19 JUNI 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 januari 1995 betreffende de werving van statutair personeel in sommige overheidsdiensten

**** ****, **** der ****, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken, inzonderheid op de artikelen 1 en 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 januari 1995 betreffende de werving van statutair personeel in sommige overheidsdiensten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 april 1995, 30 oktober 1996, 18 februari 1997, 24 juni 1997, 19 januari 1998 en 16 april 1998;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 25 mei 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 12 juni 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 12 juni 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende de vermindering tot de personeelssterkte op 1 januari 1998 die werd uitgevoerd in de betrekkingen van de niveaus 3 en 4 van de **** van de ministeries;

Overwegende dat dringend de **** in de niveaus 3 en 4 dient opgeheven ten einde over te kunnen gaan tot de vervanging van de **** die zijn gebeurd vanaf 1 januari 1998;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 17 januari 1995 betreffende de werving van statutair personeel in sommige overheidsdiensten wordt vervangen door de volgende bepaling : «*****»

Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 3.§ 1. **** afwijking van artikel 2, eerste lid, mag: 1° onverminderd de hierna vermelde punten 2° en 3°, geen enkele werving in de niveaus 3 en 4 plaatsvinden zonder dat ze is toegestaan overeenkomstig artikel 8 van dit besluit tot de inwerkingtreding van de personeelsformatie die voor de niveaus 3 en 4 de aanpassing aan de personeelssterkte op 1 januari 1998 uitvoert;2° geen enkele werving bij het Ministerie van Landsverdediging plaatsvinden zonder gemeenschappelijke machtiging van de Ministers van Ambtenarenzaken en van Begroting;3° bij het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking : - geen enkele werving in de niveaus 1 en 2+ gebeuren zonder gemeenschappelijke machtiging van de Ministers van Ambtenarenzaken en van Begroting; - geen enkele werving meer gebeuren in de niveaus 2, 3 en 4. § 2. **** artikel is niet van toepassing op de vervanging van statutaire ambtenaren die van het recht op **** vervroegde uittreding gebruik maken met toepassing van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector. »

Art. 3.Het eerste lid van artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 juni 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling : « De Commissie geeft een voorafgaand advies aan de Minister van Ambtenarenzaken over elke **** ingediend met toepassing van artikel 3, § 1, 1°. **** advies is niet vereist voor de vervanging van de **** in 1998 bij de besturen van de ministeries. »

Art. 4.**** artikelen 5, 11 en 11bis van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te ****, 19 juni 1998.

**** **** **** : De Minister van ****, ****. ****