19 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, inzonderheid op artikel 8, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 maart 1995, 5 september 2002 en 4 augustus 2004, op artikel 12, laatste lid, gewijzigd bij de wet van 22 juli 1993 en op artikel 13, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2001;

Overwegende dat bij de huidige methode voor de jaarlijkse berekening van de kilometervergoeding die wordt toegekend aan de personeelsleden die hun eigen motorvoertuig gebruiken voor dienstnoodwendigheden, een formule met twaalf parameters wordt toegepast;

Overwegende dat het, met het oog op vereenvoudiging en transparantie, aangewezen is om gebruik te maken van een duidelijkere formule; dat dan ook wordt voorgesteld dat de jaarlijkse aanpassing van de kilometervergoeding automatisch gebeurt door een koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen;

Overwegende dat de reglementering in overeenstemming moet worden gebracht met de nieuwe terminologie die voortvloeit uit de hervorming van de loopbaan van niveau A;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 15 maart 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 9 juni 2005;

Gelet op het protocol nr. 528 van 16 juni 2005 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op advies 38.669/1 van de Raad van State, gegeven op 12 juli 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 8 van het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 maart 1995, 5 september 2002 en 4 augustus 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid worden de woorden « , de afgevaardigden van de erkende vakbonden en de personeelsleden met een graad die niet is ondergebracht in een rang.» vervangen door de woorden « en de afgevaardigden van de erkende vakbonden. »; 2° het tweede lid wordt vervangen door de volgende tekst : « De personen die belast zijn met hogere functies dan diegene van hun vakklasse of van hun graad, reizen in de klasse waarin wordt voorzien voor de vakklasse of de graad waarin zij de functies uitoefenen.»

Art. 2.Artikel 12, vijfde lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de wet van 22 juli 1993, wordt aangevuld met de woorden « of die niet zijn benoemd in een vakklasse ».

Art. 3.In artikel 13 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2001 worden het eerste tot het vierde lid vervangen door de volgende leden : « De personen die voor hun verplaatsingen in dienstverband een eigen wagen gebruiken, hebben recht op een kilometervergoeding om alle kosten te dekken die voortvloeien uit het gebruik van het voertuig.

Het bedrag van de kilometervergoeding wordt jaarlijks herzien op 1 juli.

Op deze datum wordt het bedrag van de kilometervergoeding verhoogd met een breuk, waarvan de noemer het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand mei van het voorafgaande jaar en de teller het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand mei van het lopende jaar is; het verkregen resultaat wordt bepaald tot en met de vierde decimaal.

Voor de herziening van het bedrag van de kilometervergoeding op 1 juli 2005 wordt het aan te passen bedrag vastgelegd op 0,2771 EUR per kilometer. »

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van de artikelen 1 en 2 die uitwerking hebben met ingang van 1 december 2004.

Art. 5.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 september 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken, Ch. DUPONT