gepubliceerd op 13 januari 2015
Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 16, eerste lid en 22, § 3, van de wet van 24 oktober 2011 tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen voor de jaren 2015, 2016 en 2017
19 DECEMBER 2014. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 16, eerste lid en 22, § 3, van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen voor de jaren 2015, 2016 en 2017
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen, inzonderheid de artikelen 16, eerste lid, en 22, § 3;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, gegeven op 14 juli 2014;
Gezien de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikels 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 december 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 12 december 2014;
Overwegende dat de basispensioenbijdragevoet die vóór de aanwending van de reserves verschuldigd is tot financiering van het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO voor de eerstkomende drie jaren gekend moet zijn voor de bij het fonds aangesloten provinciale en plaatselijke besturen zodat krachtens artikel 16, eerste lid, 1) van voornoemde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten de basispensioenbijdragevoet voor het derde volgende kalenderjaar moet worden vastgesteld;
Overwegende dat de bij het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO aangesloten provinciale en plaatselijke besturen hun begroting voor 2015 moeten opstellen, hetgeen impliceert dat zij de basispensioenbijdragevoet moeten kennen die zij werkelijk moeten betalen na de aanwending van de reserves;
Overwegende dat bij artikel 18 van voornoemde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten de basispensioenbijdragevoet van het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO voor de jaren 2015 en 2016 respectievelijk vastgesteld is op 40 % en 41,50 % voor de besturen die op 31 december 2011 aangesloten waren bij het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen (ex-pool 1), op respectievelijk 41 % en 41,50 % voor de besturen die op 31 december 2011 aangesloten waren bij het stelsel van de nieuwe bij de Rijksdienst aangeslotenen (ex-pool 2), op respectievelijk 40 % en 41,50 % of 41 % en 41,50 % voor de besturen die op 31 december 2011 over een eigen pensioenstelsel beschikten (ex-pool 3 en ex-pool 4) en op respectievelijk 40 % en 41,50 % voor de lokale politiezones die vóór 1 januari 2012 aangesloten waren bij het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie (ex-pool 5);
Overwegende dat krachtens artikel 20 van voornoemde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten de bij het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO aangesloten besturen, waarvan de eigen pensioenbijdragevoet groter is dan de basispensioenbijdragevoet, aanvullende werkgeversbijdragen voor de individuele responsabilisering verschuldigd zijn;
Overwegende dat krachtens artikel 16, eerste lid, 2) van voornoemde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten een deel van de basispensioenbijdragevoet, die verschuldigd is door de plaatselijke besturen die bij het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen waren aangesloten op 31 december 2011, kan worden gedekt door een tussenkomst van het reservefonds van dit pensioenstelsel;
Overwegende dat krachtens artikel 22, § 3 van voornoemde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten de andere bij de RSZPPO beschikbare reserves kunnen worden aangewend om enerzijds de basispensioenbijdragevoet te verminderen die door de besturen werkelijk moet worden betaald ten opzichte van de wettelijk voorziene bijdragevoet, en anderzijds om een deel van de aanvullende werkgeversbijdragen voor de individuele responsabilisering te dekken;
Overwegende dat het geraamde saldo van het reservefonds van het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen op 31 december 2014 499.700.000 euro bedraagt en dus toelaat om voor de plaatselijke besturen die bij dit pensioenstelsel waren aangesloten op 31 december 2011 een deel van de basispensioenbijdragevoet voor de jaren 2015 en 2016 te dekken;
Overwegende dat het geraamde saldo van de andere bij de RSZPPO beschikbare reserves die op 1 januari 2012 werden overgedragen naar het Amortisatiefonds op 31 december 2014 65.000.000 euro bedraagt en het aangewezen is deze reserves aan te wenden om de basispensioenbijdragevoet voor het jaar 2015 te verminderen en om de individuele responsabiliseringbijdragen die bepaalde besturen voor datzelfde jaar verschuldigd zijn gedeeltelijk te dekken;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, van Onze Minister van Werk, van Onze Minister van Pensioenen en van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De basispensioenbijdragevoet van het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO, zoals bedoeld in artikel 16, eerste lid, 1) van de wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke besturen en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen, wordt voor het jaar 2017 vastgesteld op 41,50 %.
Art. 2.De basispensioenbijdragevoet van het gesolidariseerd pensioenfonds van de RSZPPO, die voor de jaren 2015 en 2016 verschuldigd is door de besturen die op 31 december 2011 bij het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen waren aangesloten, wordt ten belope van 1,50 % voor de jaren 2015 en 2016 gedekt door een tussenkomst van het reservefonds van dit pensioenstelsel, zoals bedoeld in artikel 4, § 2 van voormelde wet van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011022356 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vrijwaring van een duurzame financiering van de pensioenen van de vastbenoemde personeelsleden van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten en van de lokale politiezones, tot wijziging van de wet van 6 mei 2002 tot oprichting van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie en houdende bijzondere bepalingen inzake sociale zekerheid en houdende diverse wijzigingsbepalingen sluiten.
Art. 3.Onverminderd artikel 2, worden de andere beschikbare reserves zoals bedoeld in artikel 23 van voormelde wet, aangewend om de basispensioenbijdragevoet voor het jaar 2015 te verminderen die werkelijk door de werkgevers moeten worden betaald ten opzichte van de door artikel 18 van voormelde wet voorziene bijdragevoet ten belope van: a) 0,50 % voor de in artikel 18, 1), en in artikel 18, 3), a), van voormelde wet bedoelde besturen;b) 1,50 % voor de in artikel 18, 4), van voormelde wet bedoelde lokale politiezones.
Art. 4.Voor het jaar 2015 is het deel van de andere beschikbare reserves zoals bedoeld in artikel 23 van voormelde wet, dat aangewend wordt om een deel van de aanvullende werkgeversbijdragen te dekken die bepaalde werkgevers verschuldigd zijn voor de individuele responsabilisering, gelijk aan het bedrag dat voor dat jaar wordt aangewend in toepassing van artikel 3.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2015.
Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Werk, Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 december 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE BLOCK De Minister van Werk, K. PEETERS De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE De Minister van Binnenlandse Zaken, J. JAMBON