Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juli 2006
gepubliceerd op 29 januari 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 oktober 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2001 tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgever in de vervoerkosten van de werknemers

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006202212
pub.
29/01/2007
prom.
19/07/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JULI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 oktober 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2001 tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgever in de vervoerkosten van de werknemers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 oktober 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2001, tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgever in de vervoerkosten van de werknemers.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 oktober 2005 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 september 2001 tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgever in de vervoerkosten van de werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 23 december 2005 onder het nummer 77878/CO/308) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden-, bediende- en kaderpersoneel.

Art. 2.Artikel 2 van de collectieve arbeids-overeenkomst van 19 september 2001 tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgever in de vervoerkosten van de werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 november 2002, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 januari 2003, wordt vervangen door : "

Art. 2.§ 1. Wat het door de NMBS georganiseerde vervoer betreft, zal de tussenkomst van de werkgever in de prijs van het gebruikte vervoerbewijs berekend worden, op basis van het barema dat is opgenomen in bijlage van het koninklijk besluit dat getroffen werd, in uitvoering van de wet van 27 juli 1962 tot vaststelling van een werkgeversbijdrage in het verlies geleden door de NMBS ingevolge de uitgifte van abonnementen voor werklieden en bedienden. § 2. Wat het overige gemeenschappelijk openbaar vervoer betreft, zal de tussenkomst van de werkgever vastgesteld worden volgens volgende modaliteiten : a) wanneer de prijs van het vervoer in verhouding staat tot de afstand, is de bijdrage gelijk aan de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart zoals vermeld in § 1.b) wanneer de prijs een eenheidsprijs betreft, bedraagt de bijdrage van de werkgever forfaitair 60 pct.van de effectief door de werknemer betaalde prijs, zonder evenwel het bedrag van de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart, zoals vermeld in § 1, voor een afstand van 7 km te overschrijden. § 3. Voor alle andere vervoermiddelen geldt een maandelijkse forfaitaire bijdrage gelijk aan 1,05 maal deze van de werkgever in de prijs van de treinkaart zoals bedoeld in § 1. § 4. In het kader van de mobiliteit en om het gebruik van het openbaar vervoer verder te stimuleren, hebben de werknemers die houder zijn van een jaarabonnement voor de trein, tram, metro of bus recht op een tegemoetkoming gelijk aan de door hen betaalde prijs, rekening houdend met volgende modaliteiten : -de terugbetaling aan de werknemer gebeurt na voorlegging van het bewijs van het jaarabonnement aan de werkgever; de terugbetaling gebeurt in een maal, behoudens in de ondernemingen waarbij ongeacht de vervoermiddelen, het traject van en naar het werk volledig wordt terugbetaald aan het treintarief 2de klasse; - de werknemer dient de meest voordelige formule van het jaarabonnement te nemen; - de terugbetaling van het jaarabonnement door de werkgever gebeurt op basis van het tarief van de betrokken vervoersonderneming en met als maximum het tarief van 2de klasse; - voor het eventueel overige gedeelte van het traject met een ander vervoermiddel gebeurt de terugbetaling volgens de regeling vermeld in § 1 van dit artikel; - er wordt geen afbreuk gedaan aan de modaliteiten die zijn vastgesteld of die nog zullen worden vastgesteld op het bedrijfsniveau.

Deze paragraaf is niet van toepassing indien het volledige traject van en naar het werk reeds terugbetaald wordt aan 100 pct. van een treinkaart 2de klasse ongeachte de vervoermiddelen. § 5. Het bruto equivalent van de tussenkomst zoals voorzien in § 4 geldt eveneens voor fietsers en voetgangers. »

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Iedere ondertekenende partij kan er geheel of gedeeltelijk een einde aan stellen mits een opzegging van drie maanden. De partij die van dit recht wenst gebruik te maken, doet de opzegging in een met redenen omkleed schrijven en met opgaven van de gewenste wijzigingen. De brief wordt gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de maatschappijen voor hypothecaire leningen, sparen en kapitalisatie.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^