwendungsmodalitäten in Sachen Arbeitslosenunterstützung gebunden, entsprechend den Bestimmungen des Gesetzes vom 2. August 1971 (Belgisches Staatsblatt vom 20. August 1971).
Ausserdem wird der Betrag dieser Entschädigungen jedes Jahr am 1.
Januar aufgrund des Koeffizienten, der vom Nationalen Arbeitsrat in Funktion der Gehaltsentwicklung festgelegt wird, neu berechnet.
Art. 6.Der halbzeitlich frühpensionierte Arbeitnehmer ab 58 Jahre, der entlassen wird, kann in das Statut des vollzeitlich Frühpensionierten übergehen.
Die Regeln hinsichtlich legalen Kündigungsfristen müssen respektiert werden.
In diesem Fall ist die zusätzliche Entschädigung, die dem halbzeitlich Frühpensionierten zusteht, zu Lasten des Arbeitgebers und wird so berechnet, als ob er seine Arbeitsleistungen nicht vermindert hätte.
Hierfür wird die Bruttoentlohnung des Arbeitnehmers seinen halbzeitlichen Leistungen entsprechend mit 2 multipliziert.
Art. 7.Zwecks Aufteilung der zu gewährenden Frühpensionslasten haben die sozialen Verhandlungspartner beschlossen, dem "Fonds de sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté en Région wallonne et Communauté germanophone" (Existenzsicherheitsfonds für die beschützenden Werkstätten in der Wallonischen Region und der Deutschsprachigen Gemeinschaft) die Verantwortung zu übertragen, eine Übernahme der Auszahlung der zusätzlichen Entschädigung zur Frühpension und der eventuellen Sozialbeiträge bis zu ihrem Ablauf (das heisst bis zu dem Alter, in dem der Frühpensionierte die Altersrente in Anspruch nehmen kann) zu gewähren oder abzulehnen.
Die sozialen Verhandlungspartner haben die feste Absicht, dieses Ziel im Rahmen des Budgets zu verwirklichen, das ihnen zu diesem Zwecke von der "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit Behinderung" zur Verfügung gestellt wird. Sie erklären, dass auch die Verwaltungsratsmitglieder des Existenzsicherheitsfonds nach diesem Gesichtspunkt handeln sollten.
Art. 8.Das tarifliche Frühpensionssystem ist fakultativ.
Der Arbeitgeber verpflichtet sich dazu, dem Arbeitnehmer zu gegebener Zeit die Frühpension anzubieten, und überlässt diesem die Entscheidungsfreiheit.
Art. 9.Der halbzeitlich Frühpensionierte wird entsprechend den gesetzlichen Bestimmungen ersetzt.
Art. 10.Das vorliegende Kollektive Arbeitsabkommen tritt am 1. Januar 2011 in Kraft und endet am 31. Dezember 2012.
Gesehen, um dem königlichen Erlass vom 20. Dezember 2012 als Beilage beigefügt zu werden.
Die Ministerin für Beschäftigung Frau M. DE CONINCK
Vertaling Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 2011 Halftijds brugpensioen op 58 jaar voor de werknemers tewerkgesteld in de beschutte werkplaatsen gevestigd in de Duitstalige Gemeenschap (Overeenkomst geregistreerd op 21 september 2011 onder het nummer 105917/CO/327.03)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is enkel van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen in de Duitstalige Gemeenschap, erkend en gesubsidieerd door de "Dienststelle für Personen mit Behinderung" en die ressorteren onder het Paritair Subcomité 327.03 voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap.
Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden en bedienden.
Art. 2.Ongeacht de kaderovereenkomst nr. 55, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 13 juli 1993, betreffende de toekenning van het halftijds brugpensioen en overeenkomstig de bepalingen hiervan, wordt het principe van de toepassing van een stelsel van conventioneel halftijds brugpensioen toegestaan in voornoemde sector voor het actieve personeel, conform de artikelen 33 en 34 van de wet van 1 februari 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/02/2011 pub. 07/02/2011 numac 2011012007 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord sluiten en artikel 56 van de wet van 12 april 2011.
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werknemers die bij de werkgever in dienst zijn en die hun activiteit gedurende minstens 35 uur per week uitoefenen in het kader van een arbeidsovereenkomst en voor zover zij voldoen aan de leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarden waarin de wettelijke bepalingen voorzien.
Art. 4.Over de vermindering van de prestaties wordt een akkoord gesloten tussen de werkgever en de werknemer. Dit akkoord moet worden geconcretiseerd in een schriftelijke overeenkomst, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978).
De betrokken werknemer moet op het ogenblik van de omschakeling naar halftijdse prestaties minstens 12 maanden in dienst zijn bij de werkgever, naar rato van minimum 35 uur per week. Hij moet minstens 58 jaar oud zijn en een beroepsloopbaan van minimum 5 jaar in de sector kunnen bewijzen.
Het door de werknemer te presteren aantal arbeidsuren vanaf het ogenblik waarop de vermindering van de prestaties ingaat, is gemiddeld gelijk aan de helft van het aantal arbeidsuren gepresteerd door een werknemer die tenminste 35 uur per week werkt.
Art. 5.De aanvullende vergoeding wordt berekend volgens de regels bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van de Nationale Arbeidsraad van 13 juli 1993. Het gaat om brutobedragen vóór iedere sociale en/of fiscale aftrek.
Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de modaliteiten die van toepassing zijn op de werkloosheidsuitkeringen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971).
Bovendien wordt het bedrag van deze vergoedingen ieder jaar op 1 januari herzien op basis van de door de Nationale Arbeidsraad vastgestelde coëfficiënt in functie van de evolutie van de lonen.
Art. 6.De werknemer die vanaf 58 jaar halftijds bruggepensioneerd is en die ontslagen wordt, kan overgaan naar het statuut van voltijds bruggepensioneerde.
De regels betreffende wettelijke opzegging zullen moeten worden nageleefd.
In dat geval zal de aan de halftijds bruggepensioneerde verschuldigde aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever worden berekend alsof het zijn arbeidsprestaties niet verminderd had; daartoe zal het brutoloon van de werknemer met betrekking tot zijn halftijdse prestaties vermenigvuldigd worden met twee.
Art. 7.Om de lasten van de toe te kennen brugpensioenen te verdelen, hebben de sociale gesprekspartners beslist om de verantwoordelijkheid voor het toekennen of weigeren om de betaling op zich te nemen van de aanvullende vergoeding voor brugpensioen en de eventuele sociale bijdragen tot het einde ervan (leeftijd waarop de bruggepensioneerde aanspraak kan maken op het ouderdomspensioen) over te dragen aan het "Fonds de sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté en Région wallonne et Communauté germanophone".
Het is de bedoeling van de sociale partners om deze doelstelling te verwezenlijken in het kader van de begroting die hun hiervoor ter beschikking wordt gesteld door de dienst "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit Behinderung". Zij verklaren dat de leden van de raad van beheer van het fonds ook in deze optiek zouden moeten handelen.
Art. 8.Het stelsel van conventioneel brugpensioen is facultatief.
De werkgever verbindt zich ertoe om het brugpensioen ten gepaste tijde voor te stellen aan de werknemer die de vrijheid van keuze heeft.
Art. 9.De halftijds bruggepensioneerde zal vervangen worden volgens de wettelijke bepalingen.
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2012.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december 2012.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK