Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 maart 2024
gepubliceerd op 15 mei 2024

Koninklijk besluit tot wijziging van boek VIII van de codex over het welzijn op het werk met betrekking tot ergonomie op het werk en preventie van MSA

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024201403
pub.
15/05/2024
prom.
19/03/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 MAART 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van boek VIII van de codex over het welzijn op het werk met betrekking tot ergonomie op het werk en preventie van MSA (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikel 4, § 1, genummerd bij de wet van 7 april 1999 en laatst gewijzigd bij de wet van 20 december 2020;

Gelet op de codex over het welzijn op het werk, boek I.- Algemene beginselen, en boek VIII.- Ergonomische belasting;

Gelet op het advies nr. 265 van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, gegeven op 12 januari 2024;

Gelet op de op 23 februari 2024 ingediende aanvraag om advies binnen een termijn van 30 dagen, ingeschreven op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.694/1, en afgevoerd van de rol op 23 februari 2024 omwille van de beslissing van de Raad van State om geen advies te verlenen binnen die termijn overeenkomstig artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel I.1-4 van de codex over het welzijn op het werk wordt aangevuld met de bepalingen onder 30°, 31°, 32° et 33°, luidende: "30° de preventieadviseur-ergonoom: de preventieadviseur die beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld in artikel II.3-30, § 1, 3°; 31° ergonomie op het werk: een aanpak die erop gericht is het werk, met inbegrip van de werkpost en de werkomgeving, aan te passen aan de mens, rekening houdend met diens fysieke, mentale, psychische en sociale kenmerken, en die moet worden toegepast op alle domeinen inzake welzijn op het werk.32° musculoskeletale aandoeningen, hierna "MSA" genoemd: gezondheidsproblemen die betrekking hebben op musculoskeletale structuren zoals spieren, pezen, ligamenten, zenuwen en gewrichten, en die zich inzonderheid uiten in aandoeningen van de rug, nek en bovenste of onderste ledematen en die door musculoskeletale risico's op het werk worden veroorzaakt of verergerd; 33° musculoskeletale risico's op het werk: de kans dat één of meerdere werknemers lichamelijke schade, zoals MSA of andere gezondheidsproblemen, ondervinden ten gevolge van een blootstelling aan biomechanische of andere risicofactoren op het werk, waarop de werkgever een impact heeft."

Art. 2.Het opschrift van boek VIII van dezelfde codex wordt vervangen als volgt: "Boek VIII. Ergonomie op het werk en preventie van MSA".

Art. 3.In boek VIII van dezelfde codex wordt het opschrift van titel 1 vervangen als volgt: "Titel 4.- Werkzitplaatsen en rustzitplaatsen".

Art. 4.De artikelen VIII.1-1, VIII.1-2, VIII.1-3 en VIII.1-4 van dezelfde codex worden vernummerd tot respectievelijk de artikelen VIII.4-1, VIII.4-2, VIII.4-3 en VIII.4-4.

Art. 5.In het nieuwe artikel VIII.4-3, § 1, tweede lid van dezelfde codex worden de woorden "artikel VIII.1-1, § 1, eerste lid" vervangen door de woorden "artikel VIII.4-1, § 1, eerste lid".

Art. 6.In boek VIII van dezelfde codex wordt een nieuwe titel 1 ingevoegd die de artikelen VIII.1-1 tot VIII.1-6 bevat, luidende: "Titel 1. Algemene bepalingen Hoofdstuk 1. Risicoanalyse en preventiemaatregelen Art. VIII.1-1.- § 1. Bij het ontwerp, de inrichting en de aanpassing van de werkposten houdt de werkgever rekening met de ergonomie op het werk, teneinde MSA of andere gezondheidsproblemen die door musculoskeletale risico's op het werk worden veroorzaakt of verergerd, te voorkomen. § 2. Daartoe voert de werkgever een risicoanalyse uit van de musculoskeletale risico's op het werk overeenkomstig artikel I.2-6, waarbij hij inzonderheid rekening houdt met de volgende biomechanische risicofactoren: 1° het gebruik van kracht, inzonderheid bij grijpen, samendrukken, torsie, druk, vastgrijpen, tillen of laten zakken, duwen of trekken, dragen of verplaatsen;2° repetitieve bewegingen;3° de duur en de frequentie van de bewegingen of taken;4° de werkhoudingen, inzonderheid extreme, ongemakkelijke, ongunstige of statische houdingen;5° de werkbewegingen, inzonderheid bereik, hoek en snelheid van de beweging;6° de kracht van het contact, inzonderheid bij het vastgrijpen van gereedschap, of plaatselijke druk. Bij deze risicoanalyse houdt de werkgever eveneens rekening met andere risicofactoren die verband houden met de werkpost en met de resultaten van de risicoanalyses uit de andere domeinen van het welzijn op het werk die de musculoskeletale risico's op het werk rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen beïnvloeden. § 3. De werkgever gaat regelmatig, en in elk geval één keer per jaar, na of de risicoanalyse geactualiseerd moet worden, alsook bij elke wijziging die de blootstelling van werknemers aan musculoskeletale risico's op het werk kan beïnvloeden. Indien nodig werkt hij de risicoanalyse bij.

Art. VIII.1-2.- § 1. De werkgever betrekt in elk geval de preventieadviseur van de interne dienst bij de risicoanalyse.

De werkgever betrekt eveneens de preventieadviseur-ergonoom bij de risicoanalyse: 1° wanneer de complexiteit van de analyse dit vereist en de deskundigheid zoals bedoeld in artikel II.1-13, niet aanwezig is in de onderneming; 2° wanneer dit volgt uit het bedrijfsbezoek zoals bedoeld in artikel II.3-53; 3° wanneer dit volgt uit het beleidsadvies zoals bedoeld in artikel II.3-56.

Indien nodig betrekt de werkgever ook één of meerdere preventieadviseurs die deskundig zijn in andere domeinen. § 2. De risicoanalyse wordt uitgevoerd door de werkgever met medewerking van de werknemers. Raadpleging en deelname van werknemers of hun vertegenwoordigers vinden plaats overeenkomstig de bepalingen van boek II, titels 7 en 8.

Art. VIII.1-3.- § 1. Op basis van de risicoanalyse en overeenkomstig artikel I.2-7, neemt de werkgever passende preventiemaatregelen om de musculoskeletale risico's op het werk te voorkomen, met toepassing van de algemene preventiebeginselen bedoeld in artikel 5, § 1 van de wet.

De werkgever vraagt het voorafgaand advies van het Comité over deze preventiemaatregelen.

Wanneer de preventieadviseur-ergonoom werd betrokken bij de risicoanalyse, houdt de werkgever rekening met zijn advies alvorens deze maatregelen te treffen. § 2. De werkgever evalueert regelmatig, en in elk geval één keer per jaar, deze preventiemaatregelen, alsook bij elke wijziging die de blootstelling van werknemers aan musculoskeletale risico's op het werk kan beïnvloeden.

Bij deze evaluatie houdt de werkgever ook rekening met: 1° de aanbevelingen en adviezen van de preventieadviseur-ergonoom; 2° de aanbevelingen en adviezen van de preventieadviseur-arbeidsarts die betrekking hebben op de musculoskeletale risico's op het werk, inzonderheid naar aanleiding van: a) het periodiek gezondheidstoezicht en de globale rapportering zoals bedoeld in de artikelen I.4-32, § 6 en I.4-33, b) het verslag in het kader van de re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers, zoals bedoeld in artikel I.4-79, § 2, c) de aangiften van beroepsziekten zoals bedoeld in artikel I.4-98; 3° de adviezen van het Comité die betrekking hebben op de musculoskeletale risico's op het werk; 4° in voorkomend geval, het beleidsadvies van de externe dienst zoals bedoeld in artikel II.3-56, wanneer één van de prioritaire risico's of één van de aanbevelingen betrekking heeft op de musculoskeletale risico's op het werk.

Art. VIII.1-4.- De resultaten van de risicoanalyse en de preventiemaatregelen bedoeld in dit hoofdstuk worden opgenomen in het globaal preventieplan en, in voorkomend geval, in het jaaractieplan bedoeld in de artikelen I.2-8 en I.2-9.

Deze plannen worden, in voorkomend geval, aangepast ten gevolge van de bijwerking bedoeld in artikel VIII.1-1, § 3 en van de evaluatie bedoeld in artikel VIII.1-3, § 2.

Hoofdstuk II. Voorlichting en opleiding van de werknemers Art. VIII.1-5.- Onverminderd de artikelen I.2-16 tot I.2-21, draagt de werkgever er zorg voor dat de werknemers en het Comité informatie en een passende opleiding ontvangen inzake de musculoskeletale risico's op het werk, in het bijzonder betreffende: 1° de aard van de risico's en de biomechanische en andere risicofactoren zoals bedoeld in artikel VIII.1-1, evenals de mogelijke gevolgen voor de gezondheid, zoals MSA; 2° de getroffen preventiemaatregelen en de passende werkmethodes, evenals de wijze waarop deze worden toegepast;3° de rol van de hiërarchische lijn bij de toepassing en opvolging van de preventiemaatregelen;4° het gezondheidstoezicht;5° de werkwijze voor de opsporing en de melding van MSA of andere gezondheidsproblemen die door musculoskeletale risico's op het werk worden veroorzaakt. Hoofdstuk III. Gezondheidstoezicht Art. VIII.1-6.- De werkgever neemt de nodige maatregelen om de werknemers die worden blootgesteld aan musculoskeletale risico's op het werk zoals bedoeld in artikel I.4-1, § 2, 3°, b) te onderwerpen aan een passend gezondheidstoezicht.

Het gezondheidstoezicht wordt uitgevoerd volgens de bepalingen van boek I, titel 4."

Art. 7.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 maart 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 sluiten, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996; Codex over het welzijn op het werk, Belgisch Staatsblad van 2 juni 2017.

^