Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 april 2006
gepubliceerd op 08 augustus 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende opleiding en vorming ten voordele van risicogroepen, ten laste van het "Sociaal Fonds voor de vezelcement"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006201196
pub.
08/08/2006
prom.
19/04/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 APRIL 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende opleiding en vorming ten voordele van risicogroepen, ten laste van het "Sociaal Fonds voor de vezelcement" (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vezelcement;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende opleiding en vorming ten voordele van risicogroepen, ten laste van het "Sociaal Fonds voor de vezelcement".

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 19 april 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de vezelcement Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2005 Opleiding en vorming ten voordele van risicogroepen, ten laste van het "Sociaal Fonds voor de vezelcement" (Overeenkomst geregistreerd op 23 december 2005 onder het nummer 77863/CO/106.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vezelcement.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : arbeiders en arbeidsters.

Zij is gesloten in toepassing van hoofdstuk II, afdeling I van de wet van 3 juli 2005 houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg (Belgisch Staatsblad van 19 juli 2005). HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.In toepassing van de artikelen 6 en 8bis van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 1988 en 7 maart 1989, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende de oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1989, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 maart 1990 en gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 1993, kan in 2005 en 2006, het "Sociaal Fonds voor de vezelcement" in samenwerking met de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (V.D.A.B.), de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling (B.G.D.A.) en "Office communautaire et régional de la Formation professionnelle et de l'Emploi (FOREm)", initiatieven nemen met betrekking tot de opleiding en vorming, scholing en omscholing van risicogroepen. Deze opleidingen kunnen ook door andere dan voormelde erkende vormingsinstituten uitgevoerd worden.

Art. 3.Onder "risicogroepen" wordt bedoeld : 1. de laaggeschoolde werklozen en langdurig werklozen, de gehandicapten, de deeltijds leerplichtigen, de herintreders, de leefloontrekkers en de laaggeschoolde werknemers (geen houder van een getuigschrift hoger secundair onderwijs);2. de werklozen of laaggeschoolde arbeiders die geconfronteerd worden met een ontslag, herstructurering of de invoering van nieuwe technologieën;3. de werklozen op wie een inschakelingparcours van toepassing is;4. allochtone arbeiders en werkzoekenden.

Art. 4.De middelen ten laste van de werkgevers waarover het fonds beschikt bedragen jaarlijks 0,10 pct. + 0,05 pct. (dit in het kader van de vrijstelling om jongeren aan te werven in een startbaan), zijnde 0,15 pct. van het volledige loon van hun arbeiders zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor de werknemers. Ze kunnen uitsluitend worden aangewend voor de onder artikel 2 van huidige collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde initiatieven.

Art. 5.Jaarlijks wordt een evaluatieverslag en financieel overzicht neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg tegen uiterlijk 1 juli van respectievelijk 2006 en 2007. HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2006.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^