Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 augustus 2024
gepubliceerd op 11 september 2024

Koninklijk besluit tot aanvulling en verduidelijking van de lijst van gegevens opgesomd in artikel X.28, § 1, 1° en 2°, van het Wetboek van economisch recht en tot vaststelling van een model van een geraamde exploitatierekening

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2024008108
pub.
11/09/2024
prom.
19/08/2024
ELI
eli/besluit/2024/08/19/2024008108/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 AUGUSTUS 2024. - Koninklijk besluit tot aanvulling en verduidelijking van de lijst van gegevens opgesomd in artikel X.28, § 1, 1° en 2°, van het Wetboek van economisch recht en tot vaststelling van een model van een geraamde exploitatierekening


Verslag aan de Koning Sire, Dit ontwerpbesluit heeft tot doel om bij toepassing van artikel X.28, § 2, van het Wetboek van economisch recht (hierna "WER"), de lijst van gegevens opgesomd in artikel X.28, § 1, 1° en 2°, van het WER aan te vullen en te verduidelijken.

Deze lijst van gegevens wordt hernomen in het afzonderlijk document, beter bekend als het precontractueel informatiedocument (hierna "PID"), dat bij toepassing van artikel X.27 van het WER, door de persoon die het recht verleent moet verstrekt worden aan de persoon die het recht verkrijgt om een commerciële formule te gebruiken, minstens één maand voor het sluiten van de commerciële samenwerkingsovereenkomst.

Algemene toelichting

Artikel X.27 van het WER verplicht de persoon die het recht verleent om een commerciële formule te gebruiken, om minstens één maand voor het sluiten van de commerciële samenwerkingsovereenkomst een ontwerp van overeenkomst, evenals een PID met bepaalde informatiegegevens te verstrekken aan de persoon die het recht op gebruik van de commerciële formule verkrijgt. Het PID bevat enerzijds een aantal contractuele bepalingen opgesomd in artikel X.28 § 1, 1°, van het WER en anderzijds de gegevens zoals opgenomen in artikel X.28, § 1, 2°, van het WER die toelaten de commerciële samenwerkingsovereenkomst correct te beoordelen.

Het ontwerp van koninklijk besluit verduidelijkt de lijst van gegevens opgesomd in artikel X.28, § 1, 1° en 2°, van het WER en vult die aan.

De bedoeling is onder meer om de persoon die het recht verkrijgt, beter te informeren over de concurrentiële omgeving waarin hij actief zal zijn en over de expansieplannen en de investeringen die in voorkomend geval op geregelde tijdstippen gedaan moeten worden. De persoon die het recht verleent, zou aan de persoon die het recht verkrijgt ook een geraamde exploitatierekening moeten bezorgen op basis van een model dat in dit ontwerp van koninklijk besluit vastgesteld wordt.

Het idee om de persoon die het recht verkrijgt nog meer te informeren over die aspecten was al geopperd tijdens de besprekingen binnen de Arbitragecommissie die hebben geleid tot het advies 2022/18 van 10 juni 2022. Als gevolg van dat advies werd artikel X.28 van het WER onlangs gewijzigd maar zonder de aanvullingen die in dit ontwerp van besluit opgenomen worden. Aangezien die aanvullingen nog moesten worden besproken en geen aanpassing van de wetgeving vereisten omdat het niet ging om het schrappen van punten uit de bestaande lijst, hadden de leden van de Arbitragecommissie voorgesteld om de bespreking over die aanvullingen uit te stellen.

In hun unaniem advies 2024/20 van 7 februari 2024, naar aanleiding van een adviesaanvraag van 10 november 2023, onderschrijven de leden van de Arbitragecommissie de algemene doelstelling vermeld in de adviesvraag die erin bestaat ervoor te zorgen dat de persoon die het recht verkrijgt volledige en duidelijke informatie krijgt.

Op basis van hun praktijk en expertise hebben de leden van de Arbitragecommissie echter bepaalde herformuleringen voorgesteld, samen met een rechtvaardiging.

Dit ontwerp van koninklijk besluit houdt dus rekening met de herformuleringen voorgesteld door de Arbitragecommissie.

Artikelsgewijze bespreking

Artikel 1 Dit artikel voegt de nieuwe bepalingen onder l) tot o) toe aan artikel X.28, § 1, 2°, van het WER. Er werd besloten om nieuwe punten toe te voegen in plaats van bestaande punten aan te vullen, zoals voorgesteld door de Arbitragecommissie in haar bovenvermeld advies. In zijn advies 76.439/1 is de Raad van State van oordeel dat een duidelijk onderscheid moet worden gemaakt tussen punten die bij koninklijk besluit worden toegevoegd en die geen kracht van wet hebben, en punten die in de wet zelf zijn opgenomen. Het aanvullen van bestaande punten kan volgens de Raad van State in dit opzicht verwarring scheppen. De Raad van State heeft ook enkele wijzigingen in de terminologie voorgesteld. De begrippen "handelsvestigingen" en "winkel" zijn daarom telkens vervangen door het woord "verkooppunten", en punt m) is enigszins aangepast zodat niet langer naar het begrip "uithangbord" verwezen hoeft te worden aangezien deze verwijzing volgens de Raad van State niet duidelijk genoeg was. Daarentegen werden de woorden "handelsgebied" in het Nederlands en het Franse equivalent "zone de chalandise" behouden. Dit is een welbekende terminologie die door mensen uit de praktijk werd voorgesteld. Bovendien wordt hetzelfde begrip "handelsgebied" in het Nederlands vertaald naar "zone de chalandise" in het Frans in de Richtsnoeren inzake verticale beperkingen (PB C 248 van 30.6.2022). Om deze redenen lijkt het niet passend om voor een andere terminologie te kiezen.

Een nieuwe bepaling onder l) wordt toegevoegd om ervoor te zorgen dat de persoon die het recht verleent, de persoon die het recht verkrijgt informeert over zijn uitbreidingsplannen in het handelsgebied.

De persoon die het recht verleent, kent de geschiedenis en de toestand van de markt waar de persoon die het recht verkrijgt, zijn activiteit zal uitoefenen vanuit algemeen en lokaal oogpunt. Hij kent ook zijn uitbreidingsplannen in het handelsgebied. Dus moet hij de persoon die het recht verkrijgt, informeren zodat die een realistische raming van zijn exploitatierekening kan opmaken.

Een nieuwe bepaling onder m) wordt toegevoegd om ervoor te zorgen dat de persoon die het recht verleent, de persoon die het recht verkrijgt informeert over de uitbreidingsplannen van concurrerende verkooppunten in het handelsgebied.

De persoon die het recht verleent, kent de geschiedenis en de staat van het marktaandeel van zijn netwerk waar de persoon die het recht verkrijgt, zijn activiteit zal uitoefenen vanuit een algemeen en lokaal oogpunt. Hij is op de hoogte of moet zich informeren over de uitbreidingsplannen van zijn concurrenten in het handelsgebied. Daarom moet hij de persoon die het recht verkrijgt, informeren zodat die een realistische raming van zijn exploitatierekening kan opmaken. Als het niet mogelijk is om de informatie van de bevoegde autoriteiten te verkrijgen, met inbegrip van de gevallen waarbij de autoriteiten om informatie is gevraagd, maar deze de informatie hebben geweigerd te verstrekken of niet hebben verstrekt, kan dat niet beschouwd worden als een fout van de persoon die het recht verleent.

Een nieuwe bepaling onder n) wordt toegevoegd om ervoor te zorgen dat de persoon die het recht verleent, de persoon die het recht verkrijgt ook informatie bezorgt over investeringen die op geregelde tijdstippen gedaan moeten worden, in voorkomend geval, met inbegrip van een raming van de te investeren bedragen.

Een nieuwe bepaling onder o) wordt ingevoegd om te voorzien dat de persoon die het recht verleent, aan de persoon die het recht verkrijgt een geraamde exploitatierekening over een periode van minimum drie jaar bezorgt op basis van een model opgenomen in bijlage van dit besluit.

De persoon die het recht verleent, beschikt vaak over waardevolle informatie die voortvloeit uit de activiteit die deze persoon uitoefent of in het kader van een commerciële samenwerkingsovereenkomst die aan anderen werd verleend. Het is normaal dat hij de persoon die het recht verkrijgt, hiervan laat genieten. Het is vaak zo dat er in het netwerk om de drie of vijf jaar opfrissingswerken moet worden uitgevoerd in de winkel, maar het komt zelden voor dat een samenwerkingsovereenkomst dat vermeldt. De persoon die het recht verleent, kan altijd een geraamde exploitatierekening voorleggen voor een periode van minimaal drie jaar, die wordt opgesteld op basis van het model opgenomen als bijlage bij dit besluit. Die standaard exploitatierekening moet de persoon die het recht verkrijgt in staat stellen een eigen exploitatierekening op te stellen. De persoon die het recht verleent kan echter niet worden gehouden tot een resultaatsverbintenis voor het welslagen van de aan de handelspartner toevertrouwde activiteit, die met name zou kunnen afwijken van de beginselen van goed beheer van zijn activiteit waarvoor de persoon die het recht verleent niet verantwoordelijk is.

Tot slot wordt een nieuw lid toegevoegd om te verduidelijken welke exclusiviteiten bedoeld zijn onder artikel X.28, § 1, 1°, e), van het WER die de persoon die het recht verleent moet meedelen aan de persoon die het recht verkrijgt. Naar aanleiding van het advies van de Raad van State werd om bovenvermelde redenen de voorkeur gegeven aan deze optie boven het aanvullen van paragraaf 1, 1°, e).

De bedoeling ervan is dat de persoon die het recht verkrijgt nog beter geïnformeerd wordt over de concurrentiële omgeving waarin hij actief zal zijn, door hem te informeren over de exclusiviteiten die de persoon die het recht verleent zich voorbehoudt in een gebied dicht bij dat waar de persoon die het recht verkrijgt zijn activiteiten uitoefent.

Zoals voorgesteld door de Arbitragecommissie wordt verduidelijkt dat die verplichting tot informatie betrekking heeft op de verkoop van identieke of soortgelijke goederen of diensten, waarbij de woorden "identiek of soortgelijk" het mogelijk maken om goederen en diensten van dezelfde categorie, met hetzelfde uithangbord, met dezelfde handelsnaam te omvatten, in handelsvestigingen die zich in het handelsgebied bevinden.

De Arbitragecommissie onderlijnde ook dat het onmogelijk is om dat gebied te definiëren omdat het varieert in functie van de uitgeoefende activiteit. 20 km heeft geen enkele zin voor een klein verkooppunt dat zich in een winkelcentrum vestigt, maar kan wel zinvol zijn als het om een groot verkooppunt gaat. Elke persoon die het recht verleent, moet daarom zelf het handelsgebied definiëren dat eigen is aan de activiteit die wordt toevertrouwd aan de persoon die het recht verkrijgt.

Artikel 2 Dit artikel behoeft geen bijzondere commentaar.

Artikelen 3 en 4 De inwerkingtreding van dit besluit wordt vastgelegd op de eerste dag van de zesde maand na de dag waarin dit besluit wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Deze termijn van zes maanden moet voldoende tijd geven aan de ondernemingen om zich aan deze nieuwe regeling aan te passen.

Artikel 5 Dit artikel behoeft geen bijzondere commentaar.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Middenstand, D. CLARINVAL


19 AUGUSTUS 2024. - Koninklijk besluit tot aanvulling en verduidelijking van de lijst van gegevens opgesomd in artikel X.28, § 1, 1° en 2°, van het Wetboek van economisch recht en tot vaststelling van een model van een geraamde exploitatierekening FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van economisch recht, artikel X.28, § 2, ingevoegd bij de wet van 2 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2014 pub. 28/04/2014 numac 2014011218 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek X "Handelsagentuurovereenkomsten, commerciële samenwerkingsovereenkomsten en verkoopconcessies" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan boek X in boek I van het Wetboek van economisch recht sluiten;

Gelet op het advies 2024/20 van de Arbitragecommissie, gegeven op 7 februari 2024;

Gelet op advies 76.439/1 van de Raad van State, gegeven op 31 mei 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Economie en de Minister van Middenstand,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel X.28, § 1, van het Wetboek van economisch recht, ingevoegd bij de wet van 2 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2014 pub. 28/04/2014 numac 2014011218 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van boek X "Handelsagentuurovereenkomsten, commerciële samenwerkingsovereenkomsten en verkoopconcessies" in het Wetboek van economisch recht, en houdende invoeging van de definities eigen aan boek X in boek I van het Wetboek van economisch recht sluiten, en gewijzigd bij de wet van 9 februari 2024, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 2° wordt aangevuld met de bepalingen onder l) tot o), luidende: "l) de informatie over de uitbreidingsplannen van de persoon die het recht verleent die hij op dat moment in het handelsgebied kent;m) de aanvragen voor een exploitatievergunning of een vestigingsvergunning ingediend bij de bevoegde autoriteiten voor geheel of gedeeltelijk concurrerende verkooppunten in het handelsgebied, als de regelgeving dat voorziet en voor zover deze informatie beschikbaar is;n) als het in het netwerk waarop de overeenkomst betrekking heeft gebruikelijk is om op geregelde tijdstippen investeringen te doen, de informatie over deze investeringen, met inbegrip van een raming van de te investeren bedragen; o) een geraamde exploitatierekening over een periode van minimum drie jaar zodat de persoon die het recht ontvangt zijn eigen exploitatierekening kan opstellen op basis van het model opgenomen als bijlage."; 2° de paragraaf wordt aangevuld met een lid, luidende: "De exclusiviteit zoals bedoeld in 1°, e), heeft betrekking op de verkoop van identieke of gelijkaardige goederen of diensten onder hetzelfde uithangbord of onder dezelfde handelsnaam in verkooppunten die zich bevinden in het handelsgebied van de persoon die het recht verkrijgt zoals gedefinieerd door de persoon die het recht verleent.".

Art. 2.In boek X van het Wetboek van economisch recht wordt een bijlage ingevoegd die als bijlage is gevoegd bij dit besluit.

Art. 3.De artikelen 1 en 2 van dit besluit zijn van toepassing op de afzonderlijke documenten bedoeld in artikel X.27 van het Wetboek van economisch recht betreffende nieuwe commerciële samenwerkingsovereenkomsten die gesloten zijn na de inwerkingtreding van dit besluit en op de wijzigingen en de hernieuwingen van de lopende commerciële samenwerkingsovereenkomsten die zich hebben voorgedaan na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de zesde maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 5.De minister bevoegd voor Economie en de minister bevoegd voor Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te l'Ile d'Yeu, 19 augustus 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Middenstand, D. CLARINVAL


Bijlage bij het koninklijk besluit van 19 augustus 2024 tot aanvulling en verduidelijking van de lijst van gegevens opgesomd in artikel X.28, § 1, 1° en 2°, van het Wetboek van economisch recht en tot vaststelling van een model van een geraamde exploitatierekening Bijlage bij boek X van het Wetboek van economisch recht Bijlage Model van geraamde exploitatierekening


Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 19 augustus 2024 tot aanvulling en verduidelijking van de lijst van gegevens opgesomd in artikel X.28, § 1, 1° en 2°, van het Wetboek van economisch recht en tot vaststelling van een model van een geraamde exploitatierekening.

PHILIPPE Par le Roi : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Middenstand, D. CLARINVAL


^