Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 april 1999
gepubliceerd op 29 april 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022332
pub.
29/04/1999
prom.
19/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/19/1999022332/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 93, zevende lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 225, § 1, 5° en § 2, eerste lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 5 juli 1998;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 16 september 1998;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Aan artikel 225 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, 5°, vervangen bij het koninklijk besluit van 5 juli 1998, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 5° de gerechtigde die alimentatiegeld betaalt, op grond van, hetzij een rechterlijke beslissing, hetzij een notariële akte of onderhandse akte neergelegd bij de griffie van de rechtbank ingeval van procedure tot echtscheiding of tot scheiding van tafel en bed met onderlinge toestemming, en de gerechtigde wiens echtgenoot een deel van zijn uitkeringen ontvangt als sommen verschuldigd door derden, met toepassing van artikel 221 of 223 van het Burgerlijk Wetboek;deze bepaling is evenwel slechts van toepassing voor de gerechtigde die zich in de situatie bevindt bedoeld in artikel 226 en op voorwaarde dat het bedrag van het alimentatiegeld of van de toegekende sommen ten minste 4 500 frank per maand bedraagt; ». 2° in § 2, eerste lid, vervangen bij het koninklijk besluit van 5 juli 1998, worden de woorden « De bij § 1, 3° tot 5° bedoelde gerechtigde » vervangen door de woorden « De bij § 1, 3° en 4° bedoelde gerechtigde ».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1999.

Voor de rechthebbenden die de hoedanigheid van gerechtigde met gezinslast verliezen ingevolge de bepalingen van dit besluit, treedt het evenwel in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^