gepubliceerd op 10 augustus 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de syndicale premie van de arbeiders in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden
19 JULI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de syndicale premie van de arbeiders in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de syndicale premie van de arbeiders in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 juli 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 2006 Syndicale premie van de arbeiders in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden (Overeenkomst geregistreerd op 7 maart 2006 onder het nummer 78900/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en behoren tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of tot de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden alsook op hun werklieden. § 2. Onder "subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden", wordt verstaan de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die zich inlaten met : 1° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor waarvoor een vervoervergunning vereist is die door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° het goederenvervoer voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor waarvoor geen vervoervergunning vereist is;3° het verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen waarvoor een vervoervergunning vereist is die door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° de verhuur met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd waarvoor geen vervoervergunning vereist is. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met name de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner is dan 500 kilogram en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuigen waarvoor geen vervoervergunning vereist is. § 3. Onder "subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden", wordt verstaan de werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en die, buiten de havenzones, zich inlaten met : 1° alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel;2° en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, ongeacht het gebruikte vervoermiddel. § 4. Onder "werklieden", wordt verstaan : de werklieden en werksters.
Voor de toepassing van deze overeenkomst worden met werklieden gelijkgesteld de personen verbonden door een arbeidsovereenkomst geregeld door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten ongeacht de juridische kwalificatie die door de partijen aan hun overeenkomst werd gegeven. HOOFDSTUK II. - Begrippen
Art. 2.Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder : 1° "sociaal fonds" : het "Sociaal Fonds voor het goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden", opgericht bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juli 1973 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Sociaal Fonds voor het vervoer van goederen met motorvoertuigen" en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 december 1973 (Belgisch Staatsblad van 15 januari 1974), gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 1993 algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 april 1994 (Belgisch Staatsblad van 16 juni 1994 en gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, houdende wijziging van de benaming van het "Sociaal Fonds voor het vervoer van goederen met voertuigen" in "Sociaal Fonds voor het goederenvervoer en aanverwante activiteiten voor rekening van derden" en wijziging van zijn statuten, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 november 1999 (Belgisch Staatsblad van 28 december 1999);2° "dienstjaar" : het jaar waarop de syndicale premie betrekking heeft;3° "referteperiode" : de periode die aanvangt op 1 juli van het jaar dat het dienstjaar voorafgaat, en eindigt op 30 juni van het dienstjaar;4° "kwartaal" : elke periode van drie maanden die in aanmerking wordt genomen voor de aangifte aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;5° "pensioen" : het ouderdomspensioen;6° "brugpensioen" : het stelsel ingericht door of krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17 gesloten in de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975).
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt enkel het brugpensioen in aanmerking genomen dat voortspruit uit de collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in de Nationale Arbeidsraad of uit een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en toepasselijk op de werkgevers behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of tot de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden. HOOFDSTUK III. - Toekenningsvoorwaarden
Art. 3.De werklieden en werksters, bedoeld in artikel 1, § 4, hebben recht op een syndicale premie ten laste van het sociaal fonds voor zover zij voldoen aan de volgende twee voorwaarden : 1° gedurende heel de referteperiode lid zijn van één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties;2° hetzij in ieder kwartaal van de referteperiode voorkomen op de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-aangifte van een werkgever bedoeld in artikel 1, § 2 en/of § 3 voor minstens : -42 arbeids- en/of gelijkgestelde dagen in het regime van het vijfdagenstelsel, of - 50 arbeids- en/of gelijkgestelde dagen in het regime van het zesdagenstelsel; - hetzij in de referteperiode aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aangegeven zijn met een brutoloon van minstens 6 000 EUR voor 2005 en 3 718,40 EUR vanaf 2006 door een of meerdere werkgevers bedoeld in artikel 1, § 2 en/of § 3.
Art. 4.De werklieden en werksters, bedoeld in artikel 1, § 4, die in de loop van de referteperiode met pensioen of brugpensioen gaan, alsmede de erfgenamen van werklieden of werksters die overleden zijn in de loop van de referteperiode, behouden het recht op de betaling van de syndicale premie van het betrokken dienstjaar.
HOOFDSTUKK IV. - Bedrag van de syndicale premie
Art. 5.Het bedrag van de syndicale premie mag in geen geval het bedrag bereiken van de jaarlijkse bijdrage die de werkman of werkster aan de werknemersorganisatie, waarbij hij/zij is aangesloten, verschuldigd is.
Art. 6.Het bedrag van de syndicale premie wordt vastgesteld op : - voor het jaar 2005 : 107 EUR; - vanaf het jaar 2006 : 115 EUR. HOOFDSTUK V. - Taken van het sociaal fonds
Art. 7.De raad van beheer van het sociaal fonds is belast met : 1° het vaststellen van de rechthebbenden op de syndicale premie;2° het toesturen aan elke rechthebbende op zijn domicilie van de aanvraag tot uitbetaling van de syndicale premie, waarmee de werkman of werkster bij zijn of haar werknemersorganisatie de uitbetaling van zijn of haar syndicale premie kan bekomen;3° de terugbetaling aan de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties van de ten titel van syndicale premie uitbetaalde bedragen. Om aan het sociaal fonds de mogelijkheid te bieden de ten titel van syndicale premie uitbetaalde bedragen terug te betalen, heeft alleen de voorzitter van het paritair comité het recht het aantal uitbetaalde syndicale premies te tellen.
De raad van beheer van het sociaal fonds is belast met het bepalen van de uitvoeringsmodaliteiten van deze telling. HOOFDSTUK VI. - Opheffingsbepalingen
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 januari 2004, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 mei 2005, betreffende de syndicale premie in de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden. § 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2005 en is van toepassing op de syndicale premies die vanaf 2005 uitbetaalbaar zijn. § 2. Zij is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door van elk van de contracterende partijen worden opgezegd.
Deze opzegging moet gebeuren minstens drie maanden vóór de aanvang van de referteperiode bepaald in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Deze opzegging moet geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis stelt. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN