gepubliceerd op 31 augustus 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende de eindejaarspremie, in uitvoering van artikelen 7 tot en met 11 van de kaderovereenkomst voor de jaren 2005-2006 van 10 mei 2005
19 APRIL 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende de eindejaarspremie, in uitvoering van artikelen 7 tot en met 11 van de kaderovereenkomst voor de jaren 2005-2006 van 10 mei 2005 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende de eindejaarspremie, in Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende de eindejaarspremie, in uitvoering van artikelen 7 tot en met 11 van de kaderovereenkomst voor de jaren 2005-2006 van 10 mei 2005.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 19 april 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2005 Eindejaarspremie, in uitvoering van artikelen 7 tot en met 11 van de kaderovereenkomst voor de jaren 2005-2006 van 10 mei 2005 (Overeenkomst geregistreerd op 2 juni 2005 onder het nummer 74936/CO/142.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgever, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten
Art. 2.Onverminderd de in de ondernemingen bestaande voordeliger toestanden, wordt een eindejaarspremie door de werkgevers toegekend aan de in artikel 1 bedoelde arbeiders.
Art. 3.Het bedrag van de eindejaarspremie wordt als volgt vastgesteld : - voor het refertejaar 2005 bedraagt de eindejaarspremie 3,50 pct. van het jaarlijks brutoloon; - voor het refertejaar 2006 wordt het bedrag van de eindejaarspremie op 5,00 pct. van het jaarlijks brutoloon gebracht; - vanaf het refertejaar 2007 bedraagt het bedrag van de eindejaarspremie 8,33 pct. van het jaarlijks brutoloon.
Art. 4.Het in artikel 3 vermelde bedrag, geldt voor alle arbeiders, bedoeld bij artikel 1, die in de onderneming zijn tewerkgesteld, ongeacht het soort contract, gedurende een periode van minstens drie maand tijdens het refertejaar.
Art. 5.Onder "jaarlijks brutoloon" zoals bedoeld in artikel 3 van deze overeenkomst, wordt verstaan : het gedurende het refertejaar ontvangen brutoloon voor de werkelijk gepresteerde werkuren met uitsluiting van de premies voor overuren.
Worden met gepresteerde uren gelijkgesteld : - de arbeidsongeschiktheden voortvloeiend uit arbeidsongevallen; - de arbeidsongeschiktheden voortvloeiend uit andere ongevallen of ziekten. De gelijkstelling blijft beperkt tot 30 kalenderdagen per refertejaar.
In deze gevallen wordt de premie berekend op basis van het uurloon dat normaal wordt betaald op het ogenblik van de schorsing van de arbeidsovereenkomst.
Art. 6.De tijdens het refertejaar gepensioneerde of op brugpensioen gestelde arbeiders, en rechthebbenden van een in hetzelfde jaar overleden arbeider, genieten de volledige eindejaarspremie zoals vastgesteld bij artikel 3 van deze overeenkomst.
Het in aanmerking te nemen jaarlijks brutoloon is dit van de laatste twaalf maanden van de loopbaan van de arbeider.
Art. 7.Onder "rechthebbende" wordt verstaan : de fysische persoon die de begrafeniskosten heeft gedragen.
Art. 8.In de gevallen, zoals bepaald in § 1 en § 2 van dit artikel, hebben de arbeiders recht op een gedeelte van de premie pro rata de prestaties die zij gedurende het refertejaar hebben gepresteerd. § 1. De arbeiders die in de loop van het refertejaar vrijwillige de onderneming verlaten. § 2. De arbeiders die in de loop van het refertejaar ontslagen worden om een andere reden dan de dringende reden.
In beide gevallen, ontvangen de arbeiders deze pro rata eindejaarspremie op het ogenblik van hun vertrek uit de onderneming.
Art. 9.Voor de toepassing van de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, dient onder refertejaar te worden verstaan, de periode gaande van 1 december tot 30 november. HOOFDSTUK III. - Betaling
Art. 10.De eindejaarspremie wordt in de loop van de maand december van elk beschouwd jaar betaald. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid
Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 december 2004, en is gesloten voor onbepaalde tijd.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd, mits een opzegging van 6 maanden, betekend met een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten en aan de in dat paritair subcomité vertegenwoordigde organisaties.
Deze opzegging kan ten vroegste ingaan op 1 december 2005.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN