Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 november 2007
gepubliceerd op 10 december 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, tot wijziging en coördinatie van hoofdstuk VI tot toekenning van een aanvullende vergoeding bij de werkloosheidsuitkering, van het protocol van 29 maart 1975 over de met de vastheid van betrekking en van het inkomen verbonden vraagstukken

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007012729
pub.
10/12/2007
prom.
19/11/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, tot wijziging en coördinatie van hoofdstuk VI tot toekenning van een aanvullende vergoeding bij de werkloosheidsuitkering, van het protocol van 29 maart 1975 over de met de vastheid van betrekking en van het inkomen verbonden vraagstukken (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de ijzernijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2007, gesloten in het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, tot wijziging en coördinatie van hoofdstuk VI tot toekenning van een aanvullende vergoeding bij de werkloosheidsuitkering, van het protocol van 29 maart 1975 over de met de vastheid van betrekking en van het inkomen verbonden vraagstukken.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 november 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de ijzernijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2007 Wijziging en coördinatie van hoofdstuk VI tot toekenning van een aanvullende vergoeding bij de werkloosheidsuitkering, van het protocol van 29 maart 1975 over de met de vastheid van betrekking en van het inkomen verbonden vraagstukken (Overeenkomst geregistreerd op 8 juni 2007 onder het nummer 83252/CO/104) HOOFDSTUK I. - Onderwerp

Artikel 1.Deze overeenkomst is afgesloten in uitvoering van het Sectoraal Akkoord van 29 mei 2007 in de staalindustrie - Arbeiders - 2007-2008. Deze overeenkomst wijzigt en coördineert hoofdstuk VI tot toekenning van een aanvullende vergoeding bij de werkloosheidsuitkering, van het protocol van 26 maart 1975 over de met de vastheid van betrekking en van het inkomen verbonden vraagstukken, tenslotte gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2005 (geregistreerd onder het nr. 74879/CO/104 en algemeen verbindend verklaard door koninklijk besluit van 19 april 2006, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 25 september 2006). HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 2.Deze overeenkomst is van toepassing in de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de ijzernijverheid (PC nr. 104) en op de werknemers en werkneemsters die door een arbeidsovereenkomst voor arbeider aan deze ondernemingen gebonden zijn. HOOFDSTUK III. - Bepalingen tot wijziging van hoofdstuk VI van het protocol van 26 maart 1975 over de met de vastheid van betrekking en van het inkomen verbonden vraagstukken

Art. 3.Artikel 27 van bovenvermeld protocol van 26 maart 1975 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 27.§ 1. Vanaf 1 april 2007 wordt aan de gedeeltelijk werkloze, volgens de hierna gepreciseerde modaliteiten, 85 pct. van zijn normaal brutoloon gewaarborgd, begrensd tot het bedrag van de dagelijkse werkloosheidsuitkering. § 2. Deze verhoging van het percentage is gekoppeld aan de voorwaarde dat de cumul van alle uitkeringen niet tot gevolg mag hebben dat het normale nettoloon van de werknemer overschreden wordt. § 3. Onder het « normale brutoloon » wordt het loon verstaan dat in aanmerking komt voor het vaststellen van de wettelijke werkloosheidsuitkering. § 4. De bijkomende werkloosheidsuitkering wordt toegekend voor de dagen waarop een wettelijke werkloosheidsuitkering door de werknemer verkregen wordt. »

Art. 4.Artikel 28 van ditzelfde protocol wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 28.De verhoging van het sectorale minimumbedrag zoals bepaald in artikel 27, § 1, blijft zonder gevolgen voor de ondernemingen die uitkeringsniveaus hebben vastgelegd die gunstiger zijn dan de uitkering voortvloeiend uit de toepassing van de 85 pct. Bovendien mag deze verhoging in geen geval een stijging met zich meebrengen van de globale waarborg die voorzien is in geval van economische werkloosheid in de ondernemingen die gunstigere uitkeringsniveaus hebben vastgelegd. »

Art. 5.Artikel 32 van ditzelfde protocol wordt vervangen door volgende bepaling : «

Art. 32.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 april 2007. Ze wordt afgesloten voor een onbepaalde duur.Ze kan door elk van de ondertekenende partijen opgezegd worden mits een opzegtermijn van drie maanden, per aangetekend schrijven bij de post betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, evenals aan elk van de ondertekenende partijen. » HOOFDSTUK IV. - Bijlage houdende coördinatie van hoofdstuk VI, collectieve arbeidsovereenkomst tot toekenning van een aanvullende vergoeding bij de werkloosheidsuitkering, van het protocol van 26 maart 1975 over de met de vastheid van betrekking en van het inkomen verbonden vraagstukken

Art. 6.De ondertekenende partijen voegen in bijlage aan deze overeenkomst de gecoördineerde versie toe van hoofdstuk VI van het protocol van 26 maart 1975. HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding en duur

Art. 7.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 april 2007. Ze wordt afgesloten voor een onbepaalde duur.Ze kan door elk van de ondertekenende partijen opgezegd worden mits een opzegtermijn van drie maanden, per aangetekend schrijven bij de post betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, evenals aan elk van de ondertekenende partijen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 november 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 mei 2007 tot wijziging en coördinatie van hoofdstuk VI, collectieve arbeidsovereenkomst tot toekenning van een aanvullende vergoeding bij de werkloosheidsuitkering, van het protocol van 26 maart 1975 over de met de vastheid van betrekking en van het inkomen verbonden vraagstukken HOOFDSTUK VI. - Collectieve arbeidsovereenkomst tot toekenning van een aanvullende vergoeding bij de werkloosheidsuitkering

Art. 23.Deze overeenkomst voorziet een aanvullende vergoeding bij de wettelijke werkloosheidsuitkering in geval van gedeeltelijke werkloosheid.

Art. 24.Elk verzoek tot afwijking van de bepalingen van onderhavige overeenkomst moet schriftelijk gericht worden tot de voorzitter van het paritair comité en het onderwerp uitmaken van de goedkeuring van het paritair comité.

Art. 25.In de geest van de huidige overeenkomst wordt onder gedeeltelijke werkloosheid verstaan deze die uit economische gevolgen voortspruit en ingesteld is in toepassing van artikel 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 26.Teneinde de arbeid op de meest billijke wijze onder de werknemers te verdelen, zal voor zover dit technisch mogelijk is en naargelang de beschikbare arbeidskrachten, een werkloosheid met beurtregeling ingevoerd worden, met dien verstande dat dit systeem voor eenzelfde arbeidspost niet tegelijkertijd de uitkering van een bijkomende werkloosheidsuitkering aan de titularis van de arbeidspost en van een looncompensatie aan de tijdelijk naar die post overgeschakelde werknemer met zich mag meebrengen.

Indien over dit laatste punt moeilijkheden zouden ontstaan, zou hiervoor met de vakbondsafvaardiging naar een oplossing moeten worden gezocht, die het evenwicht houdt tussen aanvullende werkloosheidsuitkeringen en compensaties wegens tijdelijke overplaatsing.

Art. 27.§ 1. Vanaf 1 april 2007 wordt aan de gedeeltelijk werkloze, volgens de hierna gepreciseerde modaliteiten, 85 pct. van zijn normaal brutoloon gewaarborgd, begrensd tot het bedrag van de dagelijkse werkloosheidsuitkering. § 2. Deze verhoging van het percentage is gekoppeld aan de voorwaarde dat de cumul van alle uitkeringen niet tot gevolg mag hebben dat het normale nettoloon van de werknemer overschreden wordt. § 3. Onder het "normale brutoloon" wordt het loon verstaan dat in aanmerking komt voor het vaststellen van de wettelijke werkloosheidsuitkering. § 4. De bijkomende werkloosheidsuitkering wordt toegekend voor de dagen waarop een wettelijke werkloosheidsuitkering door de werknemer verkregen wordt.

Art. 28.De verhoging van het sectorale minimumbedrag zoals bepaald in artikel 27, § 1, blijft zonder gevolgen voor de ondernemingen die uitkeringsniveaus hebben vastgelegd die gunstiger zijn dan de uitkering voortvloeiend uit de toepassing van de 85 pct. Bovendien mag deze verhoging in geen geval een stijging met zich meebrengen van de globale waarborg die voorzien is in geval van economische werkloosheid in de ondernemingen die gunstigere uitkeringsniveaus hebben vastgelegd.

Art. 29.Indien in een bepaalde onderneming over een periode van een jaar het aantal te vergoeden dagen hoger zou liggen dan 60 voor een aanzienlijk aantal werknemers, dan zal het probleem paritair onderzocht worden op ondernemingsvlak en dit onverminderd de toepassing van de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 februari 1965 betreffende de verzoeningsprocedure.

Art. 30.en 31. - [...] Opgeheven.

Art. 32.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 april 2007. Ze wordt afgesloten voor een onbepaalde duur.Ze kan door elk van de ondertekenende partijen opgezegd worden mits een opzegtermijn van drie maanden, per aangetekend schrijven bij de post betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de ijzernijverheid, evenals aan elk van de ondertekenende partijen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 november 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^