gepubliceerd op 30 december 2008
Koninklijk besluit tot aanpassing van de fiscale wetgeving betreffende de vermeerdering ingeval van geen of ontoereikende voorafbetalingen door bepaalde coördinatiecentra
19 DECEMBER 2008. - Koninklijk besluit tot aanpassing van de fiscale wetgeving betreffende de vermeerdering ingeval van geen of ontoereikende voorafbetalingen door bepaalde coördinatiecentra (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, : - artikel 168; - artikel 218, gewijzigd bij de wet van 24 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 187 van 30 december 1982 betreffende de oprichting van coördinatiecentra;
Gelet op de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), de artikelen 294 tot 298;
Gelet op het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (KB/WIB 92), de artikelen 64 tot 71;
Overwegende het beginsel van gelijke behandeling vermeld door de Advocaat-generaal van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen in zijn Conclusies van 9 februari 2006 in de samengevoegde zaken C-182/03 en C-217/03;
Overwegende dat in de loop van de jaren 2006 en 2007 (aanslagjaren 2007 en 2008) coördinatiecentra bij het lezen van deze Conclusies, ter goeder trouw konden veronderstellen dat hun erkenning zou verlengd worden tot 31 december 2010;
Overwegende dat artikel 297 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) voorzag dat alle op 17 februari 2003 erkende coördinatiecentra een hernieuwing van de erkenning tot 31 december 2010 zouden bekomen;
Overwegende dat die ontwikkelingen bij de betrokken belastingplichtigen de « gerechtvaardigde verwachting » kon doen scheppen dat de regeling zou worden verlengd tot na 31 december 2005;
Overwegende dat de Europese Commissie de Belgische regering slechts op 13 november 2007 heeft verzocht om af te zien van de inwerkingtreding van de artikelen 294 tot 297 van voormelde wet van 27 december 2006;
Overwegende dat de betrokken belastingplichtigen begin januari 2008 in kennis gesteld werden dat de Belgische regering de beslissing van de Europese Commissie om de artikelen 294 tot 297 van de voormelde wet van 27 december 2006 niet in werking te laten treden had aanvaard;
Overwegende de gerechtvaardigde verwachting wat de hernieuwing van de erkenningen van de coördinatiecentra betreft en het feit dat het gebrek aan hernieuwing de onderwerping met terugwerkende kracht van deze belastingplichtigen aan de vennootschapsbelasting of aan de belasting van niet-inwoners voor de belastingplichtigen vermeld in artikel 227, 2° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 met zich meebracht zonder afwijking van het gemeen recht;
Overwegende dat pas in 2008 is gebleken dat de betrokken belastingplichtigen gehouden waren om meer voorafbetalingen te doen om de vermeerdering bedoeld in artikelen 157 tot 168 en 218 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 te vermijden;
Overwegende dat die belastingplichtigen te goeder trouw geen of ontoereikende voorafbetalingen verricht hebben voor de aanslagjaren 2007 en 2008;
Overwegende dat de overgang naar de gewone regeling van de vennootschapsbelasting of van de belasting van niet-inwoners voor de belastingplichtigen vermeld in artikel 227, 2° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 het enige gevolg moet zijn van de afschaffing, onder de omstandigheden omschreven hiervoor, van de fiscale regeling waarin het koninklijk besluit nr. 187 van 30 december 1982 voorziet;
Overwegende dat, het onder deze omstandigheden, overeenkomstig artikel 168 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, passend is, voor deze belastingplichtigen, onder bepaalde voorwaarden te verzaken aan de vermeerdering voor geen of ontoereikende voorafbetalingen voor de aanvullende belasting die voortvloeit uit voormelde overgang naar de gewone regeling;
Overwegende dat de bedoelde belastingplichtigen nog vervroegd aanvullende belasting kunnen storten voor het aanslagjaar 2008;
Overwegende dat het overeenkomstig het beginsel van behoorlijk bestuur past om voor het aanslagjaar 2007 dezelfde regels toe te passen;
Overwegende dat het noodzakelijk is om dringend de modaliteiten voor de voorafbetalingen vast te stellen zodat die belastingplichtigen het nodige nog zouden kunnen doen voor de aanslagjaren die betrekking hebben op de periode van gerechtvaardigde verwachting;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 10 september 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 5 december 2008;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de betrokken belastingplichtigen tijdig moeten worden geïnformeerd omtrent de mogelijkheid die hun wordt geboden om uiterlijk op 31 december 2008 een voorafbetaling te doen voor de aanslagjaren 2007 en 2008 om de vermeerdering voor geen of ontoereikende voorafbetalingen bedoeld in artikelen 157 tot 168 en 218 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 geheel of gedeeltelijk te vermijden;
Gelet op advies nr. 45.647/2 van de Raad van State, gegeven op 17 december 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de coördinatiecentra als bedoeld in het koninklijk besluit nr. 187 van 30 december 1982 betreffende de oprichting van coördinatiecentra, voor wie de hernieuwing van de erkenning niet werd verleend ten gevolge van de niet-inwerkingtreding van de artikelen 291 tot 298 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), en die dientengevolge volledig onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting of aan de belasting van niet-inwoners krachtens artikel 227, 2° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zonder enige afwijking van het gemeen recht, wordt, in afwijking van de artikelen 157 tot 166 en 218 van hetzelfde Wetboek en de artikelen 64 tot 71 van het koninklijk besluit tot uitvoering ervan, geen vermeerdering voor geen of ontoereikende voorafbetalingen toegepast op de aanvullende belasting die voortvloeit uit de toepassing van de gewone regeling die uiterlijk op 31 december 2008 bij voorafbetaling is of zal zijn voldaan voor de aanslagjaren 2007 en 2008.
Art. 2.Voor de coördinatiecentra als bedoeld in het koninklijk besluit nr. 187 van 30 december 1982 betreffende de oprichting van coördinatiecentra, voor wie de hernieuwing van de erkenning niet werd verleend ten gevolge van de niet-inwerkingtreding van de artikelen 291 tot 298 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) en die dientengevolge volledig onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting of aan de belasting van niet-inwoners krachtens artikel 227, 2° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 zonder enige afwijking van het gemeen recht en die voor de aanslagjaren 2007 en 2008 al volgens de gewone regels aan belasting werden onderworpen, wordt, in afwijking van de artikelen 157 tot 166 en 218 van hetzelfde Wetboek en de artikelen 64 tot 71 van koninklijk besluit tot uitvoering ervan, eveneens geen vermeerdering voor geen of ontoereikende voorafbetalingen toegepast op de aanvullende belasting die voortvloeit uit de toepassing van de gewone regeling die uiterlijk op 31 december 2008 werkelijk is betaald voor de aanslagjaren 2007 en 2008.
Art. 3.Voorafbetalingen als vermeld in artikel 1 moeten uitsluitend worden gedaan bij de « Dienst der Voorafbetalingen » door storting of overschrijving op postrekening nr. 679-2002330-56 met : 1° de mededeling van het registratienummer die het coördinatiecentrum heeft bij de « Dienst der Voorafbetalingen » voor de normale voorafbetalingen, 2° de vermelding "Voorafbetaling Artikel 168" en 3° de vermelding van het aanslagjaar waaraan de voorafbetaling dient te worden verbonden. Ten laatste op 10 januari 2009, bevestigt de belastingplichtige die de voorafbetaling heeft gedaan per aangetekende brief aan de « Dienst der Voorafbetalingen » Koning Albert II laan 33, bus 42, 1030 Brussel, de bestemming van de overeenkomstig artikelen 1 gedane stortingen of overschrijvingen. Bij gebrek aan deze uitdrukkelijke bevestiging, is de vermelde afwijking in artikel 1 niet van toepassing.
De "Dienst der Voorafbetalingen" zendt aan de betrokken belastingplichtige een ontvangstbewijs van de gedane stortingen of overschrijvingen. Deze dienst verzendt tevens een afschrift van dit ontvangstbewijs alsmede een afschrift van de in het vorige lid bedoelde bevestiging van bestemming aan de belastingdienst waarvan de belastingplichtige afhangt.
Art. 4.Ten laatste op 10 januari 2009, bevestigt de belastingplichtige als bedoeld in artikel 2 per aangetekende brief aan de belastingdienst waarvan hij afhangt dat hij de verschuldigde belasting effectief voldaan heeft uiterlijk op 31 december 2008, zelfs indien de vervaldag van de betaling na 31 december 2008 valt, en dat hij om de toepassing van artikel 2 verzoekt.
De belastingdienst waarvan hij afhangt zendt aan de betrokken belastingplichtige een ontvangstbewijs van deze aanvraag en verleent een ambtshalve ontheffing ten gevolge van de rechtzetting van de vermeerdering voor geen of ontoereikende voorafbetalingen.
Art. 5.De artikelen 139, § 3, en 142, van het KB/WIB 92, zijn van toepassing op de stortingen of overschrijvingen van de in artikel 1 bedoelde voorafbetalingen.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 7.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 december 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. Wet van 24 december 2002, Belgisch Staatsblad van 30 december 2002, 2e editie.
Koninklijk besluit nr. 187 van 30 december 1982, Belgisch Staatsblad van 13 januari 1983.
Wet van 27 december 2006, Belgisch Staatsblad van 28 december 2006, 3e editie.
Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Belgisch Staatsblad van 13 september 1993.
Gecoördineerde wetten op de Raad van State, wet van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.