gepubliceerd op 13 augustus 2004
Koninklijk besluit houdende ontslag en benoeming van de voorzitter van de commissie voor de distributie van de provincie Luik en van de leden van de commissies voor de distributie in de provincies van Luik, Waals-Brabant, Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen, Limburg en Luxemburg
13 JULI 2004. - Koninklijk besluit houdende ontslag en benoeming van de voorzitter van de commissie voor de distributie van de provincie Luik en van de leden van de commissies voor de distributie in de provincies van Luik, Waals-Brabant, Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen, Limburg en Luxemburg
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 29 juni 1975 betreffende de handelsvestigingen, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 1976 en 3 mei 1999 en bij het koninklijk besluit van 23 juni 1994, inzonderheid op artikel 5;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie en Onze Minister van Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Eervol ontslag uit zijn mandaat van voorzitter van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Luik wordt verleend aan de heer J. Moxhet.
Art. 2.Op de voordracht van de bestendige deputatie van de Provincieraad van de provincie Luik, wordt de heer J. Mestrez benoemd tot voorzitter van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Luik ter vervanging van de heer J. Moxhet, wiens mandaat hij zal voltooien.
Art. 3.Eervol ontslag uit zijn mandaat van werkend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Luik wordt verleend aan de heer M. Halleux, als vertegenwoordiger van de in de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO zetelende organisaties.
Art. 4.Wordt tot werkend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Luik als vertegenwoordiger van de in de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO zetelende organisaties benoemd, de heer P. Rizzo, ter vervanging van de heer M. Halleux, wiens mandaat hij zal voltooien.
Art. 5.Eervol ontslag uit haar mandaat van plaatsvervagend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Luik wordt verleend aan Mevr. J. Tyberghien, als vertegenwoordigster van de in de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO zetelende organisaties.
Art. 6.Wordt tot plaatsvervangend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Luik als vertegenwoordiger van de in de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO zetelende organisaties benoemd, de heer J. Henry, ter vervanging van Mevr. J. Tyberghien, wiens mandaat hij zal voltooien.
Art. 7.Eervol ontslag uit haar mandaat van plaatsvervangend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Luik wordt verleend aan Mevr. M.C. Lefebvre, als vertegenwoordigster van de in de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO zetelende organisaties.
Art. 8.Wordt tot plaatsvervangend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Luik als vertegenwoordiger van de in de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO zetelende organisaties benoemd, de heer J. Crahay, ter vervanging van Mevr. M. Lefebvre, wiens mandaat hij zal voltooien.
Art. 9.Eervol ontslag uit zijn mandaat van werkend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Waals-Brabant wordt verleend aan de heer G. Quertain, als vertegenwoordiger van de in de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO zetelende organisaties.
Art. 10.Wordt tot werkend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Waals-Brabant als vertegenwoordiger van de in de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO zetelende organisaties benoemd, de heer A. Henrot, ter vervanging van de heer G. Quertain, wiens mandaat hij zal voltooien.
Art. 11.Eervol ontslag uit zijn mandaat van plaatsvervangend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Vlaams-Brabant wordt verleend aan de heer E. Van Dijck, als vertegenwoordiger van de landbouworganisaties.
Art. 12.Wordt tot plaatsvervangend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Vlaams-Brabant als vertegenwoordigster van de landbouworganisaties benoemd, Mevr. S. Degelin, ter vervanging van de heer E. Van Dijck, wiens mandaat ze zal voltooien.
Art. 13.Eervol ontslag uit zijn mandaat van werkend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Oost-Vlaanderen wordt verleend aan de heer J. Sanders, als vertegenwoordiger van de landbouworganisaties.
Art. 14.Wordt tot werkend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Oost-Vlaanderen als vertegenwoordiger van de landbouworganisaties benoemd, de heer P. Dieleman, ter vervanging van de heer J. Sanders, wiens mandaat hij zal voltooien.
Art. 15.Eervol ontslag uit haar mandaat van plaatsvervangend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Oost-Vlaanderen wordt verleend aan Mevr. K. Van De Velde, als vertegenwoordigster van de in de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO zetelende organisaties.
Art. 16.Wordt tot plaatsvervangend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Oost-Vlaanderen als vertegenwoordigster van de in de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO zetelende organisaties benoemd, Mevr. E. Martens, ter vervanging van Mevr. K. Van De Velde, wiens mandaat ze zal voltooien.
Art. 17.Eervol ontslag uit haar mandaat van plaatsvervangend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Oost-Vlaanderen wordt verleend aan Mevr. C. Ryckaert, als vertegenwoordigster van de landbouworganisaties.
Art. 18.Wordt tot plaatsvervangend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Oost-Vlaanderen als vertegenwoordiger van de landbouworganisaties benoemd, de heer J. Sanders, ter vervanging van Mevr. C. Ryckaert, wiens mandaat hij zal voltooien.
Art. 19.Eervol ontslag uit zijn mandaat van werkend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Limburg wordt verleend aan de heer P. Bruggen, als vertegenwoordiger van de landbouworganisaties.
Art. 20.Wordt tot werkend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Limburg als vertegenwoordiger van de landbouworganisaties benoemd, de heer L. Vanoirbeek, ter vervanging van de heer P. Bruggen, wiens mandaat hij zal voltooien.
Art. 21.Eervol ontslag uit zijn mandaat van plaatsvervangend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Limburg wordt verleend aan de heer B. Truijen, als vertegenwoordiger van de landbouworganisaties.
Art. 22.Wordt tot plaatsvervangend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Limburg als vertegenwoordiger van de landbouworganisaties benoemd, de heer K. Van Heukelom, ter vervanging van de heer B. Truijen, wiens mandaat hij zal voltooien.
Art. 23.Eervol ontslag uit zijn mandaat van plaatsvervangend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Luxemburg wordt verleend aan de heer C. Michat, als vertegenwoordiger van de meest representatieve werknemersorganisaties.
Art. 24.Wordt tot plaatsvervangend lid van de provinciale commissie voor de distributie van de provincie Luxemburg als vertegenwoordiger van de meest representatieve werknemersorganisaties benoemd, de heer G. Pirson, ter vervanging van de heer C. Michat, wiens mandaat hij zal voltooien.
Art. 25.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 26.Onze Minister van Economie en Onze Minister van Middenstand zijn, ieder wat haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 13 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Mevr. F. MOERMAN De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE