Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 december 2002
gepubliceerd op 31 december 2002

Koninklijk besluit betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van vergunningen klasse A, B, C en E

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2002010173
pub.
31/12/2002
prom.
20/12/2002
ELI
eli/besluit/2002/12/20/2002010173/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van vergunningen klasse A, B, C en E


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers en meer bepaald artikel 19 en 71;

Gelet op de wet van 18 juli 2001 tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot vaststelling van de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen A, B, C en E;

Gelet op het advies van de kansspelcommissie van 4 september 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 oktober 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 11 december 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de hoogdringendheid gemotiveerd wordt in de mate dat dit besluit de bijdragen van de kansspelinrichtingen voor het kalenderjaar 2003 betreft, bijdragen die het budget van de Kansspelcommissie uitmaken voor het kalenderjaar 2003;

In de mate dat de wet van 7 mei 1999 eveneens voorziet in de bevestiging krachtens een wet, is het van belang dat dit Koninklijk besluit zo snel mogelijk kan gepubliceerd worden, wat de afwezigheid van advies van de Raad van state rechtvaardigt;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Financiën, van Onze Minister van Economie, van Onze Minister van Volksgezondheid, en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor het burgerlijk jaar 2003, bedraagt de retributie voor een vergunning klasse A euro 15.225, de retributie voor een vergunning klasse B bedraagt euro 7.613, de retributie voor een vergunning klasse C bedraagt euro 102, de retributie voor een vergunning klasse E bedraagt euro 2.538 voor de houders die enkel diensten leveren in het raam van het onderhoud, het herstel of de uitrusting van de kansspelen, voor al de andere houders van een vergunning klasse E bedraagt de retributie euro 1.269 per aangevatte schijf van 50 toestellen.

Daarenboven bedraagt de retributie voor de houders van een vergunning klasse A, die automatische kansspelen exploiteren, euro 254 per toestel met een minimum van euro 7.613.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.

Art. 3.Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Financiën, Onze Minister van Economie en Onze Minister van Volksgezondheid, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 december 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Economie, Ch. PICQUE De Minister van Volksgezondheid, J. TAVERNIER

^