gepubliceerd op 11 januari 2021
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de aanvullende modaliteiten bij de opmaak van diensten
19 NOVEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de aanvullende modaliteiten bij de opmaak van diensten (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2020, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de aanvullende modaliteiten bij de opmaak van diensten.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 november 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2020 Aanvullende modaliteiten bij de opmaak van diensten (Overeenkomst geregistreerd op 17 juli 2020 onder het nummer 159545/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en van wie de activiteit bestaat uit het verzekeren van geregeld vervoer in opdracht van de Vlaamse Vervoermaatschappij alsook op de leden van hun rijdend personeel die aan de uitvoering van dit geregeld vervoer zijn toegewezen. § 2. Onder "geregeld vervoer" wordt verstaan : het personenvervoer verricht voor rekening van de VVM en de OTW-TEC, ongeacht de capaciteit van het voertuig en ongeacht het soort aandrijving van de gebruikte vervoermiddelen. Dit vervoer wordt verricht volgens de volgende criteria : een welbepaald traject en een welbepaald, geregeld uurrooster. De passagiers worden opgehaald en afgezet aan vooraf vastgelegde halten. Dit vervoer is toegankelijk voor iedereen, zelfs indien, in voorkomend geval, het verplicht is de reis vooraf te reserveren. § 3. Met "rijdend personeel" worden zowel de vrouwelijke als de mannelijke leden van het rijdend personeel bedoeld. HOOFDSTUK II. - Definities
Art. 2.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder : 1. "dienst" : chauffeursprestatie van één dag;2. "stationnement" : de tijd van stilstand op de lijn;3. "onderbreking" : de tijd van stilstand op de stelplaats van vertrek en welke in de diensttijd is begrepen. HOOFDSTUK III. - Aanvullende modaliteiten bij de opmaak van diensten
Art. 3.§ 1. De maximale duur van een ononderbroken rijprestatie van het rijdend personeel bedraagt 4 uur. § 2. Na een ononderbroken rijprestatie van 4 uur wordt 15 minuten stationnement of onderbreking aan het rijdend personeel gegeven met dien verstande dat in een dienst één van de stationnementen of onderbrekingen minstens 20 minuten bedraagt. Tijdens dit stationnement van minstens 20 minuten kan het rijdend personeel vrij over zijn tijd beschikken. De werkgever duidt het stationnement van minstens 20 minuten aan, tijdens hetwelk het rijdend personeel vrij over zijn tijd kan beschikken. Dit is zichtbaar op de dienstbeschrijving. § 3. Een stationnement of een onderbreking van minder dan 15 minuten onderbreekt de rijprestatie niet. Indien het stationnement of de onderbreking minder dan 15 minuten duurt, wordt de rijprestatie niet onderbroken en wordt de duur van het stationnement of de onderbreking meegerekend om de totale duur van 4 uur te berekenen. § 4. Bij aantoonbare structurele vertragingen, dit wil zeggen vertragingen die niet het gevolg zijn van onvoorzienbare omstandigheden, worden de diensten aangepast volgens de principes hierboven vermeld. § 5. De stationnementen en de onderbrekingen worden vergoed zoals bepaald in de artikelen 14 en 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2002 houdende het reglement op de arbeidsduur van het rijdend personeel van de ondernemingen van de openbare autobusdiensten die werken in opdracht van de Vlaamse Vervoermaatschappij (VVM), algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 september 2003, Belgisch Staatsblad van 18 november 2003. § 6. De aanvullende modaliteiten vermeld in de § § 1 tot en met 5, doen geen afbreuk aan gunstiger afspraken op ondernemingsniveau. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding en geldigheidsduur
Art. 4.§ 1. Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 september 2020 en is gesloten voor onbepaalde duur. § 2. Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd.
Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 november 2020.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE