Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 december 2001
gepubliceerd op 06 februari 2002

Koninklijk besluit tot vaststelling van de referteperiode en de wijze van berekening van het aantal taken met betrekking tot de intrekking van de erkenning als havenarbeider in het Antwerpse havengebied

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001013264
pub.
06/02/2002
prom.
19/12/2001
ELI
eli/besluit/2001/12/19/2001013264/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de referteperiode en de wijze van berekening van het aantal taken met betrekking tot de intrekking van de erkenning als havenarbeider in het Antwerpse havengebied (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 49, eerste lid;

Gelet op de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 1977 tot vaststelling van de referteperiode en de wijze van berekening van het aantal taken met betrekking tot de intrekking van de erkenning als havenarbeider in het Antwerps havengebied, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 september 1980;

Gelet op het advies van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, « Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen » genaamd, gegeven op 22 januari 2001;

Gelet op het advies 31.573/1 van de Raad van State, gegeven op 27 september 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De administratieve commissie bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 december 2000 betreffende de voorwaarden en modaliteiten van de erkenning van havenarbeiders in het Antwerpse havengebied, ziet toe op de prestaties van de havenarbeiders gedurende een referteperiode.

Art. 2.§ 1. De havenarbeiders van het algemeen contingent die aan de minimumprestatienormen die zijn bepaald in dit artikel niet hebben voldaan, kunnen voor de administratieve commissie ter verantwoording geroepen worden, eventueel in aanwezigheid van een adviseur van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding. Deze kan ambtshalve de zittingen van de commissie bijwonen.

Het verzoek tot verantwoording kan gericht worden tot de volgende havenarbeiders van het algemeen contingent, zoals zij ingedeeld zijn in de rangen « havenarbeider A » en « havenarbeider B », op grond van de van kracht zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten : 1° havenarbeiders A : havenarbeiders A beneden de 45 jaar die niet het gemiddeld aantal aangeboden taken van de categorie waartoe zij behoren, hebben gepresteerd; havenarbeiders A van 45 tot en met 49 jaar die niet de drie vierden van het gemiddeld aantal aangeboden taken van de categorie waartoe zij behoren, hebben gepresteerd; havenarbeiders A van 50 tot en met 54 jaar die niet de twee derden van het gemiddeld aantal aangeboden taken van de categorie waartoe zij behoren, hebben gepresteerd; havenarbeiders A van 55 jaar en meer die niet één derde van het gemiddeld aantal aangeboden taken van de categorie waartoe zij behoren, hebben gepresteerd. 2° havenarbeiders B : Alle havenarbeiders B zonder onderscheid van leeftijd, die niet het gemiddeld aantal aangeboden taken van de categorie waartoe zij behoren, hebben gepresteerd. Onder « aangeboden taken » wordt verstaan de taken aangeboden in het aanwervingsbureau voor de havenarbeiders ingesteld door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding.

De in aanmerking te nemen leeftijd is deze die bereikt wordt de laatste dag van de referteperiode waarmee rekening wordt gehouden bij het toezicht op de prestaties van de havenarbeiders van het algemeen contingent, overeenkomstig § 3. § 2. Onder « categorie » wordt verstaan de volgende beroepscategorieën waarin de havenarbeiders van het algemeen contingent zijn ingedeeld op grond van de van kracht zijnde collectieve arbeidsovereenkomsten : a) havenarbeider algemeen werk;b) dokautovoerder;c) dokautovoerder-kraanman;d) dekman;e) waker;f) kuiper;g) markeerder;h) minerai-man;i) minerai-dekman. § 3. De referteperiode van de havenarbeiders van het algemeen contingent loopt van 1 januari tot en met 30 juni en van 1 juli tot en met 31 december. § 4. Het gemiddeld aantal taken dat aangeboden wordt in het aanwervingsbureau ingesteld voor de havenarbeiders van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding wordt voor elke categorie van havenarbeiders van het algemeen contingent met behulp van de volgende formule vastgesteld: Teller : het aantal aangeboden aanwervingsbriefjes tijdens de beschouwde referteperiode zoals bedoeld in § 3 vermenigvuldigd met het aantal werkdagen tijdens dezelfde referteperiode.

Noemer : het aantal aanwezige havenarbeiders van het algemeen contingent.

Wordt als een « aanwezige » havenarbeider van het algemeen contingent beschouwd, hij die aangeworven werd in het aanwervingsbureau of hij die zich onderworpen heeft aan de werkloosheidscontrole. § 5. Ten einde te kunnen nagaan of een havenarbeider van het algemeen contingent het gemiddeld aantal aangeboden taken heeft gepresteerd in zijn categorie, dient men het aantal taken die hij verricht heeft tijdens de werkdagen van de beschouwde referteperiode gebeurlijk te verhogen met een aantal ziektedagen.

Het aantal ziektedagen wordt volgens de volgende formule berekend : Teller : het aantal taken die hij verricht heeft tijdens de werkdagen van de beschouwde referteperiode, vermenigvuldigd met het aantal ziektedagen die samenvallen met de werkdagen tijdens deze periode.

Noemer : het aantal taken die hij verricht heeft tijdens de werkdagen van de beschouwde referteperiode verhoogd met het aantal dagen gedurende dewelke hij zich aangeboden heeft bij de werkloosheidscontrole.

Worden niet als werkdagen beschouwd voor de toepassing van §§ 4 en 5 : de zaterdagen, de zondagen en de wettige feestdagen.

Worden gelijkgesteld met verrichte taken voor de toepassing van deze paragraaf, de dagen gedurende dewelke de arbeider arbeidsongeschikt is geweest ten gevolge van een arbeidsongeval evenals de dagen van klein verlet.

Art. 3.Het koninklijk besluit van 2 juni 1977 tot vaststelling van de referteperiode en de wijze van berekening van het aantal taken met betrekking tot de intrekking van de erkenning als havenarbeider in het Antwerps havengebied, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 september 1980, wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 december 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 8 juni 1972, Belgisch Staatsblad van 10 augustus 1972.

Koninklijk besluit van 2 juni 1977, Belgisch Staatsblad van 21 juli 1977.

^