Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 februari 2003
gepubliceerd op 28 februari 2003

Koninklijk besluit betreffende de forfaitaire bijdrage die kan worden gevorderd van patiënten die zich aanmelden in een eenheid voor spoedgevallenzorg van een ziekenhuis

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2003022172
pub.
28/02/2003
prom.
19/02/2003
ELI
eli/besluit/2003/02/19/2003022172/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit betreffende de forfaitaire bijdrage die kan worden gevorderd van patiënten die zich aanmelden in een eenheid voor spoedgevallenzorg van een ziekenhuis


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 107quater , ingevoegd bij de wet van 22 augustus 2002;

Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Financiering, uitgebracht op 12 september 2002;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 oktober 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 15 oktober 2002;

Gelet op de beslissing van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies binnen de termijn van een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State 34.511/3 van 29 januari 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken en op advies in raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing, zowel op de functies bedoeld in het koninklijk besluit van 27 april 1998 waarbij sommige bepalingen van de wet op de wet ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie « eerste opvang van spoedgevallen », als op de functies bedoeld in het koninklijk besluit van 27 april 1998 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de functie « gespecialiseerde spoedgevallenzorg ».

Art. 2.Met uitzondering van de situaties bedoeld in artikel 3, mag er ten aanzien van de patiënten die zich in een eenheid voor spoedgevallenzorg van een ziekenhuis melden, een forfaitaire bijdrage van 12,50 euro worden gevorderd.

In voorkomend geval delen de ziekenhuizen maandelijks aan de verzekeringsinstellingen, bedoeld in artikel 2, i. , van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, elke in het eerste lid bedoelde inning van de afgelopen maand mede, en dit overeenkomstig de modaliteiten vastgesteld door Comité van de verzekering geneeskundige verzorging, bedoeld in artikel 21 van dezelfde wet.

Art. 3.Geen enkel bedrag, zoals bedoeld in artikel 107quater van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, mag worden gevorderd indien aan één van de volgende voorwaarden wordt beantwoord : 1° de patiënt wordt in de eenheid voor spoedgevallenzorg binnengebracht bij toepassing van de wet van 8 juli 1964 op de dringende geneeskundige hulpverlening, of door de politiediensten;2° de patiënt wordt via de eenheid voor spoedgevallenzorg opgenomen in het ziekenhuis voor ten minste één nacht of in daghospitalisatie zoals bedoeld in uitvoering van artikel 90, § 3, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, of er gedurende ten minste 12 uren geobserveerd;3° de patiënt wordt naar de eenheid voor spoedgevallenzorg doorverwezen door een arts;4° de patiënt raadpleegt de eenheid voor spoedgevallenzorg voor een indicatie die is opgenomen in een samenwerkingsprotocol zoals bedoeld in artikel 70 van het koninklijk besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op deze waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad .

Art. 5.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 februari 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, J. TAVERNIER De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^