19 JULI 2006. - Koninklijk besluit tot erkenning van de provinciale en lokale centra morele dienstverlening van de Centraal Vrijzinnige Raad

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 181 § 2 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 21 juni 2002 betreffende de Centrale Raad der niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen van België, de afgevaardigden en de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen, inzonderheid op de artikelen 4 en 69;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 april 2003 tot erkenning van de provinciale en lokale centra morele dienstverlening van de Centrale Vrijzinnige Raad;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 februari 2004 tot erkenning van een lokaal centrum voor morele dienstverlening waarvan de zetel gevestigd is te 2200 Herentals;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 februari 2004 tot erkenning van een lokaal centrum voor morele dienstverlening waarvan de zetel gevestigd is te 8900 Ieper;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 februari 2004 tot erkenning van een lokaal centrum voor morele dienstverlening waarvan de zetel gevestigd is te 1500 Halle;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 juni 2004 tot erkenning van een lokaal centrum voor morele dienstverlening waarvan de zetel gevestigd is te 9620 Zottegem;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 juli 2004 tot erkenning van een lokaal centrum voor morele dienstverlening waarvan de zetel gevestigd is te 7100 La Louvière;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 februari 2005 tot erkenning van een lokaal centrum voor morele dienstverlening waarvan de zetel gevestigd is te 1480 Tubeke;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 mei 2005 tot erkenning van een lokaal centrum voor morele dienstverlening waarvan de zetel gevestigd is te 1080 Jette;

Gelet op het schrijven van 1 juni 2004 waarbij de instelling voor morele dienstverlening van de Provincie Luik en de Centrale Vrijzinnige Raad de erkenning van een lokaal niet-confessioneel centrum voor morele dienstverlening te Waremme vragen en het gunstige advies van 24 maart 2005 van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van Luik;

Gelet op het schrijven van 11 mei 2005 waarbij de instelling voor morele dienstverlening van de Provincie van Henegouwen en de Centrale Vrijzinnige Raad de erkenning van een lokaal niet-confessioneel centrum voor morele dienstverlening te Charleroi-Zuid vragen en het gunstige advies van 9 maart 2006 van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van Henegouwen;

Gelet op het schrijven van 16 november 2005 waarbij de instelling voor morele dienstverlening van de Provincie van Limburg en de Centrale Vrijzinnige Raad de erkenning van een lokaal niet-confessioneel centrum voor morele dienstverlening te Genk vragen en het gunstige advies van 23 februari 2006 van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van Limburg;

Gelet op het schrijven van 16 november 2005 waarbij de instelling voor morele dienstverlening van de Provincie van West-Vlaanderen en de Centrale Vrijzinnige Raad de erkenning van een lokaal niet-confessioneel centrum voor morele dienstverlening te Roeselare vragen en het gunstige advies van 29 maart 2006 van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad van West-Vlaanderen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 20 juni 2006;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Worden erkend vanaf 1 november 2002, voor elke provincie en voor het administratief arrondissement Brussel Hoofdstad, de niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen zoals hierbijgevoegd tabel in de bijlage I.

Art. 2.Worden erkend de lokale centra van dienstverlening van de provincie of het administratief arrondissement Brussel Hoofdstad zoals hierbijgevoegd tabel in de bijlage II.

Art. 3.De gebiedsomschrijving van elke gemeenschap wordt vastgesteld binnen de grenzen van de betrokken provincie of van het administratief arrondissement Brussel Hoofdstad.

Art. 4.Worden opgeheven : - het koninklijk besluit van 4 april 2003 tot erkenning van de provinciale en lokale centra morele dienstverlening van de Centraal Vrijzinnige Raad; - het koninklijk besluit van 19 februari 2004 tot erkenning van een lokaal centrum voor morele dienstverlening waarvan de zetel gevestigd is te 2200 Herentals; - het koninklijk besluit van 19 februari 2004 tot erkenning van een lokaal centrum voor morele dienstverlening waarvan de zetel gevestigd is te 8900 Ieper; - het koninklijk besluit van 29 februari 2004 tot erkenning van een lokaal centrum voor morele dienstverlening waarvan de zetel gevestigd is te 1500 Halle; - het koninklijk besluit van 10 juni 2004 tot erkenning van een lokaal centrum voor morele dienstverlening waarvan de zetel gevestigd is te 9620 Zottegem; - het koninklijk besluit van 13 juli 2004 tot erkenning van een lokaal centrum voor morele dienstverlening waarvan de zetel gevestigd is te 7100 La Louvière; - het koninklijk besluit van 13 februari 2005 tot erkenning van een lokaal centrum voor morele dienstverlening waarvan de zetel gevestigd is te 1480 Tubeke; - het koninklijk besluit van 23 mei 2005 tot erkenning van een lokaal centrum voor morele dienstverlening waarvan de zetel gevestigd is te 1080 Jette;

Art. 5.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

BIJLAGE I Bijlage I van het koninklijk besluit van 19 juli 2006 tot erkenning van de provinciale en lokale centra morele dienstverlening van de Centrale Vrijzinnige Raad Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

BIJLAGE II Bijlage II van het koninklijk besluit van 19 juli 2006 tot erkenning van de provinciale en lokale centra morele dienstverlening van de Centrale Vrijzinnige Raad Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 juli 2006 tot erkenning van de provinciale en lokale centra morele dienstverlening van de Centrale Vrijzinnige Raad.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX