gepubliceerd op 24 augustus 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende het nationaal akkoord 2005-2006
19 JULI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende het nationaal akkoord 2005-2006 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de edele metalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de edele metalen, betreffende het nationaal akkoord 2005-2006.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 juli 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de edele metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 2005 Nationaal akkoord 2005-2006 (Overeenkomst geregistreerd op 13 maart 2006 onder het nummer 78962/CO/149.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de edele metalen.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Kader Voorwerp
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969 tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten.
De ondertekenende partijen vragen de algemeen bindend verklaring bij koninklijk besluit van deze collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de bijlage. HOOFDSTUK III. - Inkomenszekerheid
Art. 3.Koopkracht Afdeling 1. - Indexering
Alle minimumuurlonen en de effectieve uurlonen worden jaarlijks op 1 mei aangepast aan de reële index volgens de formule "sociale index" (= 4-maandelijks gemiddelde) april van het kalenderjaar tegenover april van het voorafgaande kalenderjaar. Afdeling 2. - Verhoging van de minimumuurlonen en de effectieve
uurlonen Op 1 mei 2006 worden alle lonen verhoogd met het saldo van 4,3 pct. verminderd met de som van de reële index op 1 mei 2005 en de reële index op 1 mei 2006.
Indien dit saldo negatief is, wordt er geen loonsverhoging toegepast.
Deze saldoformule dient - omwille van de moeilijke economische situatie - als uitzonderlijk en éénmalig te worden beschouwd.
Opmerking Voornoemde bepalingen zullen opgenomen worden in een uitvoerende collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten voor onbepaalde duur, gebaseerd op de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003 betreffende de lonen.
Art. 4.Fonds voor bestaanszekerheid Vanaf 1 juli 2005 worden alle aanvullende vergoedingen geïndexeerd.
De sociale index van de maand april 2005 (115,43) wordt vergeleken met de sociale index van de maand april 2003 (111,51).
Door deze berekening worden de aanvullende vergoedingen met 3,52 pct. geïndexeerd.
Hierdoor worden de aanvullende vergoedingen vanaf 1 juli 2005 als volgt verhoogd : - Aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid en bij volledige werkloosheid : - 5,18 EUR per werkloosheidsuitkering - 2,59 EUR per halve werkloosheidsuitkering - Aanvullende vergoedingen bij ziekte : - 77,12 EUR na 60 en 120 dagen - 100,41 EUR bij een langere ziekteperiode - Aanvullende vergoeding bij oudere zieken : - 100,41 EUR - Aanvullende vergoeding bij oudere werklozen : - 79,71 EUR Opmerking Voornoemde bepalingen zullen opgenomen worden in een uitvoerende collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten voor onbepaalde duur vanaf 1 juli 2005, gebaseerd op de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de statuten van het sociaal fonds van 24 september 2003.
Art. 5.Buitengewone bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003 inzake de buitengewone bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid zal van 1 juli 2006 tot en met 30 juni 2007 verlengd worden. HOOFDSTUK IV. - Werkzekerheid
Art. 6.Sectorale tewerkstellingscel De sectorale tewerkstellingscel die in uitvoering van het nationaal akkoord 2001-2002 in de schoot van Educam werd ingevoerd, zal worden geactiveerd op basis van volgende principes : - specifiek richten op de doelgroep : volledig werklozen binnen het fonds voor bestaanszekerheid en herstructureringen binnen de sector; - geen doublure van, maar vanuit een sectorgerichte aanpak, samenwerking met en verwijzing naar bestaande diensten; - opbouwen van een database op basis van de e-mailadressen van de werkgevers.
De sociale partners zullen binnen Educam op basis van deze principes verder uitvoering geven aan de sectorale tewerkstellingscel.
Opmerking Voornoemde bepalingen zullen opgenomen worden in een uitvoerende collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten voor onbepaalde duur vanaf 1 juli 2005, gebaseerd op de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003 betreffende de vorming en opleiding.
Art. 7.Werkzekerheidsclausule Partijen engageren zich om van zodra er een sluitende formulering gevonden wordt inzake procedure bij faling, zij de noodzakelijke tekstuele aanpassing zullen doorvoeren in de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001 inzake werkzekerheid.
De bedoelde formulering zal inroepbaar zijn tegen de curator alsook tegen het "Fonds voor sluiting van ondernemingen".
Art. 8.Contracten bepaalde duur Wanneer een arbeider wordt aangeworven met een contract van onbepaalde duur na één of meerdere contracten van bepaalde duur, wordt de anciënniteit opgebouwd tijdens de contracten van bepaalde duur meegerekend, op voorwaarde dat er tussen deze verschillende contracten geen onderbreking is van meer dan 6 maanden.
Opmerking Voornoemde bepalingen zullen opgenomen worden in een uitvoerende collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten voor onbepaalde duur vanaf 1 januari 2005, gebaseerd op de collectieve arbeidsovereenkomst 24 september 2003 inzake meldingsplicht contracten bepaalde duur en uitzendarbeid van. HOOFDSTUK V. - Vorming en opleiding Opmerking De ondertekenende partijen verklaren zich akkoord om, rekening houdend met deze principes, een collectieve arbeidsovereenkomst inzake vorming en opleiding af te sluiten, en dit vanaf 1 juli 2005 voor onbepaalde duur.
