gepubliceerd op 31 maart 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 33 van 30 maart 1982 betreffende een inhouding op invaliditeitsuitkeringen en brugpensioenen
19 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 33 van 30 maart 1982 betreffende een inhouding op invaliditeitsuitkeringen en brugpensioenen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 33 van 30 maart 1982 betreffende een inhouding op invaliditeitsuitkeringen en brugpensioenen, inzonderheid op artikel 1, tweede lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 april 1989, 24 april 1990, 1 maart 1991, 27 januari 1992, 23 december 1993, 25 oktober 1994 en 27 april 1998;
Gelet op de programmawet van 30 december 1988, inzonderheid op artikel 163;
Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 februari 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989, en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat een efficiënte werking van de Rijksadministratie een spoedige bekendmaking van de uitvoeringsmaatregelen van de wet vereist opdat de administratieve schikkingen met betrekking tot de toepassing ervan zonder verwijl zouden kunnen worden genomen;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 1, tweede lid van het koninklijk besluit nr. 33 van 30 maart 1982 betreffende een inhouding op invaliditeitsuitkeringen en brugpensioenen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 april 1989, 24 april 1990, 1 maart 1991, 27 januari 1992, 23 december 1993, 25 oktober 1994 en 27 april 1998 wordt vervangen door het volgende lid : « Deze inhouding mag niet tot gevolg hebben dat het bedrag van de sociale uitkeringen, beoogd in de eerste alinea, 1°, 2°, 3° en 5° wordt verminderd tot een bedrag lager dan F 20 491 per maand, verhoogd met F 4 191 voor de rechthebbenden met gezinslast. Deze basisbedragen worden gekoppeld aan de spilindex 132,13. Ze worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971, houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de Openbare Schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking op eerste dag van de tweede maand volgend op die in de loop waarvan het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 maart 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA