20 APRIL 2010. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tussenkomt in de kosten van menselijk vol bloed en sommige labiele bloedproducten

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 37, § 8;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 november 2006 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tussenkomt in de kosten van vol menselijk bloed en sommige labiele bloedproducten;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 april 1996 betreffende de afneming, de bereiding, de bewaring en de terhandstelling van bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong;

Gelet op het ministerieel besluit van de 28 juni 2009 houdende vaststelling van de prijs van het bloed en van de labiele bloedproducten;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 24 juli 2009;

Gelet op het advies van het Comité van de Verzekering voor Geneeskundige Verzorging, gegeven op 27 juli 2009;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 oktober 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 9 november 2009;

Gelet op advies 47.515/2 van de Raad van State, gegeven op 15 december 2009, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een tegemoetkoming vanwege de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen wordt toegestaan voor menselijk volbloed en voor de labiele bloedproducten opgesomd in artikel 2, afgeleverd door elke bloedinstelling, erkend in toepassing van het koninklijk besluit van 4 april 1996 betreffende de afneming, de bereiding, de bewaring en de terhandstelling van bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong.

Art. 2.Onder de labiele bloedproducten worden, voor de toepassing van dit besluit, de volgende producten verstaan zoals ze zijn omschreven in het bovengenoemde koninklijk besluit van 4 april 1996, gewijzigd door het koninklijk besluit van 28 juni 2009 : 1° Gedeleukocyteerd erytrocyten-concentraat (filter inbegrepen) : a) Eenheid « volwassene »;b) Eenheid « zuigeling »;c) Autologe eenheid;2° Gedeleukocyteerd erytrocyten-concentraat bestraald (filter inbegrepen) : a) Eenheid « volwassene »;b) Eenheid « zuigeling »;3° Vers ingevroren plasma virus-geïnactiveerd;4° Vers ingevroren plasma autoloog;5° Gedeleukocyteerd bloedplaatjes-concentraat (filter inbegrepen);6° Gedeleukocyteerd bloedplaatjes-concentraat bestraald (filter inbegrepen);7° Gedeleukocyteerd bloedplaatjes-concentraat pathogeen-gereduceerd (filter inbegrepen);8° Leukocytenconcentraat.

Art. 3.Het vers ingevroren plasma virus-geïnactiveerd wordt vergoed als het wordt voorgeschreven in één van de volgende situaties : - geïsoleerde tekort aan coagulatiefactor V of XI; - massale bloeding, toe te schrijven aan een overdosering van antivitaminen K wanneer de behandeling met vitamine K onvoldoende is; - massale hemorragie met een gecombineerd tekort aan coagulatiefactoren of na trombolyse; - trombotische trombocytopenische purpura; - neonatale wisseltransfusie wegens ABO-incompatibilteit.

De gegevens die aantonen dat de rechthebbende zich op het ogenblik van het voorschrijven in de voornoemde situaties bevond, worden ter beschikking van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering gehouden.

Art. 4.De tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen dekt de volledige prijs van het aantal eenheden van het menselijk volbloed en van de labiele bloedproducten genoemd in het artikel 2, zoals hij is vastgesteld door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 van de wet van 5 juli 1994 betreffende bloed en bloedderivaten van menselijke oorsprong.

De facturering gebeurt met vermelding van de pseudo-codes, opgenomen in bijlage 1 van dit besluit.

Art. 5.De bloedinstelling bedoeld in artikel 1 is verplicht over documenten of verklaringen te beschikken waaruit blijkt dat het aan de verzekeringinstellingen in rekening gebracht menselijk volbloed of labiele bloedproducten werkelijk werden toegediend; die documenten of verklaringen zijn ter beschikking van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Met het oog hierop wordt elke toediening van menselijk volbloed of labiele bloedproducten aan een rechthebbende in een verplegingsinrichting, geattesteerd door de behandelende arts in de verplegingsinrichting.

De verplegingsinrichting bezorgt op regelmatige tijdstippen en op digitale wijze een verzamelattest van de individuele toedieningen aan de bloedinstelling. Op dit digitaal verzamelattest worden minimaal de volgende gegevens vermeld : naam en voornaam rechthebbende, adres verzekeringsinstelling, toedienende arts, toedieningsdatum, nummer afleveringsbon, aantal eenheden, codenummer, eenheidsprijs, totale prijs. De vorm en het format van deze gegevensuitwisseling wordt in onderling overleg tussen de verplegingsinrichting en de bloedinstelling gedefinieerd.

Art. 6.Indien het menselijk volbloed of de labiele bloedproducten zijn toegediend in een verplegingsinrichting, wordt de prijs ervan aangerekend op de verpleegnota door de verplegingsinrichting.

Met het oog hierop bezorgt de bloedinstelling een exemplaar van het in artikel 5, derde lid bedoelde verzamelattest, medeondertekend door de verantwoordelijke arts van de bloedinstelling.

In de andere gevallen wordt de facturering verricht door de instelling bedoeld artikel 1.

Art. 7.Het koninklijk besluit van 23 november 2006 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tussenkomt in de kosten van vol menselijk bloed en sommige labiele bloedproducten is opgeheven.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 24 juli 2009.

Art. 9.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 april 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX

BIJLAGE 1 PSEUDO-CODES

Pseudo-code

niet-opgenomen rechthebbende

opgenomen rechthebbende

Menselijk vol bloed :per enheid

752-113

752-124

Gedeleukocyteerd erytrocyten-concentraat (filter inbegrepen) :

Eenheid « volwassene » : per eenheid

752-452

752-463

Eenheid « zuigeling » : per eenheid

752-474

752-485

Autologe eenheid per afgenomen eenheid

752-555

752-566

Gedeleukocyteerd erytrocyten-concentraat bestraald (filter inbegrepen) :

Eenheid « volwassene » : per eenheid

752-570

752-581

Eenheid « zuigeling » : per eenheid

752-592

752-603

Vers ingevroren plasma virus-geïnactiveerd per eenheid :

752-430

752-441

Vers ingevroren plasma autoloog per eenheid

752-415

752-426

Gedeleukocyteerd bloedplaatjes-concentraat (filter inbegrepen)

per eenheid van 0,5 x 1011 bloedplaatjes

752-496

752-500

per eenheid van minimaal 4 x 1011 bloedplaatjes

752-614

752-625

Gedeleukocyteerd bloedplaatjes-concentraat bestraald (filter inbegrepen)

per eenheid van 0,5 x 1011 bloedplaatjes

752-636

752-640

per eenheid van minimaal 4 x 1011 bloedplaatjes

752-651

752-662

Gedeleukocyteerd bloedplaatjes-concentraat pathogeen-gereduceerd (filter inbegrepen)

per eenheid van 0,5 x 1011 bloedplaatjes

752-673

752-684

per eenheid van minimaal 4 x 1011 bloedplaatjes

752-695

752-706

Leukocytenconcentraat per eenheid

752-393

752-404

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 20 april 2010 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tussenkomt in de kosten van menselijk volbloed en sommige labiele bloedproducten.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX