Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 januari 2005
gepubliceerd op 27 januari 2005

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005200208
pub.
27/01/2005
prom.
19/01/2005
ELI
eli/besluit/2005/01/19/2005200208/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op de artikelen 4, § 1, 19, § 1, gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2004, 19, § 2, en 23, gewijzigd bij de programmawet van 27 december 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, inzonderheid op de artikelen 3, 4, 5, 7, 9, 10, § 2, 11, 15, 17, 20, 21, § 2, 22, 24 tot 39, 42, § § 1 en 2, 43, 54, 55, 56, § 2, 58, gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 december 2001, 60, 61, 65, 69 en 79, en de bijlage I;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, gegeven op 26 novembre 2004;

Gelet op het advies van Onze Minister van Middenstand, gegeven op 17 december 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 november 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 8 december 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State, nr. 37.883/1, gegeven op 21 december 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bijlage I van het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen wordt opgeheven.

Art. 2.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen wordt aangevuld als volgt : "5° "totale oppervlakte van een bouwwerk" : de som van de horizontaal gemeten oppervlaktes van de verschillende niveaus van het te verwezenlijken bouwwerk.

Maken deel uit van eenzelfde bouwwerk, alle al dan niet aan elkaar palende constructies die deel uitmaken van eenzelfde project.

De oppervlakte van de niveaus wordt berekend tussen de buitenwanden, de oppervlakte ingenomen door de wanden zelf inbegrepen.

Op de niveau's waar de buitenwanden van een bouwwerk of van een deel ervan, geheel of gedeeltelijk afwezig zijn, of in de gevallen waar het bouwwerk van dergelijke aard is dat het niet toelaat één of meer niveau's te definiëren, worden de oppervlaktes begrensd door de vertikale projectie van de buitenste contouren van het bouwwerk.

Op de plaatsen waar openingen in de vloer van een niveau zijn aangebracht, inzonderheid voor de verwezenlijking van een atrium of voor de doorgang van trappen, liften of technische leidingen, worden de oppervlaktes van deze openingen opgeteld bij de vloeroppervlaktes.

De dakvlakken die uitsluitend de functie van dakbedekking hebben worden niet opgenomen in de berekening van de totale oppervlakte van het bouwwerk.

Worden evenmin opgenomen in de berekening van de totale oppervlakte van het bouwwerk, de oppervlaktes van de grondwerken die uitsluitend uitgevoerd worden om de verwezenlijking van een bouwwerk mogelijk te maken.

Bij verbouwing, uitbreiding, gedeeltelijke wederopbouw, of afbraak van een bouwwerk worden voor de berekening van de totale oppervlakte van het bouwwerk, per niveau, enkel de oppervlaktes in rekening gebracht van de lokalen of zones waar één of meer van de werken, opgesomd in artikel 2, § 1, worden uitgevoerd. 6° "veiligheids- en gezondheidsplan" : document of het geheel van documenten waarvan de inhoud beantwoordt aan de bijlage I, deel A, en dat de op basis van risicoanalyses vastgestelde preventiemaatregelen bevat ter voorkoming van de risico's waaraan de werknemers kunnen blootgesteld worden als gevolg van : a) de aard van het bouwwerk;b) de wederzijdse inwerking van activiteiten van de diverse tussenkomende partijen die tegelijkertijd op de tijdelijke of mobiele bouwplaats aanwezig zijn;c) de opeenvolging van activiteiten van de diverse tussenkomende partijen op een tijdelijke of mobiele bouwplaats wanneer een tussenkomst, na het beëindigen ervan, risico's laat bestaan voor de andere tussenkomende partijen die later zullen tussenkomen;d) de wederzijdse inwerking van alle installaties of alle andere activiteiten op of in de nabijheid van de site waar de tijdelijke of mobiele bouwplaats is gevestigd, inzonderheid het openbaar of privaat goederen- of personenvervoer, het aanvatten of de voortzetting van het gebruik van een gebouw of de voortzetting van eender welke exploitatie;e) de uitvoering van mogelijke latere werkzaamheden aan het bouwwerk;7° "coördinatiedagboek" : document of geheel van documenten waarvan de inhoud beantwoordt aan de bijlage I, deel B, en dat door de coördinator wordt bijgehouden en dat de gegevens en bemerkingen vermeldt betreffende de coördinatie en gebeurtenissen op de bouwplaats;8° "postinterventiedossier" : dossier waarvan de inhoud beantwoordt aan de bijlage I, deel C, en dat de voor de veiligheid en de gezondheid nuttige elementen bevat waarmee bij eventuele latere werkzaamheden moet worden rekening gehouden en dat aangepast is aan de kenmerken van het bouwwerk;9° "coördinatiestructuur" : orgaan waarvan de samenstelling beantwoordt aan de bijlage I, deel D, en dat bijdraagt tot de organisatie van de coördinatie inzake veiligheid en gezondheid op de bouwplaats door inzonderheid : a) te zorgen voor de vereenvoudiging van de informatie en de raadpleging van de verschillende tussenkomende partijen evenals van hun onderlinge communicatie;b) te zorgen voor een efficiënt overleg tussen de tussenkomende partijen omtrent de toepassing van de preventiemaatregelen op de bouwplaats;c) te zorgen voor de regeling van elke betwisting of onduidelijkheid inzake de naleving van de preventiemaatregelen op de bouwplaats; d) adviezen inzake veiligheid en gezondheid uit te brengen."

Art. 3.Afdeling II van hetzelfde besluit, bestaande uit artikel 4, wordt vervangen als volgt : "Afdeling II. - Bouwwerken met een totale oppervlakte kleiner dan 500 m2 waar werken worden uitgevoerd door meerdere aannemers

Art. 4.§ 1. De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen die betrekking hebben op bouwwerken waarvan de totale oppervlakte kleiner is dan 500 m2 en waar werken worden uitgevoerd door ten minste twee aannemers, die tegelijkertijd of achtereenvolgens tussenkomen. § 2. Het bouwen en het afbreken van bouwwerken opgenomen in de lijst vastgesteld in de bijlage V zijn van de toepassing van de bepalingen van deze afdeling uitgesloten.

Onderafdeling I. - De coördinatie van het ontwerp van het bouwwerk

Art. 4bis.Behalve indien met zekerheid vaststaat dat de werken op de tijdelijke of mobiele bouwplaats door één enkele aannemer zullen worden uitgevoerd, stelt de bouwdirectie belast met het ontwerp tijdens de studiefase van het ontwerp van het bouwwerk één coördinator-ontwerp aan.

Indien het ontwerp van het bouwwerk de medewerking van een architect wettelijk vereist, wordt de functie van coördinator-ontwerp uitgeoefend door : 1° hetzij een architect die voldoet aan de bepalingen van artikel 65ter, § 1;2° hetzij een coördinator-ontwerp die voldoet aan de bepalingen van artikel 65ter, § 1;3° hetzij een coördinator-verwezenlijking met een continue praktische beroepservaring van ten minste drie jaar als coördinator-verwezenlijking en die voldoet aan de bepalingen van artikel 65ter, § 1. Indien het ontwerp van het bouwwerk wettelijk niet de medewerking van een architect vereist, wordt de functie van coördinator-ontwerp uitgeoefend door : 1° hetzij één van de in het tweede lid bedoelde personen;2° hetzij een bouwdirectie belast met de uitvoering of een aannemer die voldoen aan de bepalingen van, al naargelang het geval, artikel 65quater, § 2 of artikel 65quinquies, 3°.

Art. 4ter.De bouwdirectie belast met het ontwerp mag de uitwerking van het project niet aanvatten of verder zetten, zolang de coördinator-ontwerp niet is aangesteld.

Art. 4quater.§ 1. De bouwdirectie belast met het ontwerp ziet erop toe dat de coördinator-ontwerp : 1° zijn opdrachten, bedoeld in artikel 4sexies, volledig en adequaat vervult;2° betrokken wordt bij alle etappes van de werkzaamheden betreffende de uitwerking, wijzigingen en aanpassingen van het ontwerp van het bouwwerk;3° alle informatie krijgt die nodig is voor de uitvoering van zijn opdrachten;hiertoe wordt de coördinator uitgenodigd op alle vergaderingen, georganiseerd door de bouwdirectie belast met het ontwerp, en ontvangt hij alle door deze bouwdirectie verwezenlijkte studies binnen een termijn die hem toelaat zijn opdrachten uit te voeren; 4° bij het einde van zijn opdracht een exemplaar van het geactualiseerde veiligheids- en gezondheidsplan, het eventuele geactualiseerde coördinatiedagboek en het geactualiseerde postinterventiedossier aan de opdrachtgever, of in het geval van meerdere opdrachtgevers, aan de opdrachtgevers overmaakt. § 2. Zonder afbreuk te doen aan de verantwoordelijkheden van de verschillende tussenkomende partijen, ziet de bouwdirectie belast met het ontwerp erop toe dat de verschillende tussenkomende partijen samenwerken en hun activiteiten coördineren, teneinde aan de coördinator-ontwerp de bevoegdheid, de middelen en de informatie te verzekeren, nodig voor de goede uitvoering van zijn opdrachten.

Art. 4quinquies.§ 1. Wanneer de bouwdirectie belast met het ontwerp niet de functie van coördinator-ontwerp uitoefent, maakt de aanstelling van deze laatste het voorwerp uit van een schriftelijke overeenkomst, gesloten tussen deze beide partijen.

Wanneer de coördinator-ontwerp een werknemer is van de bouwdirectie belast met het ontwerp, maakt de aanstelling van de coördinator het voorwerp uit van een document dat door deze bouwdirectie en de coördinator is ondertekend. § 2. De overeenkomst of het document, bedoeld in § 1, eerste en tweede lid, bepalen de regels voor het vervullen van de opdrachten van de coördinator-ontwerp en de hem ter beschikking gestelde middelen.

Deze overeenkomst, of dit document mogen geen clausules bevatten, die de verantwoordelijkheden, welke krachtens de wet of dit besluit aan de andere tussenkomende partijen toekomen, geheel of gedeeltelijk aan de coördinator overdragen. § 3. De overeenkomst, of het document bepalen inzonderheid nader : 1° de taken die de coördinator-ontwerp in toepassing van artikel 4sexies moet vervullen;2° het ogenblik waarop de coördinator-ontwerp zijn opdracht aanvangt;3° de verplichtingen van de bouwdirectie belast met het ontwerp, voortvloeiend uit de bepalingen van artikel 4quater.4° de momenten in de verschillende fases van het ontwerp waarop de coördinator-ontwerp met de opdrachtgevers en de bouwdirectie belast met het ontwerp overlegt of kan overleggen en de door hen gemaakte keuzen, bedoeld in artikel 17 van de wet, in het veiligheids- en gezondheidsplan vastlegt; § 4. Het document bedoeld in § 1, tweede lid, bepaalt bovendien nader : 1° in voorkomend geval, de medewerkers, lokalen en arbeidsmiddelen, die ter beschikking gesteld worden van de coördinator-ontwerp;2° de tijd die de coördinator-ontwerp en zijn eventuele medewerkers voor het vervullen van de coördinatieopdracht ter beschikking gesteld wordt.

Art. 4sexies.Naast de uitvoering van de opdrachten bedoeld in artikel 18 van de wet is de coördinator-ontwerp, inzonderheid, belast met de volgende taken : 1° hij stelt het veiligheids- en gezondheidsplan op en neemt er de keuzen, bedoeld in artikel 17 van de wet in op, alsook de voor de veiligheid en de gezondheid kritieke fasen waarop de coördinator-verwezenlijking ten minste op de bouwplaats aanwezig moet zijn;2° hij past het veiligheids- en gezondheidsplan aan aan elke wijziging aangebracht aan het ontwerp;3° hij maakt de elementen uit het veiligheids- en gezondheidsplan over aan de tussenkomende partijen voorzover deze elementen hen betreffen;4° hij zorgt ervoor dat de betrokkenen schriftelijk in kennis worden gesteld van hun eventuele gedragingen, handelingen, keuzen of nalatigheden die in strijd zijn met de algemene preventieprincipes; daartoe mag hij ook een coördinatiedagboek aanwenden; 5° hij adviseert de opdrachtgevers inzake de overeenstemming van het document gevoegd bij de offertes, bedoeld in artikel 30, tweede lid, 1°, met het veiligheids- en gezondheidsplan en stelt hen in kennis van eventuele niet-overeenstemmingen;6° hij opent het postinterventiedossier, houdt het bij en vult het aan;7° hij draagt het veiligheids- en gezondheidsplan, het eventuele coördinatiedagboek en het postinterventiedossier over aan de opdrachtgevers en stelt die overdracht en het einde van het ontwerp van bouwwerk schriftelijk vast.

Art. 4septies.De opdracht van de coördinator-ontwerp wordt beëindigd door de overdracht bedoeld in artikel 4sexies, 7°.

Onderafdeling II De coördinatie van de verwezenlijking van het bouwwerk

Art. 4octies.De coördinatie, uitgevoerd in de loop van het ontwerp van het bouwwerk, wordt tijdens de verwezenlijking van het bouwwerk niet verder gezet, wanneer alle werken door één enkele aannemer worden uitgevoerd.

In dit geval passen de opdrachtgever en de aannemer de voorschriften van de artikelen 42 en 43 toe.

Art. 4nonies.Wanneer de werken op de tijdelijke of mobiele bouwplaats door één enkele aannemer worden uitgevoerd, moet, behalve in geval van overmacht, de verplichting bedoeld in artikel 4decies worden nageleefd van zodra zich onvoorziene omstandigheden voordoen die de aannemer of de opdrachtgever ertoe aanzetten beroep te doen op één of meerdere bijkomende aannemers.

Art. 4decies.§ 1. Vóór het begin van de uitvoering van de werken op de tijdelijke of mobiele bouwplaats stelt de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering één coördinator-verwezenlijking aan. § 2. Bij ontstentenis van een bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering valt, de in § 1 bedoelde verplichting ten laste van : 1° de bouwdirectie belast met de uitvoering;2° ingeval er meerdere bouwdirecties belast met de uitvoering zijn, de bouwdirectie die als eerste een overeenkomst afsluit met de opdrachtgevers;3° ingeval er meerdere bouwdirecties belast met de uitvoering zijn, en waarbij geen bouwdirectie, noch haar aannemers of haar onderaannemers gelijktijdig met andere bouwdirecties, hun aannemers of onderaannemers op de bouwplaats tussenkomen, de bouwdirectie die als eerste op de bouwplaats tussenkomt;bij beëindiging van haar tussenkomst gaat voormelde verplichting over naar de volgende bouwdirectie tot beëindiging van haar tussenkomst en gaat alzo verder over van de ene bouwdirectie op de volgende, tot de beëindiging van het project.

De in vorig lid, 3°, bedoelde bouwdirectie die haar tussenkomst beëindigt, maakt de instrumenten bij de coördinatie met de nodige toelichtingen, over aan de bouwdirectie die haar opvolgt. Indien deze bouwdirectie door haar niet gekend is, maakt zij de instrumenten bij de coördinatie met een schriftelijke toelichting over aan de opdrachtgever, die deze bewaart en ter beschikking houdt van de volgende tussenkomende bouwdirectie.

Indien de instrumenten bij de coördinatie hen niet verstrekt worden, vragen de in het eerste lid, 3°, bedoelde bouwdirecties die niet als eerste op de bouwplaats tussenkomen, deze op bij al naargelang het geval, de voorgaande bouwdirectie of de opdrachtgever. § 3. De functie van coördinator-verwezenlijking wordt uitgeoefend door : 1° hetzij een architect die voldoet aan de bepalingen van artikel 65ter, § 1;2° hetzij een coördinator-verwezenlijking die voldoet aan de bepalingen van artikel 65ter, § 1;3° hetzij een bouwdirectie belast met de uitvoering of een aannemer die voldoen aan de bepalingen van artikel 65ter, § 2.

Art. 4undecies.Behalve in geval van overmacht mogen de werken op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen slechts aangevat of verdergezet worden na de aanstelling van de coördinator-verwezenlijking.

Art. 4duodecies.§ 1. De bouwdirectie belast met de aanstelling van de coördinator-verwezenlijking ziet er op toe dat deze in het bezit gesteld wordt van een exemplaar van het veiligheids- en gezondheidsplan, van het eventuele coördinatiedagboek en van het postinterventiedossier. § 2. De bouwdirectie belast met de aanstelling van de coördinator-verwezenlijking ziet er op toe dat deze : 1° zijn opdrachten, bedoeld in artikel 4quinquies decies, volledig en adequaat vervult;2° betrokken wordt bij alle etappes van de werkzaamheden betreffende de verwezenlijking van het bouwwerk;3° alle informatie krijgt die nodig is voor de uitvoering van zijn opdrachten;hiertoe wordt de coördinator uitgenodigd op alle vergaderingen, georganiseerd door de bouwdirectie belast met de uitvoering of door de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering, en ontvangt hij alle door deze bouwdirecties verwezenlijkte studies binnen een termijn die hem toelaat zijn opdrachten uit te voeren; 4° bij het einde van zijn opdracht een exemplaar van het veiligheids- en gezondheidsplan, het eventuele coördinatiedagboek en het postinterventiedossier, allen aangepast overeenkomstig de bepalingen van de bijlage I, aan de opdrachtgevers tegen ontvangstbewijs overmaakt. § 3. Zonder afbreuk te doen aan de verantwoordelijkheden van de verschillende tussenkomende partijen, ziet de bouwdirectie belast met de aanstelling van de coördinator-verwezenlijking erop toe dat de verschillende tussenkomende partijen samenwerken en hun activiteiten coördineren, teneinde aan de coördinator-verwezenlijking de bevoegdheid, de middelen en de informatie te verzekeren, nodig voor de goede uitvoering van zijn opdrachten.

Art. 4ter decies. De functies van coördinator-ontwerp en van coördinator-verwezenlijking mogen door een zelfde persoon vervuld worden.

Art. 4quater decies. § 1. Wanneer de bouwdirectie belast met aanstelling van de coördinator-verwezenlijking niet de functie van coördinator-verwezenlijking uitoefent, maakt de aanstelling van deze laatste het voorwerp uit van een schriftelijke overeenkomst, gesloten tussen deze beide partijen.

Wanneer de coördinator-verwezenlijking een werknemer is van de bouwdirectie belast met aanstelling van de coördinator-verwezenlijking, maakt de aanstelling van de coördinator het voorwerp uit van een document dat door deze bouwdirectie en de coördinator is ondertekend. § 2. De overeenkomst of het document, bedoeld in § 1, eerste en tweede lid, bepalen de regels voor het vervullen van de opdrachten van de coördinator-verwezenlijking en de hem ter beschikking gestelde middelen.

Deze overeenkomst, of dit document mogen geen clausules bevatten, die de verantwoordelijkheden, welke krachtens de wet of dit besluit aan de andere tussenkomende partijen toekomen, geheel of gedeeltelijk aan de coördinator overdragen. § 3. De overeenkomst, of het document bepalen inzonderheid nader : 1° de taken die de coördinator-verwezenlijking in toepassing van artikel 4quinquies decies moet vervullen;2° het ogenblik waarop de coördinator-verwezenlijking zijn opdracht aanvangt;3° de verplichtingen van de bouwdirectie belast met de aanstelling van de coördinator-verwezenlijking, voortvloeiend uit de bepalingen van artikel 4duodecies ;4° de voor de veiligheid en de gezondheid kritieke fasen waarop de coördinator-verwezenlijking ten minste op de bouwplaats aanwezig zal zijn. § 4. Het document bedoeld in § 1, tweede lid, bepaalt bovendien nader : 1° in voorkomend geval, de medewerkers, lokalen en arbeidsmiddelen, die ter beschikking gesteld worden van de coördinator-verwezenlijking;2° de tijd die de coördinator-verwezenlijking en zijn eventuele medewerkers voor het vervullen van de coördinatieopdracht ter beschikking gesteld wordt. Art. 4quinquies decies. Naast de uitvoering van de opdrachten bepaald in artikel 22 van de wet is de coördinator-verwezenlijking belast met de volgende opdrachten : 1° hij past het veiligheids- en gezondheidsplan aan overeenkomstig de bijlage I, deel A, afdeling II, tweede lid, en maakt de elementen van het aangepaste veiligheids- en gezondheidsplan over aan de tussenkomende partijen voorzover deze elementen hen aanbelangen;2° hij zorgt ervoor dat de betrokkenen schriftelijk in kennis worden gesteld van hun eventuele gedragingen, handelingen, keuzen of nalatigheden die in strijd zijn met de algemene preventieprincipes; daartoe mag hij ook een eventueel coördinatiedagboek aanwenden; 3° hij roept een eventuele coördinatiestructuur samen overeenkomstig de bepalingen van artikel 40;4° hij vult het postinterventiedossier aan in functie van de elementen van het geactualiseerde veiligheids- en gezondheidsplan die voor de uitvoering van latere werkzaamheden aan het bouwwerk van belang zijn;5° hij draagt, bij de voorlopige oplevering van de werken, of bij ontstentenis, bij de oplevering van de werken, het geactualiseerde veiligheids- en gezondheidsplan, het eventuele coördinatiedagboek en het postinterventiedossier over aan de opdrachtgevers en stelt die overdracht vast in een proces-verbaal dat bij het postinterventiedossier wordt gevoegd;de coördinator aangesteld in toepassing van artikel 4decies, § 2, 3°, draagt deze documenten evenwel over aan de bouwdirectie die hem aanstelde.

Ongeacht de oprichting van een eventuele coördinatiestructuur of niet gaat de coördinator-verwezenlijking in op het op grond van de coördinatie van de veiligheid of de gezondheid gemotiveerd verzoek van één of meer tussenkomende partijen om op de bouwplaats aanwezig te zijn.

Art. 4sexies decies. De opdracht van de coördinator-verwezenlijking wordt beëindigd door de overdracht van de documenten bedoeld in artikel 4quinquies decies, 5°."

Art. 4.Het opschrift van de afdeling III van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "Afdeling III. - Bouwwerken met een totale oppervlakte gelijk aan of groter dan 500 m2 of die behoren tot de bijlage V, en waar werken worden uitgevoerd door meerdere aannemers"

Art. 5.Tussen het opschrift van de afdeling III en het opschrift van de onderafdeling I van hetzelfde besluit wordt een artikel 4septies decies ingevoegd, luidende : "Art. 4septies decies. § 1. De bepalingen van deze afdeling zijn van toepassing op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waar werken worden uitgevoerd door ten minste twee aannemers, die tegelijkertijd of achtereenvolgens tussenkomen en die betrekking hebben op bouwwerken waarvan de totale oppervlakte gelijk is aan of groter dan 500 m2. § 2. Het bouwen en het afbreken van bouwwerken opgenomen in de lijst vastgesteld in de bijlage V wordt gelijkgesteld met de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bedoeld in § 1, ongeacht de totale oppervlakte van het bouwwerk.

De Minister bevoegd inzake het welzijn op het werk kan de in vorig lid bedoelde lijst wijzigen."

Art. 6.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt opgeheven;2° De woorden "§ 1" vervallen.

Art. 7.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "personen belast met de aanstelling van de coördinator-ontwerp" vervangen door het woord "opdrachtgevers";2° in § 1, 1° vervallen de woorden "te allen tijde";3° in § 2 worden de woorden "personen belast met de aanstelling van de coördinator-ontwerp" vervangen door het woord "opdrachtgevers".

Art. 8.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 9.De aanstelling van de coördinator-ontwerp maakt het voorwerp uit van een schriftelijke overeenkomst, gesloten tussen deze coördinator en de opdrachtgevers.

Wanneer de coördinator-ontwerp een werknemer is van een opdrachtgever, maakt zijn aanstelling het voorwerp uit van een document dat door de coördinator en deze opdrachtgever is ondertekend en, in de gevallen van meerdere opdrachtgevers, tevens van een schriftelijke overeenkomst gesloten tussen de werkgever van de coördinator en de andere opdrachtgevers."

Art. 9.In artikel 10, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In 3° worden de woorden "personen belast met de aanstelling van de coördinator-ontwerp" vervangen door het woord "opdrachtgevers"; 2° er wordt een 4° ingevoegd, luidende : "4° de momenten in de verschillende fases van het ontwerp waarop de coördinator-ontwerp met de opdrachtgevers en de bouwdirectie belast met het ontwerp overlegt of kan overleggen en de door hen gemaakte keuzen, bedoeld in artikel 17 van de wet, in het veiligheids- en gezondheidsplan vastlegt."

Art. 10.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1° worden de woorden ", overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 25 en 27" vervangen door de woorden "en neemt er de keuzen, bedoeld in artikel 17 van de wet in op, alsook de voor de veiligheid en de gezondheid kritieke fasen waarop de coördinator-verwezenlijking ten minste op de bouwplaats aanwezig moet zijn";2° in 4° worden de woorden "personen belast met zijn aanstelling" vervangen door het woord "opdrachtgevers";3° in 5° vervallen de woorden "overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 31 tot 36";4° in 6° worden de woorden "opdrachtgever of, bij toepassing van artikel 5, § 2, aan de persoon belast met zijn aanstelling" vervangen door het woord "opdrachtgevers".

Art. 11.In artikel 14 van hetzelfde besluit vervallen de woorden ", § 1,".

Art. 12.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt opgeheven;2° De woorden " § 1" vervallen.

Art. 13.In artikel 17, § 1, artikel 17, § 2, en artikel 17, § 3, van hetzelfde besluit worden de woorden "personen belast met de aanstelling van de coördinator-verwezenlijking" vervangen door het woord "opdrachtgevers".

Art. 14.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 20.De aanstelling van de coördinator-verwezenlijking maakt het voorwerp uit van een schriftelijke overeenkomst, gesloten tussen deze coördinator en de opdrachtgevers.

Wanneer de coördinator-verwezenlijking een werknemer is van een opdrachtgever, maakt zijn aanstelling het voorwerp uit van een document dat door de coördinator en deze opdrachtgever is ondertekend en, in de gevallen van meerdere opdrachtgevers, tevens van een schriftelijke overeenkomst gesloten tussen de werkgever van de coördinator en de andere opdrachtgevers."

Art. 15.In artikel 21, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 3° worden de woorden "personen belast met de aanstelling van de coördinator-verwezenlijking" vervangen door het woord "opdrachtgevers"; 2° er wordt een 4° ingevoegd, luidende : "4° de voor de veiligheid en de gezondheid kritieke fasen waarop de coördinator-verwezenlijking ten minste op de bouwplaats aanwezig zal zijn."

Art. 16.In artikel 22 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 1° worden de woorden "de bepalingen van artikel 29" vervangen door de woorden "de bijlage I, deel A, afdeling I, tweede lid,";2° in 2° vervallen de woorden "overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 31 tot 33";3° in 3° worden de woorden "artikel 33, 6° en stelt de opdrachtgever, of bij toepassing van artikel 15, § 2, de persoon belast met zijn aanstelling," vervangen door de woorden "bijlage I, deel B, 6°, en stelt de opdrachtgevers";4° in 7° worden de woorden "opdrachtgever of, bij toepassing van artikel 15, § 2, aan de persoon belast met zijn aanstelling" vervangen door het woord "opdrachtgevers"; 5° er wordt een tweede lid ingevoegd, luidende : "Ongeacht de oprichting van een coördinatiestructuur of niet gaat de coördinator-verwezenlijking in op het op grond van de veiligheid of de gezondheid gemotiveerd verzoek van één of meer tussenkomende partijen om op de bouwplaats aanwezig te zijn."

Art. 17.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 18.Het opschrift van afdeling IV van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "Afdeling IV. - Bijzondere verplichtingen in verband met de instrumenten bij de coördinatie"

Art. 19.Artikel 25 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 20.In artikel 26 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden "waarvoor een coördinator-ontwerp of een coördinator-verwezenlijking moet worden aangesteld en" ingevoegd tussen de woorden "voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen" en de woorden "waar één of meer van de volgende werkzaamheden uitgevoerd worden";2° § 1, 4°, wordt aangevuld met de woorden "of van leidingen onder een inwendige druk van 15 bar of meer";3° in § 1, 10°, wordt het woord "zware" ingevoegd tussen de woorden "of demontage van" en de woorden "geprefabriceerde elementen";4° § 2, eerste lid, wordt vervangen als volgt : "§ 2.Voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waarvoor een coördinator-ontwerp of een coördinator-verwezenlijking moet worden aangesteld, is het opstellen en het bijhouden van een veiligheids- en gezondheidsplan bovendien verplicht wanneer de omvang van de bouwplaats van aard is dat : 1° hetzij, de vermoedelijke duur van de werkzaamheden langer is dan dertig werkdagen en waar op één of meer ogenblikken meer dan twintig werknemers tegelijkertijd aan het werk zijn; 2° hetzij, het vermoedelijke werkvolume groter is dan 500 mandagen."; 5° § 3 wordt vervangen als volgt : " § 3.Voor de andere tijdelijke of mobiele bouwplaatsen dan deze bedoeld in § 1 en § 2 en waarvoor een coördinator-ontwerp of een coördinator-verwezenlijking moet worden aangesteld, is het opstellen en bijhouden van een veiligheids- en gezondheidsplan of een schriftelijke overeenkomst verplicht overeenkomstig de bepalingen van artikel 27, § 2, respectievelijk artikel 29".

Art. 21.Artikel 27 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 27.§ 1. Voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bedoeld in artikel 26, § 1, of artikel 26, § 2, en waarop de bepalingen van de afdeling III van toepassing zijn, beantwoordt de inhoud van het veiligheids- en gezondheidsplan ten minste aan de bijlage I, deel A, afdeling I. § 2. Voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bedoeld artikel 26, § 3 en waarop de bepalingen van de afdeling III van toepassing zijn, wordt gebruik gemaakt van een vereenvoudigd veiligheids- en gezondheidsplan waarvan de inhoud ten minste beantwoordt aan de bijlage I, deel A, afdeling II."

Art. 22.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 28.Voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bedoeld in artikel 26, § 1, of artikel 26, § 2, en waarop de bepalingen van de afdeling II van toepassing zijn, wordt gebruik gemaakt van een vereenvoudigd veiligheids- en gezondheidsplan waarvan de inhoud ten minste beantwoordt aan de bijlage I, deel A, afdeling II."

Art. 23.Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 29.Voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bedoeld in artikel 26, § 3, en waarop de bepalingen van de afdeling II van toepassing zijn, sluiten de tussenkomende partijen, op voorstel van de coördinator die het eerst tussenkomt, een schriftelijke overeenkomst af, waarin ten minste de volgende bedingen zijn opgenomen : 1° duidelijke afspraken betreffende alle werkzaamheden die gelijktijdig of achtereenvolgens zullen uitgevoerd worden met vermelding van de aannemers die ze zullen uitvoeren en de uitvoeringstermijn van elk van de werkzaamheden;2° de gedetailleerde vaststelling van de preventiemaatregelen die zullen getroffen worden met de identificatie van de bouwdirecties, de aannemers, en in voorkomend geval, de opdrachtgevers die zullen instaan voor het treffen van deze maatregelen. In toepassing van artikel 17 van de wet, zijn de uitvoeringstermijnen bedoeld in vorig lid, 1°, vastgesteld rekening houdend met de toepassing van de algemene preventieprincipes."

Art. 24.In artikel 30, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, 3°, worden de woorden "artikel 11, 4°" vervangen door de woorden "de artikelen 4sexies, 5°, en 11, 4°"; 2° er wordt een derde lid ingevoegd, luidende : "De opdrachtgevers van de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waarop de bepalingen van artikel 29 van toepassing zijn, zijn van de toepassing van dit artikel vrijgesteld."

Art. 25.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 31.Het coördinatiedagboek is verplicht op alle tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bedoeld in afdeling III waarvoor een coördinator-ontwerp of een coördinator-verwezenlijking moet worden aangesteld.

In afwijking van vorig lid mag de coördinator op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen van de afdeling III, die tevens bouwplaatsen zijn bedoeld in artikel 26, § 3, de toepassing van de bepalingen betreffende het coördinatiedagboek beperken tot het schriftelijk in kennis stellen van de betrokkenen van hun eventuele gedragingen, handelingen, keuzen of nalatigheden die in strijd zijn met de algemene preventieprincipes."

Art. 26.Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 32.Het coördinatiedagboek mag een afzonderlijk document of een geheel van afzonderlijke documenten zijn; het mag ook gecombineerd worden met het dagboek der werken of met andere documenten die een gelijkaardige functie hebben."

Art. 27.Artikel 33 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 33.De gegevens en de bemerkingen worden vermeld op genummerde bladzijden of geregistreerd aan de hand van een geschikt technologisch middel derwijze dat de verwijdering van de vermelde gegevens of bemerkingen onmogelijk is."

Art. 28.Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 34.Het postinterventiedossier is verplicht op alle tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waar de bepalingen van de afdelingen II, III en V op van toepassing zijn."

Art. 29.Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 35.Voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bedoeld in afdeling III, met uitzondering van deze vermeld in artikel 36, beantwoordt de inhoud van het postinterventiedossier aan de bijlage I, deel C, afdeling I."

Art. 30.Artikel 36 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 36.Voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen bedoeld in de afdelingen II en V, alsook op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen van de afdeling III die tevens bouwplaatsen zijn bedoeld in artikel 26, § 3, beantwoordt de inhoud van het postinterventiedossier aan de bijlage I, deel C, afdeling II."

Art. 31.In artikel 37 van hetzelfde besluit worden tussen het eerste en het tweede lid de volgende drie leden ingevoegd : "Het in vorig lid vermeld bedrag wordt gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de beginselen bepaald door de artikelen 2, 4, 5 en 6, 1° van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.

Artikel 4 van dezelfde wet, aangevuld bij artikel 18, § 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen, voorziet dat enkel de gezuiverde gezondheidsindex in aanmerking mag genomen worden voor de sociale prestaties.

De basisspilindex bedraagt 107,30."

Art. 32.De artikelen 38 en 39 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 33.In artikel 42 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 worden de woorden "artikel 13" vervangen door de woorden "de artikelen 4octies of 13";2° In § 2 worden de woorden ", winstgevend," ingevoegd tussen de woorden "voor professioneel" en de woorden "of commercieel gebruik bestemd is";3° In § 2, 1°, worden de woorden "artikel 13" vervangen door de woorden "de artikelen 4octies of 13".

Art. 34.Artikel 43, § 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 43.§ 1. Een postinterventiedossier wordt opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 36."

Art. 35.Artikel 54 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 36.Artikel 55 van hetzelfde besluit, wordt artikel 54 van dat besluit, met dien verstande dat in dat artikel het derde lid vervangen wordt als volgt : "Voor de toepassing van dit artikel wordt onder ernstig arbeidsongeval verstaan, het ernstig arbeidsongeval omschreven in artikel 26 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk."

Art. 37.In de afdeling VII van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het opschrift van de onderafdeling I wordt vervangen als volgt : "Onderafdeling I.- Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen met een totale oppervlakte gelijk aan of groter dan 500 m2"; 2° een artikel 55 wordt ingevoegd, luidende : "Art.55. De bepalingen van deze onderafdeling zijn van toepassing op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen met een totale oppervlakte gelijk aan of groter dan 500 m2."; 3° tussen de artikelen 55 en 56 wordt het volgende opschrift ingevoegd : "Basisvorming en nuttige beroepservaring";4° in artikel 56, § 2, worden de woorden "op een andere tijdelijke of mobiele bouwplaats dan deze bedoeld in § 1" vervangen door de woorden "op een tijdelijke of mobiele bouwplaats bedoeld in artikel 26, § 3"; 5° in het opschrift tussen de artikelen 57 en 58 worden de woorden "Onderafdeling II.- Aanvullende vorming" vervangen door de woorden "Aanvullende vorming en andere kennis"; 6° artikel 58, § 6, derde lid, worden de woorden "directeur-generaal van de administratie bevoegd voor de arbeidsveiligheid of zijn afgevaardigde en de directeur-generaal van de administratie bevoegd voor de arbeidshygiëne en -geneeskunde of zijn afgevaardigde" vervangen door de woorden "directeur-generaal van de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk of zijn afgevaardigde en de directeur-generaal van de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid of zijn afgevaardigde";7° artikel 58 wordt aangevuld met een § 8, luidende : "§ 8.Worden met de personen die het bewijs kunnen leveren met vrucht een erkende cursus van specifieke aanvullende vorming van niveau A bedoeld in § 1, 2°, te hebben beëindigd, gelijkgesteld, de personen die het bewijs kunnen leveren met succes een opleiding van architect te hebben gevolgd, waarin alle eindtermen bedoeld in de bijlage IV, deel B, afdeling I, geïntegreerd zijn en die afgesloten wordt door een examen waarin de verificatie dat zij in voldoende mate aan deze eindtermen beantwoorden geïntegreerd is." 8° in het opschrift tussen de artikelen 59 en 60 vervallen de woorden "Onderafdeling III.- "; 9° het opschrift tussen de artikelen 60 en 61 vervalt;10° artikel 61 wordt opgeheven; 11° in het opschrift tussen de artikelen 62 en 63 vervallen de woorden "Onderafdeling IV.- "; 12° in het opschrift tussen de artikelen 64 en 65 worden de woorden "Onderafdeling V.- Burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering" vervangen door het woord "Certificatie"; 13° artikel 65 wordt vervangen als volgt : "Art.65. Met uitzondering van de personen bedoeld in artikel 56, § 2, moet de persoon die de functie van coördinator-ontwerp of coördinator-verwezenlijking uitoefent, in staat zijn om het bewijs te leveren gecertificeerd te zijn volgens de norm NBN EN ISO 17024 (deze norm kan bekomen worden bij het Belgisch Instituut voor Normalisatie).

Het in vorig lid bedoelde bewijs wordt geleverd aan de hand van een certificaat, uitgereikt door een certificatie-instelling die specifiek voor het uitvoeren van de certificatie van personen geaccrediteerd is door het Belgisch Accreditatiesysteem, overeenkomstig de wet van 20 juli 1990 betreffende de accreditatie van certificatie- en keuringsinstellingen alsmede van beproevingslaboratoria, of door een gelijkwaardige accreditatie-instelling opgericht binnen de Europese Economische Ruimte.

Het in het eerste lid bedoelde bewijs moet kunnen voorgelegd worden uiterlijk op 31 december 2007.

Uiterlijk op 31 december 2006 moet de in het eerste lid bedoelde persoon een door de certificatie-instelling verstrekt ontvangstbewijs kunnen voorleggen waaruit blijkt dat hij bij die instelling een aanvraagdossier heeft ingediend om als coördinator-ontwerp of coördinator-verwezenlijking te worden gecertificeerd."; 14° een onderafdeling II wordt ingevoegd, luidende : "Onderafdeling II.Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen met een totale oppervlakte kleiner dan 500 m2.

Art. 65bis.De bepalingen van deze onderafdeling zijn van toepassing op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen met een totale oppervlakte kleiner dan 500 m2.

Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waarvoor de medewerking van een architect wettelijk vereist is

Art. 65ter.§ 1. Voor de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waarvoor de medewerking van een architect wettelijk vereist is, wordt de functie van coördinator-ontwerp en van coördinator-verwezenlijking uitgeoefend door personen die voldoen aan de voorwaarden van de onderafdeling I, met dien verstande dat de personen bedoeld in artikel 56, § 2, slechts deze functies mogen uitoefenen op bouwplaatsen waar geen werkzaamheden uitgevoerd worden opgesomd in artikel 26, § 1 en waarvan de omvang kleiner dan de omvang gedefinieerd in artikel 26, § 2. § 2. In afwijking van de bepalingen van § 1 mag de functie van coördinator-verwezenlijking uitgeoefend worden door personen die aan de volgende voorwaarden voldoen : 1° op een tijdelijke of mobiele bouwplaats bedoeld in artikel 26, § 1, of artikel 26, § 2, voldoen zij aan de bepalingen van artikel 65quater, § 2;2° op een tijdelijke of mobiele bouwplaats bedoeld in artikel 26, § 3, voldoen zijn aan de bepalingen van artikel 65quater, § 2 of artikel 65quinquies. Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waarvoor de medewerking van een architect wettelijk niet vereist is

Art. 65quater.§ 1. Op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waarvoor de medewerking van een architect wettelijk niet vereist is en waar ofwel werkzaamheden uitgevoerd worden opgesomd in artikel 26, § 1, ofwel de omvang van de werkzaamheden ten minste gelijk is aan de omvang gedefinieerd in artikel 26, § 2, wordt de functie van coördinator-ontwerp en van coördinator-verwezenlijking uitgeoefend door de personen bedoeld in artikel 65ter, § 1, met uitzondering van de personen bedoeld in artikel 56, § 2. § 2. In afwijking van de bepalingen van § 1 mag de functie van coördinator-ontwerp en van coördinator-verwezenlijking uitgeoefend worden door de natuurlijke persoon die één van de betrokken bouwdirecties belast met de uitvoering leidt, of door één van zijn werknemers, indien aan de volgende voorwaarde voldaan is : 1° de persoon die de functie van coördinator uitoefent moet het bewijs kunnen leveren dat hij voldoet aan de volgende vereisten en, wat betreft c), levert naast de werknemer ook de natuurlijke persoon van de werkgever dit bewijs : a) ten minste tien jaar nuttige beroepservaring bezitten inzake de soorten werken, bedoeld in artikel 26, § 1, waarvoor de functie van coördinator wordt uitgeoefend, alsook kennis van de uitvoerings- en risicopreventietechnieken van de andere werken die het voorwerp van dezelfde coördinatieopdracht uitmaken;b) gedurende ten minste vijf jaar een onderneming hebben geleid die één of meer van de in artikel 2, § 1, bedoelde werken als voorwerp had, of een even lange praktische beroepservaring bezitten in verband met de leiding van een tijdelijke of mobiele bouwplaats of met het beheer en de opvolging van de werken op zulke bouwplaats;c) gedurende de in punt b) bedoelde periode, of, gedurende de laatste vijf jaar op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waar hij de functie van coördinator heeft uitgeoefend, en wegens inbreuken op de voorschriften betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, niet het voorwerp hebben uitgemaakt van : -hetzij, een definitief geworden veroordeling; - hetzij, een administratieve geldboete; - hetzij, een niet vernietigd bevel tot stopzetting der werken in toepassing van de bepalingen van artikel 3 van de wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsinspectie; d) hetzij, een vervolmakingsvorming inzake het welzijn op het werk, hetzij, een opleiding in een erkend centrum voor middenstandsopleiding, een opleiding in het kader van een industriële leerlingenwezen of een andere beroepsopleiding, met gunstig gevolg hebben beëindigd, waarin gedurende ten minste 24 uur, de duur van het examen inbegrepen, ten minste de volgende onderwerpen worden behandeld : - de wettelijke en reglementaire voorschriften inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen; - de veiligheidsrisico's op bouwplaatsen; - de gezondheidsrisico's op bouwplaatsen; - het uitvoeren van risico-analyses en het integreren en vaststellen van passende preventiemaatregelen, met inbegrip van deze nodig voor het uitvoeren van latere werkzaamheden aan het bouwwerk; - de instrumenten bij de coördinatie en coördinatiepraktijken; 2° de bouwdirectie is opgenomen in een lijst die de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk publiceert op de webstek van de Federale Overheidsdienst bevoegd voor het welzijn op het werk en die de aannemers van bouwwerken vermeldt die aan alle onder 1° voorwaarden voldoen. Om in de lijst te worden opgenomen richten de aannemers een aanvraag tot de in vorig lid bedoelde Algemene Directie, samen met een kopie van alle bewijsstukken waaruit moet blijken dat aan de onder 1° opgesomde voorwaarden voldaan is.

De Algemene Directie plaatst een aannemer op de lijst na verificatie van de bewijsstukken en vaststelling dat aan alle onder 1° opgesomde voorwaarden voldaan is en verwijdert een aannemer van de lijst zodra zij kennis krijgt dat hij aan één of meer van de voorwaarden niet langer beantwoordt.

Bij de uitoefening van haar in vorig lid opgedragen taak, kan de Algemene Directie een aannemer horen op het kantoor van haar buitendienst, bevoegd voor de hoofdzetel van de aannemer.

De aannemer die van de lijst is verwijderd om reden van een onverenigbaarheid met één of meer van de onder 1° opgesomde voorwaarden, kan slechts opnieuw in de lijst opgenomen worden, na het indienen van een nieuwe aanvraag na afloop van de termijn vermeld in de voorwaarde die de reden vormde van de verwijdering.

Art. 65quinquies.Op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waarvoor de medewerking van een architect wettelijk niet vereist is, waar geen werkzaamheden uitgevoerd worden opgesomd in artikel 26, § 1 en waarvan de omvang kleiner is dan de omvang gedefinieerd in artikel 26, § 2, wordt de functie van coördinator-ontwerp en van coördinator-verwezenlijking uitgeoefend door : 1° hetzij een persoon bedoeld in artikel 65ter, § 1;2° hetzij een persoon bedoeld in artikel 65quater, § 2; 3° hetzij de persoon die één van de betrokken bouwdirecties belast met de uitvoering leidt, op voorwaarde dat hij in staat is om een attest voor te leggen dat algemeen door de bouwsector aanvaard wordt als bewijs dat hij met gunstig gevolg een opleiding heeft beëindigd van ten minste 12 uur, de duur van het examen inbegrepen, betreffende de maatregelen, de technieken en de regelgeving inzake de veiligheid en de gezondheid op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen."; 15° een onderafdeling III wordt ingevoegd, luidende : "Onderafdeling III.- Voorwaarden geldend voor alle coördinatoren inzake veiligheid en gezondheid op tijdelijke of mobiel bouwplaatsen.

Burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering

Art. 65sexies.De persoon die de functie van coördinator-ontwerp of coördinator- verwezenlijking als zelfstandige uitoefent, sluit in eigen naam een verzekering tegen burgerlijke aansprakelijkheid af, waarvan de dekking rekening houdt met de omvang en de risico's van de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waar hij zijn functie uitoefent.

Voor de persoon die de functie van coördinator-ontwerp of coördinator-verwezenlijking als werknemer uitoefent, sluit de werkgever een verzekering tegen burgerlijke aansprakelijkheid af, waarvan de dekking rekening houdt met de omvang en de risico's van de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen waar hij zijn functie uitoefent, tenzij deze burgelijke aansprakelijkheid door de Staat wordt gedekt.

Bijscholing

Art. 65septies.Teneinde op de hoogte te blijven van de evolutie van de technieken en de regelgeving inzake de veiligheid en de gezondheid op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen dragen de coördinatoren-ontwerp en de coördinatoren-verwezenlijking er zorg voor dat zij zich voortdurend bijscholen.

Deze bijscholing gebeurt door het deelnemen aan kennisverrijkende initiatieven in de vorig lid bedoelde domeinen, ingericht op privé-initiatief dan wel op initiatief van de overheid, inzonderheid specifieke bijscholingscursussen of studiedagen.

Voor de coördinatoren die gecertificeerd moeten zijn overeenkomstig de bepalingen van artikel 65, bedraagt het totaal aantal uren van de bijscholing ten minste 5 uur per jaar of 15 uur over een periode van drie jaar en vormt deze bijscholing een vereiste voor het verlengen van het certificaat."

Art. 38.Artikel 69 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 69.De in artikel 58 bedoelde stukken die op onregelmatige wijze zijn bekomen, zijn van nul en gener waarde."

Art. 39.In artikel 71 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 en § 3 worden opgeheven;2° de woorden "§ 1" vervallen.

Art. 40.De bijlage 1 van dit besluit vormt de bijlage I van het koninklijk besluit van 25 januari 2001.

Art. 41.De bijlage 2 van dit besluit vormt de bijlage V van het koninklijk besluit van 25 januari 2001.

Art. 42.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 43.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, op 19 januari 2005 ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996; Koninklijk besluit van 25 januari 2001, Belgisch Staatsblad van 7 februari 2001.

Koninklijk besluit van 19 décembre2001, Belgisch Staatsblad van 23 et 30 januari en 23 februari 2002.

Bijlage 1 "BIJLAGE I Deel A Inhoud van het veiligheids- en gezondheidsplan gedefinieerd in artikel 3, 6° Afdeling I. - Inhoud bedoeld in artikel 27, § 1

Het veiligheids- en gezondheidsplan bevat ten minste de volgende elementen : 1° de beschrijving van het te realiseren bouwwerk vanaf het ontwerp tot de volledige verwezenlijking ervan;2° de beschrijving van de resultaten van de risicoanalyses bedoeld in artikel 3, 6°;3° de beschrijving van de preventiemaatregelen bedoeld in artikel 3, 6°.Deze beschrijving omvat : a. het geheel van de preventieregels en -maatregelen, bedoeld in afdeling III van dit deel, die aangepast zijn aan de kenmerken van het bouwwerk en voortvloeien uit de toepassing van de algemene preventieprincipes;b. de specifieke maatregelen met betrekking tot de werkzaamheden bedoeld in artikel 26, § 1;c. de instructies voor de tussenkomende partijen;4° de raming van de duur van de verwezenlijking van de verschillende werken of werkfasen die tegelijkertijd of na elkaar plaatsvinden.5° de lijst met de namen en de adressen van alle opdrachtgevers, bouwdirecties en aannemers, vanaf het moment dat deze personen bij de bouwplaats betrokken worden;6° de naam en het adres van de coördinator-ontwerp;7° de naam en het adres van de coördinator-ver-wezenlijking vanaf het moment van zijn aanstelling. De inhoud van het veiligheids- en gezondheidsplan wordt aangepast in functie van de volgende elementen : 1° in voorkomend geval, de wijzigingen in verband met de uitvoeringsmodaliteiten, overeengekomen tussen de tussenkomende partijen, waarvan de weerslag op het welzijn bij het werk dezelfde waarborgen biedt als de oorspronkelijk in het plan voorziene uitvoeringsmodaliteiten;2° in voorkomend geval, de opmerkingen van de tussenkomende partijen aan wie de elementen uit het veiligheids- en gezondheidsplan, die hen aanbelangen, zijn overgemaakt;3° de stand van de werken;4° het identificeren van onvoorziene risico's of onvoldoende onderkende gevaren;5° het optreden of het vertrek van tussenkomende partijen;6° de eventueel aan het ontwerp of de werken aangebrachte wijzigingen. Afdeling II. - Inhoud bedoeld in artikel 27, § 2, en artikel 28

Het veiligheids- en gezondheidsplan bevat ten minste de volgende elementen : 1° de inventarisatie van de risico's bedoeld in artikel 3, 6°;2° de vastgestelde preventiemaatregelen bedoeld in artikel 3, 6°;3° de lijst met de namen en de adressen van alle opdrachtgevers, bouwdirecties en aannemers, vanaf het moment dat deze personen bij de bouwplaats betrokken worden;4° de naam en het adres van de coördinator-ontwerp;5° de naam en het adres van de coördinator-verwezenlijking vanaf het moment van zijn aanstelling. De inhoud van het veiligheids- en gezondheidsplan wordt aangepast in functie van de volgende elementen : 1° in voorkomend geval, de wijzigingen in verband met de uitvoeringsmodaliteiten, overeengekomen tussen de tussenkomende partijen, waarvan de weerslag op het welzijn bij het werk dezelfde waarborgen biedt als de oorspronkelijk in het plan voorziene uitvoeringsmodaliteiten;2° in voorkomend geval, de opmerkingen van de tussenkomende partijen aan wie de elementen uit het veiligheids- en gezondheidsplan, die hen aanbelangen, zijn overgemaakt;3° de stand van de werken;4° het identificeren van onvoorziene risico's of onvoldoende onderkende gevaren;5° het optreden of het vertrek van tussenkomende partijen;6° de eventueel aan het ontwerp of de werken aangebrachte wijzigingen. Afdeling III. - Niet limitatieve lijst van de preventieregels en

-maatregelen bedoeld in afdeling I, eerste lid, 3°, a 1° de algemene maatregelen betreffende de organisatie van de tijdelijke of mobiele bouwplaats die vastgesteld zijn door de opdrachtgever en de bouwdirecties in samenspraak met de coördinator-ontwerp en de coördinator-verwezenlijking;2° de algemene maatregelen die voortvloeien uit de verplichtingen die worden opgelegd door de opdrachtgever in wiens inrichting activiteiten betreffende een tijdelijke of mobiele bouwplaats worden verricht;3° de vereisten die voortvloeien uit de wederzijdse inwerking van de activiteiten inzake gebruik en exploitatie op het terrein zelf of in de nabijheid van het terrein waar de tijdelijke of mobiele bouwplaats is gevestigd;4° de coördinatiemaatregelen die inzonderheid betrekking hebben op : - de horizontale, verticale of andere verplaatsingsroutes of -zones of verkeersroutes of -zones; - het hanteren van materialen en materieel, in het bijzonder de problemen van de wederzijdse inwerking tussen hefwerktuigen op de bouwplaats of in de nabijheid ervan; - het beperken van het beroep doen op het manueel hanteren van lasten; - de afbakening en inrichting van opslagzones voor verschillende materialen, met name als het om gevaarlijke stoffen of producten gaat; - de voorwaarden voor het opslaan, verwijderen of afvoeren van aarde, afval, puin en gruis; - de voorwaarden voor de verwijdering van gevaarlijke materialen; - het installeren en gebruiken van collectieve beschermingsmiddelen en van tijdelijke toegangswegen; - het gebruik van de algemene elektrische installatie; - de wisselwerking met gebruiksactiviteiten op de site van de bouwplaats, inzonderheid het gebruik van gemeenschappelijke stellingen en toegangsmiddelen; - de wisselwerking met gebruiks- of exploitatieactiviteiten op de site van de bouwplaats of in de omgeving ervan; - het in goede orde houden van de bouwplaats; 5° de algemene modaliteiten ter verzekering van het in goede orde en met voldoende bescherming van de gezondheid in stand houden van de bouwplaats, inzonderheid de vastgestelde voorschriften en maatregelen tot vastlegging van de voorwaarden opdat de lokalen, bestemd voor het personeel op de bouwplaats in overeenstemming zouden zijn met de erop toepasselijke voorschriften inzake veiligheid, gezondheid en arbeidsvoorwaarden;6° de praktische inlichtingen die specifiek zijn voor de bouwplaats wat betreft de hulpverlening, evacuatie van personen, evenals de gemeenschappelijke organisatorische maatregelen die terzake zijn getroffen;7° de algemene modaliteiten (tijdstippen, plaatsen, frequentie) voor overleg en samenwerking op de bouwplaats tussen de verschillende tussenkomende partijen en desgevallend de exploitanten of beheerders die een activiteit uitoefenen op de bouwplaats zelf of in de nabijheid ervan;evenals de algemene regels betreffende het verspreiden van informatie, instructies en bevelen aan deze personen en de algemene regels inzake het toezicht op de tenuitvoerlegging ervan; 8° de algemene regels (tijdstippen, plaatsen, frequentie) voor samenwerking en overleg op de bouwplaats tussen de werkgevers en werknemers evenals deze betreffende de informatie van de werknemers en het verspreiden van de instructies die voor hen bestemd zijn. Deel B Inhoud van het coördinatiedagboek gedefinieerd in artikel 3, 7° Het coördinatiedagboek vermeldt de volgende elementen : 1° de namen en adressen van de tussenkomende partijen, het ogenblik van hun tussenkomst op de bouwplaats en voor ieder van hen, het voorziene aantal op de bouwplaats tewerk te stellen werknemers evenals de voorziene duur van de werken;2° de beslissingen, vaststellingen en gebeurtenissen die voor het ontwerp of de verwezenlijking van het bouwwerk van belang zijn;3° de opmerkingen gemaakt aan de tussenkomende partijen, inzonderheid deze betreffende hun eventuele gedragingen, handelingen, keuzen of nalatigheden die in strijd zijn met de algemene preventieprincipes, en de gevolgen die ze eraan gegeven hebben;4° de opmerkingen van de aannemers, aangevuld met het visum van de betrokken partijen;5° de gevolgen gegeven aan de opmerkingen van de tussenkomende partijen en van de werknemersvertegenwoordigers die van belang zijn voor het ontwerp van het project of de verwezenlijking van het bouwwerk;6° de tekortkomingen van de tussenkomende partijen ten opzichte van de algemene preventiebeginselen, de toepasselijke regels en de concrete maatregelen aangepast aan de specifieke kenmerken van de tijdelijke of mobiele bouwplaats, of ten opzichte van het veiligheids- en gezondheidsplan;7° de verslagen van de vergaderingen van de coördinatiestructuur bedoeld in artikel 3, 9°;8° de ongevallen. Deel C Inhoud van het postinterventiedossier gedefinieerd in artikel 3, 8° Afdeling I. - Inhoud bedoeld in artikel 35

Het postinterventiedossier bevat ten minste de volgende elementen : 1° de informatie betreffende de structurele en essentiële elementen van het bouwwerk;2° de informatie betreffende de aard en de plaats van aantoonbare of verborgen gevaren, inzonderheid ingewerkte nutsleidingen;3° de plannen die werkelijk met de uitvoering en de afwerking overeenstemmen;4° de architecturale, technische en organisatorische elementen in verband met de verwezenlijking, de instandhouding en het onderhoud van het bouwwerk;5° de informatie voor de uitvoerders van te voorziene latere werkzaamheden, inzonderheid de herstelling, vervanging of ontmanteling van installaties of constructie-elementen;6° de relevante verantwoording van de keuzen in verband met onder andere de toegepaste uitvoeringsmethoden, technieken, materialen of architecturale elementen.7° de identificatie van de gebruikte materialen. Afdeling II. - Inhoud bedoeld in artikel 36

Het postinterventiedossier bevat ten minste de volgende elementen : 1° de informatie betreffende de structurele en essentiële elementen van het bouwwerk;2° de informatie betreffende de aard en de plaats van aantoonbare of verborgen gevaren, inzonderheid ingewerkte nutsleidingen;3° de plannen die werkelijk met de uitvoering en de afwerking overeenstemmen;4° de identificatie van de gebruikte materialen. Deel D Samenstelling van de coördinatiestructuur gedefinieerd in artikel 3, 9° De coördinatiestructuur is samengesteld uit : 1° de opdrachtgever of zijn vertegenwoordiger;2° de coordinator-verwezenlijking;3° de aanwezige aannemers of hun vertegenwoordigers;4° de bouwdirectie belast met de uitvoering;5° de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering;6° een vertegenwoordiger van elk comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij ontstentenis, van elke syndicale afvaardiging van de op de bouwplaats aanwezige aannemers;7° indien nodig, de preventieadviseurs van de opdrachtgever en van de op de bouwplaats aanwezige aannemers;8° twee vertegenwoordigers van het comité voor Preventie en Bescherming op het werk van de onderneming van de opdrachtgever, wanneer de tijdelijke of mobiele bouwplaats gelegen is in een instelling of een site waar de opdrachtgever personeel tewerkstelt en waarvoor hij zulk comité heeft opgericht; 9° iedere andere persoon die door de opdrachtgever wordt uitgenodigd." Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 januari 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

Bijlage 2 "BIJLAGE V Lijst van bouwwerken bedoeld in artikel 4septies decies, § 2 1° de bruggen, tunnels, viaducten;2° de aquaducten, watertorens;3° de torens, pylonen; 4° fabriekschouwen." Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 19 januari 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^