gepubliceerd op 01 oktober 2007
Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Dendermonde
19 SEPTEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Dendermonde
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 84, gewijzigd bij de wet van 17 juli 1997, op artikel 85, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 86, op artikel 88, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 89, gewijzigd bij de wet van 17 februari 1997, op artikel 90 gewijzigd bij de wet van 22 december 1998, op artikel 91, gewijzigd bij de wetten van 3 augustus 1992, 11 juli 1994 en 28 maart 2000, op artikel 92, gewijzigd bij de wetten van 3 augustus 1992 en 28 november 2000 en op de artikelen 93, 95 en 96;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 november 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Dendermonde, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 december 1999;
Gelet op de adviezen van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent, van de eerste voorzitter van het arbeidshof te Gent, van de procureur-generaal te Gent, van de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van de procureur des Konings te Dendermonde, van de hoofdgriffier van de rechtbank van koophandel te Dendermonde en van de stafhouder van de Orde van advocaten te Dendermonde;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De rechtbank van koophandel te Dendermonde bestaat uit zeven kamers en één kamer voor handelsonderzoek.
Art. 2.De zaken worden als volgt verdeeld onder de kamers die zitting houden op de hierna bepaalde dagen, telkens in het Gerechtsgebouw, Noordlaan 31, 9200 Dendermonde : - de eerste kamer : inleidingskamer voor alle zaken met uitzondering van de geschillen inzake faillissement en gerechtelijke akkoorden bedoeld in artikel 574, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek en pleitzaken donderdagvoormiddag te 9 u. 30 m.; - de tweede kamer : pleitzaken elke donderdagvoormiddag te 9 u. 30 m.; - de derde kamer : pleitzaken elke dinsdagvoormiddag te 9 u. 30 m.; - de vierde kamer : pleitzaken elke maandagvoormiddag te 9 u. 30 m.; - de vijfde kamer : pleitzaken elke vrijdagvoormiddag te 9 u. 30 m.; - de zesde kamer : inleidingskamer en pleitzaken voor de geschillen inzake faillissement en gerechtelijk akkoord bedoeld in artikel 574, 2°, van het Gerechtelijk Wetboek elke maandagvoormiddag te 9 u. 30 m.; - de zevende kamer : pleitzaken voor de geschillen inzake faillissement en gerechtelijk akkoord elke woensdagvoormiddag te 9 u. 30 m.
De kamer voor handelsonderzoek zetelt alle werkdagen vanaf 9 uur.
De zittingen in kortgeding en zoals in kortgeding hebben plaats elke woensdag te 9 u. 30 m.
Art. 3.De kamers kunnen naargelang van de behoeften van de dienst, buitengewone zittingen houden waarvan zij zelf de dagen en de uren bepalen in overeenstemming met de voorzitter van de rechtbank.
Art. 4.Indien de behoeften van de dienst het vergen, kan de voorzitter van de rechtbank, na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, beslissen dat één of meer kamers bijkomende zittingen zullen houden op de dagen en de uren die hij vaststelt.
Art. 5.De voorzitter van de rechtbank kan ook, na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, voorlopig het aantal en de bevoegdheden van de kamers wijzigen.
Art. 6.De voorzitter van de rechtbank bepaalt, na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, de dag en het uur van de vakantiezittingen en wijst de magistraten aan die er zitting dienen te nemen.
De voorzitter van de rechtbank kan ten allen tijde die lijst wijzigen met oog op de behoeften van de dienst.
Art. 7.Het koninklijk besluit van 9 november 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Dendermonde, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 december 1999, wordt opgeheven.
Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 9.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 september 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX