Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 november 2009
gepubliceerd op 15 januari 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot wijziging en vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006 houdende invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2009012253
pub.
15/01/2010
prom.
19/11/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 NOVEMBER 2009. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot wijziging en vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006 houdende invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zeevisserij;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot wijziging en vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006 houdende invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 november 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de zeevisserij Collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2008 Wijziging en vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006 houdende invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers (Overeenkomst geregistreerd op 27 januari 2009 onder het nummer 90450/CO/143) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de reders en de werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zeevisserij nr. 143 en die onder het toepassingsgebied vallen van het koninklijk besluit van 17 februari 2005 tot uitvoering van de bepalingen van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisserij. HOOFDSTUK II. - Doelstelling

Art. 2.Het doel van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is aan alle werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij (artikel 4 van de wet van 3 mei 2003), die een erkenning hebben verkregen als zeevisser een aanvullend pensioen te verzekeren en in een forfaitaire dekking te voorzien bij overlijden of permanente arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval. HOOFDSTUK III. - Inrichter

Art. 3.Het fonds voor bestaanszekerheid, "Zeevissersfonds" genaamd dat werd opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 1986 gesloten in het Paritair Comité van de zeevisserij, treedt op als inrichter. HOOFDSTUK IV. - Pensioeninstelling

Art. 4.De verzekeringsinstelling, belast met de uitvoering van het sectoraal pensioenstelsel voor de waarborgen overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval en arbeidsongeschiktheid is Fortis Corporate Insurance NV, toegelaten onder het nr. 0745 overeenkomstig artikel 66 van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen.

De pensioeninstelling, belast met het beheer van het sectoraal pensioenstelsel voor de waarborg leven, is Fortis Insurance Belgium, NV, R.P.R. 0404.494.849, toegelaten onder het nr. 0079 overeenkomstig de laatste alinea van artikel 4 van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. Het beheer zal uitgevoerd worden door de pensioeninstelling overeenkomstig de bepalingen van een beheersovereenkomst gesloten tussen de inrichter en de pensioeninstelling.

Art. 5.Het pensioenreglement van dit sectoraal pensioenstelsel wordt gevoegd als bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK V. - Bijdrage en aanwending Afdeling 1. - Aanvullend pensioen

Art. 6.Het aanvullend pensioen wordt gefinancierd door een jaarlijkse bruto bijdrage van 425,00 EUR per 200 gepresteerde RSZ-dagen per verzekeringsjaar tewerkstelling als erkend zeevisser. Deze bijdrage wordt verhoogd met toepasselijke kosten en premietaksen. Als de zeevisser minder dan 200 gepresteerde RSZ-dagen als erkende zeevisser kan bewijzen per verzekeringsjaar wordt de bijdrage pro rata berekend om rekening te houden met de werkelijke gepresteerde RSZ-dagen.

Art. 7.De bruto bijdrage verhoogd met de toepasselijke kosten en premietaksen zal door het Zeevissersfonds worden betaald, enerzijds met middelen uit de afhouding van de bruto bijdrage verhoogd met de toepasselijke kosten en premietaksen van de door de werkgever aan het Zeevissersfonds verschuldigde wettelijk verplichte bijdragen en anderzijds met middelen uit de terugvordering van de bruto bijdrage verhoogd met de toepasselijke kosten en premietaksen van de werkgevers van wie niet vaststaat dat zij wettelijke verplichtingen aan het Zeevissersfonds hebben.

Art. 8.Deze bijdrage wordt jaarlijks aangepast op 1 januari aan de evolutie van de gezondheidsindex met als basis het laatst gekende indexcijfer op 1 januari 2006.

Art. 9.Deze bijdrage wordt aangewend voor een pensioenopbouw in de verzekeringscombinatie "Uitgesteld Kapitaal met Tegenverzekering van de Reserves". Afdeling 2. - Forfaitaire dekking

Art. 10.De forfaitaire dekkingen worden gefinancierd door een jaarlijkse bruto bijdrage van 75,00 EUR. Deze bijdrage wordt verhoogd met de toepasselijke kosten en premietaksen.

Art. 11.De bruto bijdrage verhoogd met de toepasselijke kosten en premietaksen zal door het Zeevissersfonds worden betaald, enerzijds met middelen uit de afhouding van de bruto bijdrage verhoogd met de toepasselijke kosten en premietaksen van de door de werkgever aan het Zeevissersfonds verschuldigde wettelijk verplichte bijdragen en anderzijds met middelen uit de terugvordering van de bruto bijdrage verhoogd met de toepasselijke kosten en premietaksen van de werkgevers van wie niet vaststaat dat zij wettelijke verplichtingen aan het Zeevissersfonds hebben.

Art. 12.Deze bijdrage wordt jaarlijks aangepast op 1 januari volgens dezelfde evolutie als het wettelijk maximum zoals bepaald door de wetgeving inzake arbeidsongevallen met als basis laatstgekende indexcijfer op 1 januari 2006.

Art. 13.Deze bijdrage wordt aangewend voor : - een forfaitair eenmalig kapitaal van 25.000 EUR bij overlijden door een arbeidsongeval; - een forfaitair eenmalig kapitaal van 25.000 EUR bij permanente arbeidsongeschiktheid van meer dan 66 pct. door een arbeidsongeval.

Art. 14.De forfaitaire dekkingen van 25.000 EUR worden jaarlijks aangepast op 1 januari aan de evolutie van de index overeenkomstig artikel 39 van de Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 met als basis het laatst gekende indexcijfer op 1 januari 2006. HOOFDSTUK VI. - Uittreding

Art. 15.De procedure van uittreding uit het sectoraal pensioenstelsel wordt geregeld overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het als bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen pensioenreglement. HOOFDSTUK VII. - Duur

Art. 16.Huidige collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006 met ingang van 1 januari 2009.

Art. 17.Zij kan worden opgeheven mits aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair comité waarbij een opzegtermijn van zes maanden wordt gerespecteerd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 november 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2008, gesloten in het Paritair Comité voor de zeevisserij, tot wijziging en vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006 houdende invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers Zeevissersfonds Pensioenreglement Algemeen Het huidige reglement treedt in werking op 1 januari 2009 volgens de modaliteiten van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2008 gesloten in het Paritair Comité van de zeevisserij (PC 143), die de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006 gesloten in het Paritair Comité van de zeevisserij (PC 143) houdende de invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers wijzigt en vervangt.

Artikel 1.Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder :

Aangeslotene

Alle werknemers tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst wegens scheepdienst voor de zeevisserij (artikel 4 van de wet van 3 mei 2003), die een erkenning hebben verkregen als zeevisser.

Affilié

Tous les travailleurs occupés dans le cadre d'un contrat d'engagement maritime pour la pêche maritime (article 4 de la loi du 3 mai 2003), et détenant un agrément comme marin pêcheur.

Arbeidsongeval

Een arbeidsongeval dat zich tijdens en door het feit van de uitvoering van een arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij heeft voorgedaan.

Accident du travail

Un accident du travail qui s'est produit dans le cours et par le fait de l'exécution d'un contrat d'engagement maritime pour la pêche maritime.

Bijdrage

De bijdragen die door de inrichter gestort worden als tegenwaarde van de verbintenissen van de pensioeninstelling en van de verzekeringsinstelling.

Contribution

Les contributions versées par l'organisateur en contrepartie des engagements de l'organisme de pension et de la compagnie d'assurances.

CBFA

De openbare instelling opgericht bij artikel 29 van de wet van 9 juli 1975 en beheerst door de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.

CBFA

L'organisme public créé par l'article 29 de la loi du 9 juillet 1975 et régi par la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et aux services financiers.

Datum van inwerkingtreding

1 januari 2009

Date de prise d'effet

1er janvier 2009.

Erkend zeevisser

De werknemer die erkend wordt als zeevisser overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 17 februari 2005 tot uitvoering van de bepalingen van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser.

Marin pêcheur agréé

Le travailleur reconnu comme marin pêcheur, conformément aux dispositions de l'arrêté royal du 17 février 2005 portant exécution des dispositions de la loi du 3 mai 2003 portant réglementation du contrat d'engagement maritime pour la pêche maritime et améliorant le statut social du marin pêcheur.

Financieringsfonds

Stelsel van collectieve reserve, dat beheerd wordt overeenkomstig de in het huidig pensioenreglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen.

Fonds de financement

Système de réserve collective, géré conformément aux objectifs et dispositions définis au présent règlement de pension.

Gepresteerde RSZ-dagen

Al de dagen die deel uitmaken van een arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij, zoals omschreven bij de artikel 8, leden 1 en 2 van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser.

Jours ONSS prestés

Tous les jours qui font l'objet d'un contrat d'engagement maritime pour la pêche maritime, tel que défini à l'article 8, alinéas 1er et 2 de la loi du 3 mai 2003 portant réglementation du contrat d'engagement maritime pour la pêche maritime et améliorant le statut social du marin pêcheur.

Inrichter

Het fonds voor bestaanszekerheid, "Zeevissersfonds" genaamd dat werd opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 29 augustus 1986 gesloten in het Paritair Comité van de zeevisserij.

Organisateur

Le fonds de sécurité d'existence, dénommé "Zeevissersfonds" et institué par la convention collective de travail du 29 août 1986 conclue au sein de la Commission paritaire de la pêche maritime.

Jaarlijkse aanpassing

De datum waarop de aanpassing van de lopende contracten plaatsvindt, met name bij het begin van elk verzekeringsjaar.

Adaptation annuelle

La date à laquelle l'adaptation des contrats en cours intervient, à savoir au début de chaque année d'assurance.

Pensioendatum

De eerste dag van de maand die volgt op de 60e verjaardag van de aangeslotene.

Date de la pension

Le premier jour du mois suivant le 60ème anniversaire de l'affilié.

Pensioeninstelling

Fortis Insurance Belgium NV, R.P.R. 0404.494.849, toegelaten onder het nr. 0079 overeenkomstig de laatste alinea van artikel 4 van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen die wordt belast met het verzekeren van de waarborg leven zoals gedefinieerd in artikel 7.

Organisme de pension

Fortis Insurance Belgium SA, R.P.M. 0404.494.849, agréée sous le n° 0079, conformément au dernier alinéa de l'article 4 de la loi du 9 juillet 1975 relative au contrôle des entreprises d'assurances, qui est chargée d'assurer la garantie vie définie à l'article 7.

Pensioentoezegging

De toezegging van een aanvullend pensioen conform onderhavig pensioenreglement door de inrichter aan de aangeslotenen en/of hun rechthebbenden.

Engagement de pension

L'engagement d'un organisateur de constituer une pension complémentaire au profit des affiliés et/ou leur(s) ayant(s) droit, conformément au présent règlement de pension.

Slaper

Gewezen werknemer die de actuele of uitgestelde rechten blijft genieten conform huidig reglement.

Dormant

Ancien travailleur, qui continue à bénéficier de droits actuels ou différés, conformément au présent règlement.

Toezegging van het type "vaste bijdragen"

De verbintenis tot het betalen aan de pensioeninstelling van vooraf vastgestelde premies tot financiering van de pensioentoezegging.

Engagement de type "contributions définies"

Engagement à payer à l'organisme de Pension, les primes déterminées a priori, pour le financement de l'engagement de pension.

Uittreding

Intrekking van de erkenning als zeevisser anders dan door overlijden of pensionering.

Sortie

Retrait de l'agrément comme marin pêcheur autrement que par le décès ou la pension.

Verworven reserves

De wiskundige reserves waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig dit pensioenreglement.

Réserves acquises

Les réserves mathématiques auxquelles l'affilié a droit à un moment déterminé, conformément au présent règlement de pension.

Verzekeringsinstelling

Fortis Corporate Insurance NV, toegelaten onder het nr. 0745 overeenkomstig artikel 66 van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen die wordt belast met het verzekeren van de waarborgen overlijden en arbeidsongeschiktheid zoals gedefinieerd in artikels 8 en 9.

Compagnie d'assurances

Fortis Corporate Insurance SA, agréée sous le n° 0745, conformément à l'article 66 de la loi du 9 juillet 1975 relative au contrôle des entreprises d'assurances, chargé de l'assurance des garanties décès et incapacité de travail, telles que définies aux articles 8 et 9.

Verzekeringsjaar

Het jaar dat aanvangt op 1 januari en eindigt op 31 december daaropvolgend.

Année d'assurance

L'année qui débute le 1er janvier et qui prend fin le 31 décembre suivant.

Wet betreffende de aanvullende pensioenen of WAP

De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingsstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen op het gebied van sociale zekerheid.

Loi relative aux pensions complémentaires ou LPC

La loi du 28 avril 2003 relative aux pensions complémentaires et au régime fiscal de celles-ci et de certains avantages complémentaires en matière de sécurité sociale.


Art. 2.Voorwerp De inrichter sluit onderhavig pensioenreglement af met het oog op het financieren van een sectoraal pensioenstelsel ten gunste van de werknemers die ressorteren onder de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 december 2008 gesloten in het Paritair Comité van de zeevisserij (PC 143), die de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006 gesloten in het Paritair Comité van de zeevisserij (PC 143) houdende de invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers wijzigt en vervangt. Het doel van het sectoraal pensioenstelsel is het garanderen, buiten de wettelijke verplichtingen inzake pensioenen en ter verhoging ervan : - aan de aangeslotene, een kapitaal of een levenslange lijfrente indien hij in leven is op de pensioendatum of aan de begunstigde bij overlijden de verworven reserves; - aan de begunstigden voorzien door onderhavig reglement, een kapitaal in geval van overlijden van de aangeslotene ten gevolge van een arbeidsongeval; - aan de aangeslotenen, een kapitaal in geval van permanente arbeidsongeschiktheid van meer dan 66 pct. ten gevolge van een arbeidsongeval.

Art. 3.Deelnemerschap 1. Alle erkende zeevissers worden verplicht in de pensioentoezegging opgenomen vanaf de eerste dag van de maand volgend op of samenvallend met de maand waarin de werknemer zijn erkenning als zeevisser heeft verkregen;2. De opname in onderhavige pensioentoezegging geschiedt echter ten vroegste op de datum van inwerkingtreding zonder afbreuk te doen aan de reeds in toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst van 19 januari 2006 gesloten in het Paritair Comité van de zeevisserij (PC 143) houdende de invoering van een sectoraal pensioenstelsel ten behoeve van de erkende zeevissers bestaande aansluitingen aan huidige sectoraal pensioenstelsel;3. Het deelnemerschap eindigt : a.op de pensioendatum, dit is de 1ste dag van de maand volgend op de 60e verjaardag van de Aangeslotene; b. bij overlijden van de aangeslotene vóór de pensioendatum;c. op de eerste dag van de maand volgend op of samenvallend met de maand waarin de erkenning als zeevisser wordt ingetrokken.

Art. 4.Bijdragen 1. De waarborgen leven, overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval en arbeidsongeschiktheid zoals ze worden gedefinieerd in artikelen 7, 8 en 9, worden voor elke aangeslotene gefinancierd door een brutobijdrage. De bijdragen voor de waarborg leven worden geput uit het met dit doel ingericht financieringsfonds, zoals omschreven in artikel 16. De bijdragen voor de waarborgen overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval en permanente arbeidsongeschiktheid worden rechtstreeks aan de verzekeringsinstelling betaald. 2. De totale bijdrage voor de waarborg leven wordt vastgesteld op 425 EUR per jaar.De bijdrage voor de waarborg overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval en permanente arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld op 75 EUR per erkende zeevisser per verzekeringsjaar. 3. De bijdrage voor de waarborg leven wordt bij de aanvang van ieder verzekeringsjaar geïndexeerd op basis van de evolutie van de gezondheidsindex met als basis het laatst gekende indexcijfer op 1 januari 2006.De bijdrage voor de waarborg overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval en permanente arbeidsongeschiktheid wordt jaarlijks aangepast op 1 januari volgens dezelfde evolutie als het wettelijk maximum zoals bepaald door de wetgeving inzake arbeidsongevallen met als basis laatsgekende indexcijfer op 1 januari 2006. 4. De bijdragen verschuldigd voor de waarborgen overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval en permanente arbeidsongeschiktheid worden bij de aanvang van ieder verzekeringsjaar rechtstreeks aan de verzekeringsinstelling betaald.5. De bijdrage voor de waarborg leven wordt trimestrieel berekend en betaald op basis van het aantal gepresteerde RSZ-dagen van de aangeslotene in het afgelopen trimester.Per verzekeringsjaar worden maximum 200 gepresteerde RSZ-dagen in aanmerking genomen. Deze bijdrage voor de waarborg leven wordt door de inrichter berekend en meegedeeld aan de pensioeninstelling. 6. De pensioeninstelling en de verzekeringsinstelling dekken de aangeslotene op basis van de gegevens, zoals die door de inrichter worden overgemaakt en waarbij de inrichter instaat voor de nauwkeurigheid van de inlichtingen.7. De bijdragen zijn verschuldigd vanaf het ogenblik waarop de werknemer als aangeslotene in de pensioentoezegging wordt opgenomen.8. De inrichter neemt de bijdragen en daarop verschuldigde taksen, sociale zekerheidsbijdragen en andere kosten ten hare laste en maakt ze over aan het financieringsfonds.

Art. 5.Verzekeringstechniek 1. De bijdrage voor de waarborg leven wordt aangewend als een koopsom op de individuele rekening van elk der aangeslotenen. 2. De verzekeringstechniek die aangewend wordt om de waarborg leven te financieren is deze van "Uitgesteld Kapitaal Met Terugbetaling van de Reserve bij vroegtijdig overlijden" (U.K.M.T.R.). 3. De pensioeninstelling gaat een resultaatsverbintenis aan voor de kapitalisatie van de gestorte bijdragen voor de waarborg leven op basis van het tarief neergelegd bij de CBFA en volgens de eventuele bijkomende modaliteiten voorzien in het pensioenreglement.

Art. 6.Verdaging van de pensioendatum 1. De aanwezige reserve op 60 jaar wordt aangewend als koopsom voor een verzekeringstechniek met als einddatum de 1e van de maand volgend op de eerstvolgende verjaardag van de aangeslotene.Deze verzekeringstechniek gebeurt in het tarief "Uitgesteld Kapitaal Met Terugbetaling van de Reserve bij vroegtijdig overlijden" (U.K.M.T.R.) zoals omschreven in artikel 5, § 2 van onderhavig pensioenreglement, en wordt ieder jaar herhaald met als nieuwe einddatum telkens één jaar later. 2. De waarborgen overlijden ten gevolge van een arbeidsongeval en permanente arbeidsongeschiktheid, zoals beschreven in artikelen 8 en 9, worden behouden tot uiterlijk de 1ste van de maand volgend op de 70e verjaardag van de aangeslotene.

Art. 7.Waarborg leven 1. Onverminderd de bepalingen in verband met de minimum garantie voorzien door de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen, waarborgt de inrichter geen rendement.2. Het rendement is gelijk aan de som van de intrestvoet en van de eventuele winstdeelname toegekend door de pensioeninstelling aan de individuele rekeningen.3. De aangeslotene heeft onmiddellijk aanspraak op zijn verworven reserves.4. De verworven reserves zijn minimaal gelijk aan de reserves die krachtens de WAP en haar uitvoeringsbesluiten moeten worden opgebouwd.5. Zolang de aangeslotene tewerkgesteld is als erkend zeevisser kan hij geen uitbetaling van de verworven reserves krijgen.6. Afkoop der verworven reserves vóór de pensioendatum, voorschotten op de contracten en in pandgevingen zijn niet toegelaten.7. De aangeslotene heeft bij zijn uittreding, bij pensionering, of bij opheffing van de pensioentoezegging minstens recht op de verworven reserves desgevallend aangevuld tot de bedragen gewaarborgd in toepassing van de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen.8. Indien bij uittreding, pensionering of opheffing van de pensioentoezegging de verworven reserves ontoereikend zijn ten opzichte van de waarborg voorzien in artikel 7, § 7 wordt het financieringsfonds aangewend om het saldo bij te financieren via een koopsom op de individuele rekening van de aangeslotene.Indien de middelen van het financieringsfonds die geen andere verbintenissen van de inrichter dekken ontoereikend zouden zijn, stort de inrichter een bijkomende eenmalige bijdrage. 9. De individuele rekening wordt gesloten wanneer een aangeslotene overlijdt, wanneer hij bij uittreding kiest om zijn verworven reserves te transfereren conform artikel 13, § 1, a) en b) of wanneer hij de pensioendatum bereikt.10. Indien de aangeslotene in leven is op de pensioendatum worden de verworven reserves uitgekeerd aan de aangeslotene.

Art. 8.Waarborg overlijden 1. Ingeval van overlijden van de aangeslotene vóór de pensioendatum, worden de verworven reserves uitgekeerd aan de begunstigde(n).2. Ingeval van overlijden van de aangeslotene ten gevolge van een arbeidsongeval wordt een bijkomend kapitaal overlijden voorzien ten behoeve van de begunstigde(n). a. Dit kapitaal overlijden is gelijk aan : 25.000 EUR. b. Dit kapitaal overlijden wordt jaarlijks aangepast op 1 januari aan de evolutie van de index overeenkomstig artikel 39 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 met als basis het laatst gekende indexcijfer op 1 januari 2006.3. Bij overlijden wordt de volgende rangorde van begunstigde(n) in aanmerking genomen : a.voor de gehuwde aangeslotenen : de echtgeno(o)te van de aangeslotene indien niet gerechtelijk van tafel en bed gescheiden of in aanleg tot echtscheiding of gerechtelijke scheiding van tafel en bed, respectievelijk voor de wettelijke samenwonende aangeslotenen (1) : de overlevende partner; b. bij ontstentenis, de kinderen van de aangeslotene en bij plaatsvervulling hun afstammelingen;c. bij ontstentenis, de wettige erfgenamen van de aangeslotene, met uitsluiting van de Staat;d. bij ontstentenis, het financieringsfonds. Aangeslotene kan hiervan altijd afwijken om de bovengenoemde rangorde te wijzigen en/of zelf een begunstigde aan te duiden. Deze afwijking wordt vermeld in een door de aangeslotene ondertekende gedateerde verklaring gericht aan de Inrichter waarbij de laatste verklaring doorslaggevend zal zijn. 4. Indien er meerdere begunstigden zijn, wordt de waarborg overlijden in gelijke delen onder hen verdeeld.5. De uitkeringen worden rechtstreeks aan de begunstigde(n) gedaan.De inrichter behoudt zich het recht voor bij de uitkeringen een levensbewijs te vragen van de begunstigde(n) of ieder bijkomend document om de identiteit van de begunstigde(n) te verifiëren. 6. De belastingen, voorheffingen, rechten, taksen of belastingen op kapitalen, afkoopwaarden en renten zijn ten laste van de begunstigde(n).

Art. 9.Waarborg arbeidsongeschiktheid 1. Ingeval van een permanente arbeidsongeschiktheid van meer dan 66 pct.van de aangeslotene ten gevolge van een arbeidsongeval wordt een kapitaal arbeidsongeschiktheid voorzien ten behoeve van de aangeslotene. a. Dit kapitaal arbeidsongeschiktheid is gelijk aan : 25.000 EUR. b. Dit kapitaal arbeidsongeschiktheid wordt jaarlijks aangepast op 1 januari aan de evolutie van de index, overeenkomstig artikel 39 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 met als basis het laatst gekende indexcijfer op 1 januari 2006.2. De belastingen, voorheffingen, rechten, taksen of belastingen op kapitalen, afkoopwaarden en renten zijn ten laste van de aangeslotene.

Art. 10.Transparantie 1. De inrichter overhandigt op eenvoudig verzoek van de aangeslotene de tekst van dit voorliggend reglement en alle latere wijzigingen hiervan.2. De pensioeninstelling zal jaarlijks een verslag over het beheer van de pensioentoezegging opstellen en ter beschikking stellen van de inrichter.Op eenvoudig verzoek van de aangeslotene, deelt de Inrichter dit verslag mee aan de Aangeslotene. Het verslag wordt opgesteld volgens de modaliteiten bepaald in artikel 42 van de WAP. 3. De pensioeninstelling stelt een schriftelijke verklaring op met de principes van haar beleggingsbeleid.Deze verklaring wordt ter beschikking gesteld van de inrichter die ze op eenvoudig verzoek aan de aangeslotene bezorgt. De verklaring wordt tenminste om de drie jaar herzien en onmiddellijk na elke belangrijke wijziging van het beleggingsbeleid. 4. De pensioeninstelling zal jaarlijks aan alle aangeslotenen een pensioenfiche bezorgen, met gedetailleerde gegevens over de verworven reserves van de aangeslotene.De pensioenfiche wordt opgesteld volgens de modaliteiten bepaald in artikel 26 van de WAP. 5. De inrichter overhandigt op eenvoudig verzoek van de aangeslotene een historisch overzicht van de verworven reserves volgens de modaliteiten bepaald in artikel 26, § 2 van de WAP.6. De pensioeninstelling deelt overeenkomstig de bepalingen van artikel 26, § 3 van de WAP tenminste om de vijf jaar het bedrag mee van de verwachte rente op de leeftijd van 65 jaar, zonder aftrek van de belastingen, aan alle aangeslotenen vanaf de leeftijd van 45 jaar.7. De inrichter informeert de aangeslotene aangaande het recht tot omvorming van de reserves in rente, en dit twee maanden vóór de pensioendatum.In geval van overlijden van de aangeslotene, zal de inrichter de begunstigde(n) van de aangeslotene informeren over dit recht op omzetting, en dit binnen de twee weken nadat de inrichter op de hoogte werd gebracht van het overlijden van de aangeslotene.

Art. 11.Voorwaarden tot fiscale aftrek Overeenkomstig de beschikkingen van het Wetboek der Inkomstenbelastingen, zijn de aftrek van de bijdrage leven ten laste van de inrichter slechts toegestaan in de mate waarin de toekenningen naar aanleiding van pensionering, zowel de wettelijke als de extra-wettelijke, uitgedrukt in jaarlijkse renten, met uitzondering van de toekenningen uit hoofde van persoonlijk onderschreven individuele levensverzekeringen, niet meer bedragen dan 80 pct. van de laatste normale bruto-jaarbezoldiging. Hierbij wordt rekening gehouden met de normale duur van de beroepswerkzaamheid, de overdraagbaarheid ten gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e) (met een maximum van 80 pct.) en de voorziene indexatie van de rente (met een maximum van 2 pct.).

Art. 12.Vereffening 1. Bij vereffening kan de aangeslotene of de begunstigde(n) kiezen tussen hetzij de éénmalige uitbetaling van de waarborg leven, overlijden of arbeidsongeschiktheid in kapitaal, hetzij een omzetting in een levenslange rente.2. Naar keuze van de aangeslotene of de begunstigde(n) kan het gaan om een lijfrente die enkel aan hem betaald wordt of om een lijfrente die in geval van later overlijden van de begunstigde voor maximaal 80 pct. overdraagbaar is op de overlevende echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende partner van de begunstigde. De begunstigde kan kiezen voor een jaarlijkse vaste indexatie van de lijfrente met ten hoogste 2 pct. 3. De berekening van de omzetting van kapitaal in rente zal gebeuren in overeenstemming met artikel 19, § 1 van het koninklijk besluit van 14 november 2003 tot uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid.4. Wanneer het jaarlijks bedrag van de rente bij de aanvang ervan lager is dan of gelijk aan 500 EUR, wordt de prestatie in de vorm van een kapitaal uitbetaald.Het minimum bedrag van 500 EUR wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen (spilindex basis 1996 : op 1 januari 2004 = 111,64; op 1 januari 2007 = 118,47).

Art. 13.Uittreding 1. Indien de erkenning als zeevisser van een aangeslotene vóór de pensioendatum wordt opgeheven, kan hij beschikken over zijn opgebouwde reserve en heeft hij de volgende keuze om zijn reserve aan te wenden : a.De verworven reserves over te dragen naar de pensioeninstelling van ofwel de nieuwe werkgever met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die werkgever, ofwel de nieuwe rechtspersoon - paritair samengesteld - waaronder de werkgever ressorteert met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die rechtspersoon; b. De verworven reserves over te dragen naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de aangeslotenen in verhouding tot hun reserves verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels vastgesteld door de Koning;c. De verworven reserves bij de pensioeninstelling te laten.2. De inrichter licht de pensioeninstelling in over de uitdiensttreding, en dit uiterlijk binnen één jaar te rekenen vanaf de datum van uitdiensttreding. De inrichter zal, uiterlijk binnen de 30 dagen na deze kennisgeving, de volgende gegevens schriftelijk meedelen aan de aangeslotene : a. Bedrag van de verworven reserves;b. De verschillende keuzemogelijkheden bedoeld in artikel 13, § 1. De aangeslotene zal binnen de 30 dagen na deze kennisgeving aan de pensioeninstelling zijn keuze meedelen. Indien de aangeslotene zijn keuze niet meedeelt binnen bovenvermelde termijn van 30 dagen, dan wordt hij verondersteld ervoor gekozen te hebben om zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling te laten.

De aangeslotene kan te allen tijde vragen aan de pensioeninstelling om zijn verworven reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling overeenkomstig artikel 13, § 1, a of b.

Art. 14.Wijziging of opheffing van de pensioentoezegging A. Wijziging of opheffing van de pensioentoezegging 1. De inrichter kan de Pensioentoezegging wijzigen, opheffen of overdragen naar een andere pensioeninstelling, mits eerbiediging van de voorschriften neergelegd in de WAP. In geen geval mag echter inbreuk gemaakt worden op de voordelen opgebouwd uit de door de Inrichter aan de pensioeninstelling tot het tijdstip van wijziging of opheffing reeds betaalde respectievelijk nog te betalen bijdragen voor de waarborg leven.

De afbouw of de opheffing van de pensioentoezegging is slechts mogelijk, onder voorbehoud van eventuele andere sociale wetgeving, wanneer zich één of meer hierna omschreven omstandigheden voordoen : a. Bij invoering van nieuwe of wijziging, respectievelijk verdere uitwerking van de bestaande wetgeving, rechtspraak, richtlijnen van de controleoverheid en/of andere maatregelen of feitelijke omstandigheden die rechtstreeks of onrechtstreeks een verhoging van de kostprijs van de pensioentoezegging zouden teweegbrengen;b. Wanneer de wetgeving betreffende de sociale zekerheid, waarop deze pensioentoezegging een aanvulling vormt, grondige wijzigingen zou ondergaan;c. Wanneer sectorinterne of -externe economische ontwikkelingen de handhaving van de pensioentoezegging (in zijn ongewijzigde vorm) niet langer in overeenstemming zouden brengen met een gezonde bedrijfsvoering.2. Indien op grond van het in voorgaand lid bepaalde tot een afbouw of tot opheffing van de pensioentoezegging wordt besloten, zal de inrichter de aangeslotenen onmiddellijk van haar beslissing in kennis stellen.3. Zonder afbreuk te doen op artikel 16, § 5 van het reglement, in geval van definitieve opheffing van de pensioentoezegging of in geval van het verdwijnen van de inrichter, om welke reden dan ook en zonder dat de verplichtingen worden overgenomen door een derde, worden de individuele rekeningen van de aangeslotenen gereduceerd. B. Verandering van pensioeninstelling en/of overdrachten 1. Wanneer de groepsverzekering bij de pensioeninstelling wordt stopgezet met evenwel verderzetting van de pensioentoezegging bij een andere pensioeninstelling worden de individuele rekeningen van de aangeslotenen gereduceerd.2. De inrichter licht de CBFA voorafgaandelijk in over de verandering van de pensioeninstelling en van de eventueel daaruit voortvloeiende overdracht van de reserves.De inrichter stelt eveneens de aangeslotenen hiervan in kennis. 3. Geen enkele vergoeding of verlies van winstdelingen mag ten laste worden gelegd van de aangeslotenen, of van de op het ogenblik van de overdracht verworven reserves worden afgetrokken.4. In geval van verandering van pensioeninstelling zonder overdracht van de reserves blijft het financieringsfonds bij de pensioeninstelling.5. In geval van verandering van pensioeninstelling met overdracht van de reserves wordt het financieringsfonds mee overgedragen, tenzij de inrichter anders beslist.

Art. 15.Niet-betaling van de bijdragen 1. Bij niet-betaling van de bijdragen voor de waarborg leven binnen de maand na hun vervaldag, zal de pensioeninstelling een aanmaning sturen naar de inrichter per eenvoudig schrijven.2. Indien er geen regeling is binnen de maand volgend op het versturen van de aanmaning, zal de pensioeninstelling een ingebrekestelling sturen naar de inrichter per aangetekend schrijven.Elke schriftelijke mededeling van de Inrichter aan de pensioeninstelling om de bijdragen voor de waarborg leven niet meer te betalen of om de afkoop te vragen, ontslaat de pensioeninstelling van het versturen van een ingebrekestelling per aangetekend schrijven. 3. In elk geval zal de pensioeninstelling de aangeslotenen per eenvoudig schrijven op de hoogte brengen van de niet-betaling van de bijdragen voor de waarborg leven binnen drie maanden na hun vervaldag.4. De niet-betaling van de bijdragen voor de waarborg leven leidt tot de reductie van het contract na het verstrijken van een termijn van dertig dagen te rekenen vanaf het verzenden aan de inrichter van de ingebrekestelling per aangetekend schrijven, die de vervaldag van de bijdragen voor de waarborg leven en de gevolgen van de niet-betaling herinnert.

Art. 16.Financieringsfonds 1. In het kader van deze pensioentoezegging wordt er een financieringsfonds opgericht.2. Het financieringsfonds wordt gefinancierd door : a.voorschotbijdragen en bijdragen in het kader van de waarborg leven die door de inrichter in uitvoering van onderhavig pensioenreglement gestort moeten worden. b. de kapitalen overlijden waarvan het financieringsfonds de begunstigde is.c. De rendementen zoals bepaald onder artikel 7, § 2, van het reglement die aan de individuele rekeningen moeten toegekend worden.3. Het financieringsfonds dient om de bijdragen van de waarborg leven die in uitvoering van onderhavig pensioenreglement gestort moeten worden, op de individuele rekeningen te kunnen storten.De bijdragen van de waarborg leven worden gestort op de individuele rekeningen van de aangeslotenen met een valutadatum gelijk aan de datum van ontvangst van de premies in het financieringsfonds. 4. De voorschotbijdragen dienen in het financieringsfonds te blijven tot de ermee overeenstemmende bijdragen voldaan werden.5. In geval van definitieve opheffing van de pensioentoezegging of in geval van het verdwijnen van de inrichter, om welke reden dan ook en zonder dat de verplichtingen worden overgenomen door een derde, worden de eventueel achterstallige bijdragen aangezuiverd en wordt het financieringsfonds daarna verdeeld onder de aangeslotenen in verhouding tot hun verworven reserve, in voorkomend geval verhoogd tot het bedrag dat bij toepassing van artikel 24 van de WAP wordt gewaarborgd en voor wat de renteniers betreft, in verhouding tot het vestigingskapitaal van de lopende rente.

Art. 17.Bescherming van de persoonlijke levenssfeer 1. Om de pensioentoezegging te beheren, verstrekt de inrichter of haar lasthebber, het Sociaal Secretariaat van de Kust zoals bepaald in het koninklijk besluit van 17 februari 2005 houdende erkenning van een organisatie van werkgevers in uitvoering van artikel 26 van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser, een aantal persoonlijke gegevens aan de pensioeninstelling.2. De pensioeninstelling behandelt deze gegevens vertrouwelijk en met het uitsluitend doel tot het beheren van de pensioentoezegging, met uitsluiting van elk ander al dan niet commercieel oogmerk.3. Iedere aangeslotene of begunstigde waarvan persoonlijke gegevens bewaard worden, heeft het recht om inzage en verbetering van deze gegevens te verkrijgen, middels schriftelijke verzoek aan de pensioeninstelling met toevoegging van een kopie van de identiteitskaart.

Art. 18.Slotbepalingen 1. Onderhavig pensioenreglement wordt aangevuld enerzijds door een beheersovereenkomst afgesloten tussen de inrichter en de pensioeninstelling met de verplichtingen van de betrokken partijen, de administratieve procedures en de tariferingsregels en anderzijds door een polis overlijden door een arbeidsongeval en permanente arbeidsongeschiktheid bij arbeidsongeval, afgesloten tussen de Inrichter en de verzekeringsinstelling.2. De bepalingen van onderhavig pensioenreglement worden aangevuld door de algemene voorwaarden van de pensioeninstelling.In geval van strijdigheid primeren de bepalingen van onderhavig pensioenreglement. 3. Op het pensioenreglement en de ermee verband houdende contracten is het Belgisch recht van toepassing.Eventuele geschillen tussen de partijen in verband ermee behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 november 2009.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Wettelijk samenwonende partner : de persoon die met de aangeslotene samenleeft onder de vorm van de wettelijke samenwoning zoals bedoeld in artikels 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek, met name een verklaring van wettelijke samenwoning afgelegd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar zich de gemeenschappelijke woonplaats bevindt.De partner van de aangeslotene moet voldoen aan de hiervoor vermelde voorwaarden op het ogenblik van het overlijden van de betrokken aangeslotene.

^