Art. 9.Risicogroepen - De bijdrage van 0,15 pct. (die van onbepaalde duur is) wordt voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2007 herleid tot 0,10 pct; - Voortzetten van de inspanningen inzake het optimaliseren van de stelsels alternerend leren - werken; - Verlenging van de bepalingen met betrekking tot instroom van risicogroepen.
Art. 10.Recht op permanente vorming - Rekening houdend met de opgebouwde reserve inzake vorming en opleiding wordt de bijdrage van 0,20 pct. (die van onbepaalde duur is) voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2007 opgeschort; - Verfijnen van het bestaande systeem van het recht op permanente vorming; - Verbeteren van de kwantiteit en kwaliteit van de opleidingsplannen in de onderneming; - Actievere rol van de Educam-adviseurs indien er zich in de onderneming problemen voordoen bij het opmaken en uitwerken van opleidingsplannen voor arbeiders die van dit recht geen gebruik kunnen of willen maken.
Art. 11.Tijdelijke herbesteding in het kader van het fonds voor bestaanszekerheid Rekening houdend met de reserves die zijn opgebouwd voor het luik vorming en opleiding, zal de resterende 0,25 pct. van de oorspronkelijke bijdrage van 0,35 pct. worden gebruikt voor andere opdrachten in het kader van het fonds voor bestaanszekerheid voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2007.
Deze herschikking zal gebeuren op basis van een beslissing genomen in de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid.
Tijdens de sectorale onderhandelingen 2007-2008 zal deze herschikking van de bijdragen worden geëvalueerd. HOOFDSTUK VI. - Arbeidstijd en flexibiliteit
Art. 12.Tewerkstellingsbevorderende maatregel De ondernemingen kunnen in het geval van herstructurering of indien de arbeidsorganisatie kan versoepeld worden, via een collectieve arbeidsovereenkomst, de tewerkstelling bevorderen door onder meer collectieve arbeidsduurvermindering toe te passen.
Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande wettelijke en decretale aanmoedigingspremies en de omzetting van de loonsverhogingen.
Art. 13.Flexibiliteit Opmerking De hiernavolgende bepalingen zullen opgenomen worden in een uitvoerende collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten voor bepaalde duur vanaf 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2007, gebaseerd op de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003 inzake flexibiliteit.
In de collectieve arbeidsovereenkomst inzake flexibiliteit worden volgende principes geïntegreerd : - de wettelijke keuzemogelijkheid van de arbeider om de eerste 65 overuren per kalenderjaar in het kader van een buitengewone vermeerdering van werk (artikel 25 van de arbeidswet van 16 maart 1971) of van de werkzaamheden ingevolge een onvoorziene noodzakelijkheid (artikel 26, § 1, 3° van de arbeidswet van 16 maart 1971) te recupereren of uitbetaald te krijgen; - noch op het sectorale niveau, noch op het vlak van de onderneming wordt een mogelijkheid voorzien om een bijkomende schijf van 65 overuren per kalenderjaar in het kader van een buitengewone vermeerdering van het werk (artikel 25 van de arbeidswet van 16 maart 1971) of van de werkzaamheden ingevolge een onvoorziene noodzakelijkheid (artikel 26, § 1, 3°, van de arbeidswet van 16 maart 1971) in te voeren. HOOFDSTUK VII. - Loopbaanplanning
Art. 14.Tijdskrediet en loopbaanvermindering - Partijen herbevestigen de sectorale drempel van 5 pct.; - Arbeiders van 50 jaar en meer die gebruik maken van het recht op tijdskrediet of loopbaanvermindering, mogen niet worden meegeteld voor de berekening van de drempel op sectorvlak; - Voor de berekening van de drempel voor arbeiders minder dan 50 jaar die gebruik maken van het recht op tijdskrediet of loopbaanvermindering worden evenwel de arbeiders van 50 jaar en meer die gebruik maken van dit recht mee in rekening gebracht.
Opmerking Voornoemde bepalingen zullen opgenomen worden in een uitvoerende collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten voor onbepaalde duur vanaf 1 juli 2005, gebaseerd op de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 oktober 2001 inzake recht op tijdskrediet en loopbaanvermindering.
Art. 15.Brugpensioen § 1. Het brugpensioen in de sector wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd vanaf 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2007.
In die zin zullen de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake brugpensioen worden verlengd, met name de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003 inzake brugpensioen vanaf 58 jaar en de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003 inzake brugpensioen na ontslag. § 2. Het recht op halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006.
De collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003 inzake halftijds brugpensioen wordt verlengd vanaf 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006 en zal in die zin worden aangepast. § 3. Voor de duur van het akkoord 2005-2006 worden de aanbevelingen inzake de brugpensioen-procedure, zoals voorzien in artikel 15, § 3, van het nationaal akkoord 2003-2004, verlengd : Op vlak van brugpensioen bevelen de partijen in het kader van de arbeidsherverdelende maatregelen op ondernemingsvlak volgende procedure aan : ten laatste 2 maand voor het bereiken van de brugpensioenleeftijd nodigt de werkgever de betrokken arbeider uit tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming. Bij dit onderhoud kan de arbeider zich laten bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. Bij dit onderhoud zullen zowel naar timing van het brugpensioen als naar opleiding van de vervanger van de bruggepensioneerde sluitende afspraken gemaakt worden. HOOFDSTUK VIII. - Inspraak en overleg
Art. 16.Werknemersvertegenwoordiging Voor de duur van het akkoord 2005-2006 worden de bepalingen inzake de werknemersvertegenwoordiging voorzien in artikel 16 van het nationaal akkoord 2003-2004 verlengd.
Concreet betekent dit : in de ondernemingen, waar de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en/of de vakbondsafvaardiging niet langer meer moet worden hernieuwd ingevolge een daling van het aantal werknemers, kunnen de werknemersafgevaardigden die niet langer beschermd zijn, pas worden ontslagen, nadat het paritair subcomité, samengeroepen op initiatief van de voorzitter, bijeengekomen is en zich, binnen de 30 dagen na de kennisgeving aan de voorzitter, heeft uitgesproken over het ontslag.
Deze procedure is niet geldig in geval van ontslag wegens zwaarwichtige redenen. Niet naleving van de procedure wordt gelijkgesteld met willekeurig ontslag.
Deze nabescherming blijft slechts lopen tot aan de volgende sociale verkiezingen.
Art. 17.Statuut van de vakbondsafvaardiging Bij betwisting op ondernemingsvlak over installatie en werking van de vakbondsafvaardiging kunnen hetzij de werkgever, hetzij de werknemersvertegenwoordigers, beroep doen op de paritaire commissie "overleg", bestaande uit techniekers van de sociale partners.
Deze commissie onderzoekt ter plaatse het probleem en formuleert een voorstel aan beide partijen teneinde sneller tot een oplossing te komen.
Opmerking Voornoemde bepalingen zullen opgenomen worden in een uitvoerende collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten voor onbepaalde duur vanaf 1 januari 2006, gebaseerd op de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003 inzake statuut van de vakbondsafvaardiging. HOOFDSTUK IX. - Sectorale projecten 2005-2006
Art. 18.Rondetafel over loopbanen Partijen engageren zich om, na afloop van de interprofessionele loopbaanconferentie, een sector eigen rondetafel op vlak van de sector op te starten over loopbanen in de sector Edele metalen.
Hierbij kunnen thema's als instroom, tijdskrediet, eindeloopbaan en werkbaarheid ter sprake komen.
Art. 19.Functieclassificatie § 1. In uitvoering van het nationaal akkoord 2001-2002 werd een paritaire classificatiecommissie opgericht met als prioritaire taken : de actualisering van de bestaande functieclassificatie, het opstellen van een procedure bij betwisting en het opstellen van een voorbeeldenlijst. § 2. Deze classificatiecommissie heeft haar werkzaamheden afgerond, met uitzondering van het opstellen van een procedure bij betwisting. § 3. Partijen komen overeen dat de classificatiecommissie haar werkzaamheden zal voortzetten en bij betwisting een procedure zal uitwerken. Deze procedure zal worden geïntegreerd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2003 inzake functieclassificatie.
Art. 20.Technische aanpassingen In de hieronder vermelde collectieve arbeidsovereenkomsten dienen technische aanpassingen te worden doorgevoerd : - de collectieve arbeidsovereenkomst inzake de vakbondsafvaardiging; - de collectieve arbeidsovereenkomst inzake de eindejaarspremie.
Partijen verklaren zich akkoord om in de looptijd van het akkoord verdere afspraken te maken over de werking van een gemengd paritair comité en over een collectieve arbeidsovereenkomst inzake de non-discriminatieclausule. HOOFDSTUK X. - Sociale vrede en duurtijd akkoord
Art. 21.Sociale vrede Deze collectieve arbeidsovereenkomst verzekert de sociale vrede in de sector tijdens heel de duur van het akkoord. Bijgevolg zal geen enkele eis van algemene of collectieve aard voorgelegd worden, noch op nationaal, noch op regionaal, noch op vlak van de individuele onderneming.
Art. 22.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006, tenzij anders bepaald.
De artikelen die van toepassing zijn voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de edele metalen en aan de ondertekenende organisaties.
De artikelen die van toepassing zijn op het fonds voor bestaanszekerheid voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de edele metalen en aan de ondertekenende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Bijlage aan het sectoraal akkoord 2005-2006 Paritair Subcomité voor de edele metalen van 26 mei 2005 PREMIES VLAAMSE GEWEST De ondertekenende partijen verklaren dat de arbeiders ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de edele metalen en die inzake domicilie en tewerkstelling voldoen aan de omschrijving van het Vlaamse Gewest gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies van kracht in het Vlaamse Gewest namelijk : - Zorgkrediet; - Opleidingskrediet; - Ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN