gepubliceerd op 23 juni 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010
19 APRIL 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het koetswerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009 Nationaal akkoord 2009-2010 (Overeenkomst geregistreerd op 5 augustus 2009 onder het nummer 93408/CO/149.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het koetswerk.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Kader
Art. 2.Voorwerp Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal overleg overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 november 1969Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/11/1969 pub. 06/04/2007 numac 2007000224 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 2 met betrekking tot de vaststelling van forfaitaire grondslagen van aanslag voor de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling sluiten tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten.
De ondertekenende partijen vragen de algemeen bindend verklaring bij koninklijk besluit van deze collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de bijlage.
Art. 3.Uitvoering interprofessioneel akkoord Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010 van 22 december 2008. HOOFDSTUK III. - Inkomenszekerheid
Art. 4.Koopkracht Afdeling 1. - Indexering
Alle minimumuurlonen en de effectieve uurlonen worden jaarlijks op 1 februari aangepast aan de reële index volgens de formule "sociale index" (= 4-maandelijks gemiddelde) januari van het kalenderjaar tegenover januari van het voorafgaande kalenderjaar. Afdeling 2. Sectoraal systeem ecocheques
In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010 van 22 december 2008 en in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98 betreffende de ecocheques gesloten in de Nationale Arbeidsraad van 20 februari 2009 wordt een kader uitgewerkt van een sectoraal systeem ecocheques, rekening houdend met volgende principes : - Betaling aan elke voltijds tewerkgestelde arbeider van 3 semestriële schijven van ecocheques, elk ter waarde van 125,00 EUR - De betaling van deze ecocheques vindt plaats op volgende tijdstippen : - ten laatste op 31 december 2009 en behelst de referteperiode van 1 juli 2009 tot en met 31 december 2009; - ten laatste op 30 juni 2010 en behelst de referteperiode van 1 januari 2010 tot en met 30 juni 2010; - ten laatste op 31 december 2010 en behelst de referteperiode van 1 juli 2010 tot en met 31 december 2010. - Er wordt een pro rata uitbetaald in volgende gevallen : - arbeiders die in de loop van het betrokken semester in de onderneming in dienst of uit dienst treden, hebben recht op een pro rata van de semestriële schijven zoals hierboven vermeld, a rato van 1/25ste per week, met een maximum van 25/25sten. Voor de toepassing van deze alinea wordt met week bedoeld, elke week waarin minimum 1 dag wordt gewerkt of gelijkgesteld; - deeltijdse arbeiders hebben recht op een pro rata in functie van de tewerkstellingsbreuk. De tewerkstellingsbreuk is de verhouding tussen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de arbeider en de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse arbeider. - Met gewerkte dagen worden gelijkgesteld alle dagen die opgenomen zijn in artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 98. bovendien worden ook met gewerkte dagen gelijkgesteld, de dagen bij tijdelijke werkloosheid en 30 dagen bij ziekte of (arbeids)ongeval bovenop de dagen gedekt door het gewaarborgd maandloon. - Uitzendkrachten, tewerkgesteld in een onderneming behorende tot het Paritair Subcomité voor het koetswerk, krijgen op de hierboven vermelde tijdstippen ecocheques uitbetaald ten laste van het uitzendkantoor dat hen tewerkstelt. Het bedrag van 125 EUR wordt aangepast in functie van het aantal tewerkgestelde dagen, en dit volgens het pro rata principe van in- en uitdiensttreders, zoals hierboven vermeld.
Opmerking Rekening houdend met bovenvermelde principes dient een collectieve arbeidsovereenkomst inzake een sectoraal systeem ecocheques te worden uitgewerkt, met ingang van 1 juli 2009 voor onbepaalde duur.
Elke vorm van invulling van de koopkracht geldt voor onbepaalde duur.
De waarde van de koopkracht bedraagt 250 EUR per jaar (inclusief RSZ-bijdragen voor werkgever en werknemer) vanaf 2011. Na de interprofessionele evaluatie van het netto voordeel in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010 en eventuele beslissingen over de wijzigingen, dient een sectorale evaluatie te worden voorzien om de recurrentie van de premie van 250 EUR in te vullen vanaf 1 januari 2011.
Art. 5.Jongerenlonen In uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2007-2008 wordt de bestaande leeftijdsdiscriminatie voor jongeren binnen de uurlonen weggewerkt. Hierdoor hebben arbeiders die jonger zijn dan 18 jaar ook recht op een loon aan 100 pct..
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomsten inzake loonvorming van 8 juli 2003 en inzake uurlonen van 4 maart 2008 zullen vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.
De collectieve arbeidsovereenkomst inzake loonvorming dient op een aantal technische punten nog verder te worden verduidelijkt.
Art. 6.Eindejaarspremie - Het aantal gelijkgestelde dagen in geval van schorsing van de arbeidsovereenkomst wegens (arbeids)ongeval en gewone ziekte wordt verhoogd tot maximum 90 kalenderdagen per referteperiode. - Het aantal gelijkgestelde dagen in geval van tijdelijke werkloosheid wordt verhoogd tot maximum 120 kalenderdagen per referteperiode.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake eindejaarspremie van 21 juni 2007 zal vanaf 1 januari 2010 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.
Art. 7.Sociaal fonds § 1. Vanaf 1 januari 2010 worden de aanvullende vergoedingen bij tijdelijke werkloosheid geïndexeerd volgens het principe zoals opgenomen in § 3 van artikel 7 en tegelijkertijd verhoogd. Hierdoor bedraagt deze aanvullende vergoeding vanaf 1 januari 2010 van 9,00 EUR per werkloosheidsvergoeding en tot 4,50 EUR per halve werkloosheidsvergoeding. § 2. Vanaf 1 januari 2010 wordt de aanvullende ziektevergoeding uitbetaald in een dagvergoeding, en dit vanaf de 31ste ziektedag gedurende een periode van maximum 36 maanden. § 3. Vanaf 1 januari 2010 worden alle aanvullende vergoedingen geïndexeerd op basis van de reële loonindexeringen op 1 februari 2008 en op 1 februari 2009 (de sociale index van de maand januari van het kalenderjaar wordt vergeleken met de sociale index van de maand januari van het voorgaande kalenderjaar).
Door deze berekening, met name 2,36 pct. op 1 februari 2008 en 3,89 pct. op 1 februari 2009 worden de aanvullende vergoedingen met 6,34 pct. geïndexeerd.
Hierdoor worden de aanvullende vergoedingen vanaf 1 januari 2010 als volgt verhoogd : - aanvullende vergoedingen bij volledige werkloosheid, voor oudere werklozen en oudere zieken : - 5,73 per EUR werkloosheids- en ziekte-uitkering; - 2,87 EUR per halve werkloosheids- en ziekte-uitkering. - aanvullende vergoedingen bij ziekte : - 2,13 EUR per ziekte-uitkering; - 1,07 EUR per halve ziekte-uitkering. - aanvullende vergoeding bij sluiting : 283,84 EUR + 14,31 EUR/jaar met een maximum van 936,23 EUR. - aanvullende vergoeding bij halftijds tijdskrediet : 70,96 EUR. Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 21 juni 2007 zal vanaf 1 januari 2010 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst dient bovendien op een aantal technische punten nog verder te worden verduidelijkt.
In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten van het sociaal fonds dient de collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de syndicale premie voor 2008 van 4 maart 2008 onder dezelfde voorwaarden te worden verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.
Art. 8.Vervoerkosten § 1. Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het openbaar en gemengd vervoer, heeft hij recht op een vergoeding conform de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009. § 2. Wanneer de arbeider zich naar het werk verplaatst met het eigen vervoer of te voet heeft hij recht op een dagvergoeding, gebaseerd op de werkgeversbijdrage in het weekabonnement, zoals opgenomen in de tabel gevoegd bij artikel 11 van bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies.
De "verplaatsing met het eigen vervoer" heeft betrekking op alle mogelijke eigen vervoermiddelen.
Er dient conform de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies, ook een volwaardige vergoeding te worden betaald voor de afstanden van minder dan 3 kilometer.
Deze dagvergoeding dient jaarlijks op 1 februari te worden geïndexeerd overeenkomstig de jaarlijkse indexering van de treintarieven van de NMBS, conform het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven. § 3. Indien een leerling zich verplaatst naar de werkplaats met om het even welk vervoermiddel heeft hij recht op terugbetaling van de vervoerskosten door de werkgever. Deze terugbetaling is conform de regels die gelden voor de verplaatsingen van de arbeiders uit de sector. § 4. Wanneer een arbeider zich verplaatst naar een vormingscursus, heeft hij recht op dezelfde vergoeding als wanneer hij zich verplaatst met om het even welk vervoermiddel naar het werk. § 5. Wanneer de werkgever een voertuig ter beschikking stelt aan de arbeider of leerling voor verplaatsingen naar de werkplaats of naar een vormingscursus, zijn de hierboven vermelde §§ niet van toepassing.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake vervoerkosten van 14 maart 1991 zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK IV. Vorming en opleiding
Art. 9.Algemene bepalingen § 1. In uitvoering van het interprofessioneel akkoord engageren de sociale partners zich binnen de schoot van Educam een onderzoek uit te voeren en na te gaan in hoeverre de ondernemingen er in slagen om voor 1,9 pct. vorming te organiseren in de onderneming in uitvoering van het generatiepact. § 2. Dit onderzoek dient te gebeuren in de paritaire sectorale stuurgroep die in de schoot van Educam in uitvoering van het nationaal akkoord 2007-2008 werd opgericht. § 3. Indien blijkt dat bijkomende vormingsinspanningen zich opdringen, dient deze stuurgroep te onderzoeken welke meerwaarde vanuit onderstaande denkpistes kan voortvloeien : - beter afstemmen van de opleidingsbehoeften binnen de ondernemingen op het opleidingsaanbod; - aanbeveling om een individueel recht op permanente vorming in te voeren en dit binnen het kader van het collectief recht op vorming en opleiding. § 4. De paritaire sectorale stuurgroep dient bovendien te onderzoeken op welke manier een systeem van opleidings CV kan worden ingevoerd binnen de sector. § 5. Deze stuurgroep dient haar werkzaamheden ten laatste op 30 juni 2010 af te ronden. HOOFDSTUK V. - Arbeidstijd en flexibiliteit
Art. 10.Tewerkstellingsbevorderende maatregel De ondernemingen kunnen in het geval van herstructurering of indien de arbeidsorganisatie kan versoepeld worden, via een collectieve arbeidsovereenkomst de tewerkstelling bevorderen door onder meer collectieve arbeidsduurvermindering toe te passen.
Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de bestaande wettelijke en decretale aanmoedigingspremies en de omzetting van de loonsverhogingen.
Art. 11.Flexibiliteit Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake arbeidsorganisatie van 21 juni 2007 zal van 1 juli 2009 tot en met 30 juni 2011 worden verlengd. HOOFDSTUK VI. - Loopbaanplanning
Art. 12.Brugpensioen § 1. Het brugpensioen in de sector wordt onder dezelfde voorwaarden en binnen de wettelijke mogelijkheden verlengd van 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2013.
Opmerking In die zin zal de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen vanaf 58 jaar van 21 juni 2007 worden aangepast en verlengd van 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2013.
In die zin zal ook de bestaande collectieve arbeidsovereenkomst inzake brugpensioen na ontslag van 21 juni 2007 worden aangepast en verlengd van 1 juli 2010 tot en met 30 juni 2013. § 2. Het recht op halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar wordt verlengd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake halftijds brugpensioen van 21 juni 2007 wordt verlengd van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 en zal in die zin worden aangepast. § 3. Het recht op brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan wordt onder dezelfde voorwaarden verlengd van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake het recht op brugpensioen vanaf 56 jaar van 4 maart 2008 wordt verlengd van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 en zal in die zin worden aangepast. § 4. Voor de duur van het akkoord 2009-2010 worden de aanbevelingen inzake brugpensioen - procedure, zoals voorzien in artikel 16, § 6 van het nationaal akkoord 2007-2008 verlengd : Op vlak van brugpensioen bevelen de partijen in het kader van de arbeidsherverdelende maatregelen op ondernemingsvlak volgende procedure aan : ten laatste 2 maand voor het bereiken van de brugpensioenleeftijd nodigt de werkgever de betrokken arbeider uit tot een onderhoud tijdens de werkuren op de zetel van de onderneming.
Bij dit onderhoud kan de arbeider zich laten bijstaan door zijn vakbondsafgevaardigde. Bij dit onderhoud zullen zowel naar timing van het brugpensioen als naar opleiding van de vervanger van de bruggepensioneerde sluitende afspraken gemaakt worden. HOOFDSTUK VII. - Inspraak en overleg
Art. 13.Werknemersvertegenwoordiging Voor de duur van het akkoord 2009-2010 worden de bepalingen inzake de werknemersvertegenwoordiging, voorzien in artikel 17 van het nationaal akkoord 2007-2008, verlengd.
Concreet betekent dit : in de ondernemingen, waar de ondernemingsraad, het comité voor preventie en bescherming op het werk en/of de vakbondsafvaardiging niet moet worden hernieuwd ingevolge een daling van het aantal werknemers, kunnen de werknemersafgevaardigden die niet langer beschermd zijn, pas worden ontslagen, nadat het paritair subcomité samengeroepen op initiatief van de voorzitter, bijeengekomen is en zich, binnen de 30 dagen na de kennisgeving aan de voorzitter, heeft uitgesproken over het ontslag.
Deze procedure is niet geldig in geval van ontslag wegens zwaarwichtige redenen. Niet naleving van de procedure wordt gelijkgesteld met willekeurig ontslag. HOOFDSTUK VIII. - Sectorale projecten 2009-2010
Art. 14.Paritaire sectorale stuurgroep De sociale partners engageren zich tot de oprichting van een paritaire sectorale stuurgroep omtrent onderstaande thema's : - Onderzoek naar de mogelijkheden om een sectorale hospitalisatieverzekering uit te werken; - Onderzoek naar stress, absenteïsme en veiligheid (inclusief gevaarlijke producten) in de onderneming met het oog op het uitwerken van een sectorale campagne en/of sectorale hulpmiddelen. De aanbeveling omtrent antistress- en veiligheidsbeleid in de ondernemingen, zoals opgenomen in artikel 19 van het nationaal akkoord 2007-2008 kan hiervoor als basis dienen; - Afronden van het onderzoek naar de evolutie van de rendabiliteit in de sector en naar de kostenelementen van de bedrijven.
Art. 15.Gemengd paritair comité De sociale partners engageren zich om in de looptijd van dit akkoord de nodige stappen te zetten naar een gemengd paritair comité.
Art. 16.Technische aanpassingen § 1. Collectieve arbeidsovereenkomst inzake kort verzuim : - in artikel 4, punt 2 (huwelijk van een familielid van de arbeider) slaat het begrip "wonend onder hetzelfde dak" enkel op "gelijk welk ander familielid"; - in artikel 8 (vaderschapsverlof) dient te worden toegevoegd dat de eerste 3 dagen afwezigheid ook in halve dagen kunnen worden opgenomen, mits een akkoord op ondernemingsvlak.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake kort verzuim van 21 juni 2007 zal vanaf 1 juli 2009 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur. § 2. Collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds : - wanneer een oudere werkloze, die een aanvullende vergoeding ontvangt van het fonds voor bestaanszekerheid, het werk hervat, dient deze aanvullende vergoeding te worden doorbetaald; - de aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid dient te worden betaald voor alle vormen van tijdelijke werkloosheid, ook bij jeugdvakantie en seniorenvakantie; - de aanvullende vergoeding bij ziekte dient ook te worden betaald bij zwangerschapsverlof.
Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuten sociaal fonds van 21 juni 2007 zal vanaf 1 januari 2010 in die zin worden aangepast, en dit voor onbepaalde duur. § 3. Collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut van de vakbondsafvaardigingen : Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst inzake statuut van de vakbondsafvaardigingen zal vanaf 1 juli 2009 worden aangepast aan de bevoegdheden van de vakbondsafgevaardigden conform de Europese richtlijn, en dit voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK IX. - Sociale vrede en duurtijd akkoord
Art. 17.Sociale vrede Onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst verzekert de sociale vrede in de sector tijdens heel de duur van het akkoord. Bijgevolg zal geen enkele eis van algemene of collectieve aard voorgelegd worden, noch op nationaal, noch op regionaal, noch op vlak van de individuele onderneming.
Art. 18.Duur Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor bepaalde duur, gaande van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010, tenzij anders bepaald.
De artikels die van toepassing zijn voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk en aan de ondertekenende organisaties.
De artikels die van toepassing zijn op het sociaal fonds voor onbepaalde duur kunnen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het koetswerk en aan de ondertekenende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende het nationaal akkoord 2009-2010 Premies Vlaams Gewest De ondertekenende partijen verklaren dat de arbeiders ressorterend onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk en die inzake domicilie en tewerkstelling voldoen aan de omschrijving van het Vlaamse Gewest gebruik kunnen maken van de aanmoedigingspremies van kracht in het Vlaamse Gewest namelijk : - zorgkrediet; - opleidingskrediet; - ondernemingen in moeilijkheden of herstructureringen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET